Menu

Premium

12.7. Zuivere relaties

Zie ook

Heidelbergse Catechismus

Zondag 41

Vraag 108: Wat leert ons het zevende gebod?

Antwoord: Dat alle onzedelijkheid door God vervloekt is en dat wij daarom, door er een hartgrondige afkeer van te hebben, eerbaar en ingetogen leven, hetzij in de heilige huwelijkse staat of daarbuiten.

Vraag 109: Verbiedt God in dit gebod niet meer dan echtbreken en soortgelijke schandelijkheden?

Antwoord: Daar ons lichaam en onze ziel tempels van de Heilige Geest zijn, wil Hij dat wij die beide zuiver en heilig bewaren. Daarom verbiedt Hij alle onzedelijke daden, gebaren, woorden, gedachten, begeerten en wat de mens daartoe kan verleiden.

Relatie van het thema tot het hoofdthema

De mens is onder andere een seksueel wezen. Het blijkt dat het een hele (levens)kunst is om hier op een zuivere manier mee om te gaan. Het is belangrijk om vooral op een positieve manier te spreken over dit onderwerp, hetgeen waarschuwen voor de gevaren niet uitsluit. ‘Het hele terrein van de seksualiteit ligt bezaaid met voetangels en klemmen. Alleen geloof en gebed, de vergeving van de zonden en de leiding door het Woord en de Geest, een bijzondere zegen van God en de weg van het offer kunnen ons bij de bestemming van de seksualiteit: bij het geluk van het leven brengen’ (A.A. van Ruler, Verhuld bestaan, p. 209).

Voor kinderen is het een onderwerp dat heel ver van hen af staat. Wel zien ze al heel vroeg hoe belangrijk het is dat papa en mama van elkaar houden. Tieners, bij wie de seksualiteit gaat ontwaken, zullen met vallen en opstaan ontdekken welke kracht deze gevoelens kunnen hebben. Het is belangrijk om in de opvoeding te laten zien wat Gods bedoeling met dit alles is.

De leefwereld van de hoorder

In onze samenleving speelt seksualiteit zichtbaar een grote rol. Reclames spelen in op deze gevoelens. Veel films bevatten blootscènes. En voor je het weet hoor je op de radio een reclamespot van ‘Second Love’ ‒ waarin vreemdgaan als spannend wordt bestempeld. In onze samenleving heeft bijna ieder stel seksuele omgang met elkaar voor het huwelijk. Samenwonen is algemeen geaccepteerd. En van de huwelijken blijkt ruim dertig procent geen stand te houden. Voor wie in zo’n context leeft, wordt het wel heel moeilijk om seksualiteit te zien als een gave van God binnen het huwelijk. Maar ook binnen het huwelijk zullen we ons altijd moeten laten leiden door Gods bedoeling met dit trouwverbond. God roept ons allemaal op om op het gebied van de seksualiteit zuiver te zijn. Wie voor deze levensstijl kiest, mag weten in Gods weg te gaan.

Met het oog op de tieners

Onze tieners beseffen al heel vroeg dat bijvoorbeeld klasgenoten heel andere waarden hanteren als het gaat om seksualiteit. De gemiddelde leeftijd van de eerste ervaring met geslachtsgemeenschap ligt in Nederland zo rond de zestien jaar. Vroeger lag er een taboe op seksualiteit. Wij leven na de seksuele revolutie (de jaren zestig van de vorige eeuw) met alle gevolgen van dien.

Bij sommige tieners leeft de gedachte dat ‘de kerk’ alles wat met genot en lust samenhangt alleen maar fout vindt. Deze leerdienst mag helpen om dit verkeerde beeld bij te stellen.

Met het oog op de kinderen

Kinderen komen in onze samenleving al heel vroeg in aanraking met seksualiteit. Hoeveel kinderen ontdekken niet dat je op internet blote mannen en vrouwen kunt zien? Welk beeld vormen zij van seksualiteit? Is dat ‘vies’ of iets wat God geschapen heeft?

Uitleg

Net als bij de behandeling van verschillende andere geboden, bespreekt de catechismus het zevende gebod direct in een breder verband. En ook hier treffen wij een verbod en een gebod aan. God verbiedt alle onzedelijke daden, gebaren, woorden, gedachten, begeerten en alles wat de mens daartoe kan verleiden. Daarentegen gebiedt God een eerbaar en ingetogen leven in en buiten het huwelijk en wil Hij dat wij onszelf zuiver en heilig bewaren, omdat wij een tempel van de Heilige Geest zijn.

Het kernwoord hier is overduidelijk ‘seksualiteit’. Wat ons opvalt is dat de catechismus hier sterk inzet, door te stellen dat onzedelijkheid door God vervloekt is. Je krijgt bijna de indruk dat hier wordt beweerd dat de zonde tegen het zevende gebod zwaarder weegt dan die tegen de andere geboden. Dat lijkt me een onjuiste voorstelling van zaken.

G.C. den Hertog mist hier ook de positieve zijde van de seksualiteit.

‘Gerade diese positive Wendung vermisst man jedoch heute schmerzlich in den Fragen 108 und 109, wo vor der sexuellen “Unkeuschheitˮ gewarnt wird (die gegenwärtige Textfassung des Katechismus sagt hier: “Zügellosigkeitˮ. Gerade weil die Sexualität auch in unsere gegenwärtigen Kultur einer besonders sensiblen und rücksichtvollen ethischen Gestaltung bedarf, sollen Christen daran erinnern, das die Bibel die Freude der geschlechtlichen Liebe (Gen. 2,24) als eine gute Schöpfungstage feiert. Nicht zufällig zeigt auch das Johannesevangelium Jesus als Gast auf einer Hochzeit und lässt ihn dort sein erstes “Zeichen” tun (Joh. 2:1-11). Bis heute fehlt es in der Kirche oftmals an einen befreiten Ja zur Freude an der Sexualität – hier hat auch der Heidelberger eine Chance verpasst, die man im Duktus seiner Gebotsauslegung durchaus hätte nutzen können’ (Zugänge zum Heidelberger Katechismus, p. 111).

Heel belangrijk bij de overdenking van dit thema is de letterlijke betekenis van het zevende gebod. Het Hebreeuwse werkwoord n’p komen wij zowel in Exodus 20:14 en Deuteronomium 5:18 tegen. Wonderlijk dat de Statenvertalers ‒ die een concordante vertaling nastreefden ‒ hier hetzelfde Hebreeuwse woord op twee verschillende manieren vertaald hebben. In Exodus 20 is het vertaald met ‘niet echtbreken’ en in Deuteronomium 5 met ‘geen overspel doen’. Het werkwoord n’p heeft betrekking op de seksualiteit en betekent ‘overspel plegen’ (New International Dictionary of Old Testament Theology & Exegesis, Volume 3, p. 2-5). De vertaling ‘echtbreken’ is daarom niet geheel juist. Het is wel zo dat door overspel het huwelijk wordt stukgemaakt. Op overspel stond de doodstraf (Deut. 22:22; Lev. 20:10).

Echtscheiding was in het oude Israël niet onmogelijk. In Deuteronomium 24:1-4 blijkt er een mogelijkheid te zijn dat een man zijn vrouw wegstuurt als hij ‘iets schandelijks’ aan haar had gevonden. De echtscheiding werd dan vastgelegd in een echtscheidingsbrief. C. Blenk deelt met ons de volgende ervaring in zijn boek Een open monument (p. 194):

‘Onze Joodse buren (…) zijn nu toch gescheiden. Toen ik met haar sprak, verklaarde zij mij, dat in het Jodendom echtscheiding minder erg gevonden wordt dan in het Christendom. Ik herinnerde mij toen, dat het monogame huwelijk nota bene via het Christendom weer bij het Jodendom is ingeburgerd. Maar is het nu echt zo dat pas het Nieuwe Testament het monogame en onontbindbare huwelijk leert en het Oude Testament niet?’

Toen Jezus met Farizeeën in discussie was over het huwelijk, duidde Hij deze bepaling als volgt: ‘Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten, maar van het begin af is het zo niet geweest’ (Mat. 19:8; Mark. 10:5). Gods oorspronkelijke bedoeling van het huwelijk is heel duidelijk: man en vrouw zijn aan elkaar gegeven voor het leven. Daarin proeven wij ook dat polygamie niet hoort bij die oorspronkelijke bedoeling, al komen wij deze al heel vroeg in Genesis tegen. Hooglied pleit indirect voor monogamie. In dit bijbelboek wordt de liefde bezongen tussen één man en één vrouw; een derde past daar niet bij.

Het bijbels getuigenis over echtscheiding bevat een hoofdlijn met een zijlijn (J. Hoek in KV). De hoofdlijn is dat God niet wil dat een huwelijk wordt ontbonden. Man en vrouw zijn in liefde en trouw voor altijd met elkaar verbonden. Daar zijn ze beiden verantwoordelijk voor. De zijlijn is dat er omstandigheden kunnen zijn waarin het huwelijk onherstelbare schade heeft geleden, waardoor er geen toekomst meer mogelijk is. In de Bijbel komen wij bijvoorbeeld overspel tegen (Mat. 5:31-32; 19:9) en ‘verlating door de ongelovige echtgeno(o)t(e)’ (1 Kor. 7:7-15); het wegzenden van Hagar door Abram (Gen. 16) vormt een bijzondere situatie. Hier geldt in feite het omgekeerde: wat de mens heeft samengevoegd, scheidt God.

Relevantie van het thema

De titel van deze preekschets luidt: ‘Zuivere relaties’. Het bijbelse woord voor zuiver is ‘rein’. Reine relaties heeft de strekking van onbevlekt, onbesmet, kuis en zedelijk. Het tegenovergestelde is dus onzuiver, bevlekt, enzovoort. De catechismus geeft aan dat alle onzedelijkheid door God vervloekt is. God wil juist zuiverheid en heiligheid op het gebied van de seksualiteit.

Het begrip onzedelijkheid geeft in ons taalgebruik niet meer precies de lading weer waar het hier om gaat. Het woord ontucht komt er al dichter bij in de buurt. Maar ook dit betekenisveld is te smal. Bij ontucht denken wij vandaag de dag vooral aan ongeoorloofde seksuele handelingen bij kinderen. In het Nieuwe Testament komen wij het woord porneia tegen. Dit woord wordt vertaald met ‘hoererij’, ‘ontucht’ of ‘zedeloosheid’. Porneia omvat in het Nieuwe Testament elke vorm van seksueel verkeer buiten het huwelijk. Wij kunnen dan denken aan overspel, (tempel)prostitutie, incest en homoseksualiteit (schandknapen). (Zie New International Dictionary of New Testament Theology, Volume 1, p. 497-501.) Porneia is een ernstige zonde waartegen vaak gewaarschuwd wordt. Deze tast niet alleen het huwelijk aan, maar ook de relatie met Christus. De catechismus wil het begrip onzedelijkheid/porneia in zijn volle breedte benoemen. Daar valt niet alleen de daad onder, maar ook de verlangens, gebaren en woorden. Platvloerse grapjes over seksualiteit zijn dus ook een slechte zaak.

In onze samenleving is seksualiteit zoiets als een consumptieartikel geworden. Het is onze roeping om tegen deze levensstijl in te gaan. Het gevaar is echter groot dat wij alleen maar als een zedenpolitie optreden. En dan te bedenken dat er in de kerk op dit gebied ook van alles fout is gegaan (en nog gaat). Daarom is het erg belangrijk om vanuit een positieve kijk op huwelijk en seksualiteit het gevecht met onze tijdgeest aan te gaan. De catechismus geeft hiertoe een voorzet met woorden als ‘eerbaar’, ‘ingetogen’, ‘zuiver’ en ‘heilig’. Deze woorden zullen wel ‘vertaald’ moeten worden, willen ze bij de hoorders landen.

Seksualiteit hoort thuis in een duurzame relatie van liefde en trouw. (Zie het huwelijksformulier: Dienstboek, een proeve. Deel II, p. 730-739 voor orde III en 765-770 voor het klassieke formulier.) De Bijbel heeft hier een prachtig woord voor: verbond. ‘Wij zitten hier op een hoofdlijn van de Bijbel als het gaat om de verhouding tussen God en mensen en tussen mensen onderling. In het verbond komen beide partijen tot hun recht. In het verbond komt de bedoeling van God met Zijn schepping ook tot haar recht. Het betekent dat seksualiteit nooit los verkrijgbaar is, maar altijd binnen een relatie beleefd wil worden. Het verbond geeft het humane kader aan waarbinnen dat kan. Gods geboden willen ons bij dat goede leven bewaren’ (Woordenboek voor bijbellezers, p. 522). Het is dan ook niet voor niets dat het huwelijk meerdere keren model staat voor de relatie tussen de Here en Israël en tussen Christus en Zijn gemeente. Zo teer en inhoudsvol is het huwelijk!

De catechismus noemt in vraag 109 dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is. Daarmee kunnen wij dus op een positieve manier spreken over onze lichamelijkheid. Ons lichaam is niet iets minderwaardigs, maar volop schepping van God. Het is zelfs zo kostbaar dat de Geest erin wil wonen. Dan is het dus zaak om zo met ons lichaam om te gaan, dat het een tempel blijft. Dat moeten wij onze kinderen al leren. Ook is het zaak om op een positieve manier seksuele voorlichting te geven. En wat altijd weer het belangrijkste blijft: laten de ouders het goede voorbeeld geven in hoe ze met elkaar omgaan. Kinderen die opgroeien in een gezin waar ouders op tedere wijze met elkaar omgaan, hebben daarmee een geweldige basis voor het leven meegekregen.

Met het oog op de tieners

Zoals al vermeld is, is de catechismus hier hoofdzakelijk waarschuwend bezig. Dat kan bij tieners averechts werken. Zo kan er een beeld van de kerk ontstaan dat er ‘niets’ mag (moraalridder). De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de kerk de eeuwen door ook zo met dit onderwerp is omgegaan. Laten wij daarom naar jongeren toe vooral ook het positieve onderstrepen. Ook hun lichaam is een tempel van de Heilige Geest, met alle vreugde en eerbied die daarbij hoort. Dit kan tieners helpen om te begrijpen dat seksualiteit en de vreugde daarvan bij Gods plan voor ons hoort. Dat kan weer helpen om te beseffen dat Zijn regels voor die vreugde daarom ongetwijfeld de beste zijn, want alleen door Zijn regels wordt het werkelijk kunnen genieten van seksualiteit veiliggesteld.

Met het oog op de kinderen

Voor kinderen staat het onderwerp huwelijk en seksualiteit ver van hun bed. Belangrijk is dat zij al jong mogen leren dat het lichamelijke van ons bestaan positief is. Ook voor hen, zo jong als ze zijn, is het belangrijk dat ze de liefde van vader en moeder voor elkaar proeven.

Relevante bijbelgedeelten

  • Exodus 20:14 en Deuteronomium 5:18 spreken over het verbod op overspel. In Mattheüs 19:6 en Marcus 10:9 betrekt Jezus dit verbod op echtscheiding in het algemeen.

  • Genesis 2:8-25 beschrijft het huwelijk als instelling van God. Jezus beroept Zich op dit gedeelte als Hij opkomt voor dit trouwverbond (Mat. 5:31-32, 19:8; Mark. 10:1-12). In de Bergrede noemt Jezus ook het begeren van een vrouw overspel (Mat. 5:27-28).

  • In het leven van Izak en Rebecca zien wij zowel het positieve (Gen. 24:67, 26:28) als het negatieve (m.n. Gen. 27) van hun huwelijksleven.

  • Leviticus 18 behandelt de huwelijkswetten: wie mag je wel en niet bloot zien. In hoofdstuk 20 (vs. 20 vv.; zie ook Deut. 22:22 vv.) volgen de straffen op seksuele zonden (overspel, homoseksualiteit, bestialiteit, incest).

  • In Ruth 3 lezen we over het gewaagde huwelijksaanzoek van Ruth. Dit eindigt in: ‘Zo nam Boaz Ruth en zij werd hem tot vrouw, en hij kwam bij haar’ (4:13).

  • Het bijbelboek Hooglied verwoordt op poëtische wijze de liefde tussen man en vrouw (de schoonheid van het lichaam, het verlangen en de teleurstellingen ‒ zie ook Spr. 5:18-19).

  • In Spreuken 5 en 6:23-33 worden wij gewaarschuwd tegen overspel.

  • In Maleachi 2:16 komen we tegen dat de Here het wegsturen van de eigen vrouw haat.

  • In 1 Korintiërs staat Paulus uitgebreid stil bij seksualiteit en huwelijk. In hoofdstuk 6 waarschuwt hij tegen hoererij. In hoofdstuk 7 beschrijft hij het huwelijksleven (vs. 1-7) en de (on)mogelijkheid van echtscheiding (vs. 10-16).

  • In de nieuwtestamentische brieven komen wij verschillende vermaningen tegen die betrekking hebben op het huwelijk: Romeinen 13:9, Galaten 5:19, Efeziërs 5:22-33, Kolossenzen 3:5, 1 Thessalonicenzen 4:3-5 en Hebreeën 13:4.

  • Tot slot noem ik een aantal geschiedenissen die betrekking hebben op seksualiteit en huwelijk: Juda en Tamar (Gen. 38), de ontucht bij Baäl-Peor (Num. 24, 31:16), David en Bathseba (2 Sam. 11-12), Amnon en Tamar (2 Sam. 13), Jezus en de overspelige vrouw (Joh. 8:1-11).

Aanwijzingen voor de leerdienst

Doelstelling

De gemeente heeft na afloop van de preek meer zicht gekregen op de reikwijdte van het Griekse woord porneia zoals dat in de Bijbel wordt gebruikt, heeft geleerd wat de gave en de gevaren van seksualiteit zijn, en is uitgedaagd om op een zuivere wijze met seksualiteit om te gaan.

Homiletische aanwijzingen

Net als bij de behandeling van de meeste geboden geldt ook hier, dat het te veel is om alles in één dienst te behandelen. Wil men alles inbrengen, dan zal men moeten kiezen voor meerdere diensten. In deze postille is gekozen voor één preek. Men kan de tekst van vraag en antwoord 108 en 109 als uitgangspunt nemen. De eerste vraag zal aan kracht winnen als wij beginnen met de zegen van het huwelijk en de vreugde van de seksualiteit. Met behulp van de tweede vraag kan het positieve van huwelijk en seksualiteit beschermd worden door te wijzen op allerlei gevaren die tot ons komen en in onszelf kunnen opkomen.

Ook hier heb ik gekozen voor één bijbelgedeelte waarin de strekking van het zevende gebod duidelijk tot uiting komt. Het grote voordeel om in een leerdienst een geschiedenis als uitgangspunt te nemen, is dat het direct concreet wordt. Kinderen en tieners zullen nu ook veel meer meekrijgen. Het is geen theorie, maar levende werkelijkheid. Voor deze preekschets is de keuze gevallen op 2 Samuel 11-12, over David en Bathseba.

‘Op een koude, donkere avond is er niets mooiers dan een laaiend vuur in de open haard. Je kunt er telkens nieuw hout op gooien en het vuur zal heerlijk blijven branden. Dergelijk vuur is veilig, warm, ontspannen en romantisch. Maar haal datzelfde vuur nu eens uit de open haard ‒ die er speciaal voor gemaakt is ‒ en gooi het midden in de woonkamer neer. Plotseling wordt het verwoestend. Het vuur kan het hele huis in as leggen en alle aanwezigen doden. Seks is net als dat vuur. Zolang het tot uiting komt binnen de veiligheid en de toewijding van een huwelijksrelatie is het fantastisch, warm en romantisch. Maar seks buiten deze context kan vernietigend zijn’ (Jan Pool, Help, ik ben een man, p. 155). Met het beeld van het vuur in de open haard spreken we primair positief over de gave van de seksualiteit. De gevaren zijn de keerzijde van het goede!

De geschiedenis van David en Bathseba laat op beeldende en schrijnende wijze zien wat verkeerde seksuele verlangens teweeg kunnen brengen. Het begint met het bekijken van een badende buurvrouw. Het lijkt mij niet zo interessant om te achterhalen wie nu de beginfout heeft gemaakt: David die al glurend naar zijn buurvrouw keek, of Bathseba die zich open en bloot liet bewonderen. Het lijkt erop dat geen van beiden de intentie had om overspel te gaan plegen. Het overviel hen ‘bijna’.

In onze samenleving lopen wij bijna iedere dag tegen aspecten van seksualiteit aan. Reclamespotjes zitten vol van erotiek, of het nu gaat over auto’s of parfums. ‘Seks is een economische grootmacht geworden waar een demonische invloed achter schuilgaat. We leven in een seksueel geobsedeerde en ongeremde wereld. De media spuien de seksuele excessen met grote gretigheid de huiskamer in, onder het mom van vrijheid en openheid.

  • Nederlanders besteden per jaar 1,6 miljard euro aan commerciële seks (daarbij moet u denken aan verhuur en verkoop van pornofilms, seksbladen en prostitutie).

  • Iedere dag brengen 50.000 Nederlanders een bezoek aan een prostituee.

  • Eén op de drie mannen die weleens naar een prostituee gaat, is getrouwd.

  • Iedere maand bezoekt 20% van de internetters erotische sites.

  • Per maand worden in Nederland een kleine 50 miljoen sekspagina’s bekeken!’ (Jan Pool, a.w., p. 155-156).

En dan zet David de volgende stap. Hij nodigt Bathseba uit en zo belanden ze samen in bed. Als men toegeeft aan seksuele verlangens, blijken deze nauwelijks meer te stoppen te zijn. Het is dus zaak om het nooit zover te laten komen. Een oud gezegde leert ons: ‘Een ogenblik van onbedachtzaamheid maakt dikwijls, dat men jaren schreit.’

En als dan blijkt dat Bathseba zwanger is, raakt David ‒ en waarschijnlijk ook Bathseba ‒ in paniek. Overspel kent alleen maar verliezers. De huwelijkstrouw is verbroken en de eerlijke kwetsbaarheid binnen het huwelijk is verbroken. Binnen de context van David ligt dit iets anders dan bij ons, omdat polygamie in die tijd gewoon was. Hier is het huwelijk van Bathseba en Uria geschonden. De Tora is helder over deze daad: de doodstraf voor zowel David als Bathseba (Lev. 20:10).

Ten slotte komt David tot de laffe daad om Uria zogenaamd te laten sneuvelen in de strijd rondom Rabba. De zonde trekt hier een vernietigend spoor. Een bekend patroon wordt zichtbaar: de zonde wordt ontkend en toegedekt. Niemand mag weten welke zonde zich onder de lakens heeft afgespeeld.

En dan grijpt de Here in door Zijn profeet Nathan te sturen. En zo wordt David ontmaskerd. Ook al zal nooit iemand te weten komen wat zich heeft afgespeeld op dit gebied, God weet het wel. Een verzwegen zonde zal de relatie met de Here blokkeren. Alleen als men schuld heeft beleden, kan er weer ruimte komen voor vergeving en genezing.

De zonde tegen het zevende gebod mogen wij niet isoleren van de andere zonden, zoals vroeger wel is gedaan. Openbare schuldbelijdenis vond nagenoeg alleen plaats als er op dit gebied gezondigd was. Anderzijds bevinden wij ons nu ‒ na de seksuele revolutie van de vorige eeuw ‒ in een situatie waarin velen in onze samenleving nauwelijks meer wakker liggen van deze zonden. Paulus schrijft niet voor niets dat porneia een zonde is tegen ons eigen lichaam (1 Kor. 6:18).

Aan het einde van de preek zou men kunnen terugkeren naar het beeld van het vuur in de open haard. De vermaning om het vuur niet uit de open haard te halen, plaatst de gave van de seksualiteit weer in het goede perspectief van het huwelijk. De seksualiteit hoort binnen de grenzen van het trouwverbond waar liefde en tederheid het voor het zeggen hebben. Men kan afsluiten door Spreuken 5:18-19 of een passage uit Hooglied voor te lezen. Het slot van de preek stimuleert zo de gemeente om op een zuivere wijze met seksualiteit ‒ als gave van God ‒ om te gaan.

Met het oog op de tieners

Een narratieve preek over een gebod heeft als kracht dat jongeren gemakkelijker geboeid blijven luisteren. Je bent als het ware één van de ‘spelers’ in het geheel van het verhaal. Op bepaalde momenten kan expliciet deze doelgroep aangesproken worden. In het begin van de preek kan aandacht geschonken worden aan seksuele gevoelens. Deze kunnen tieners verwarren. Wat is goed en fout? Kan Davids gluren naar zijn buurvrouw verbonden worden met het bezoeken van sekssites? Hoe onschuldig is dit gluren?

Tegen de tieners zou u kunnen zeggen: ‘Dat de regels van de Uitvinder de beste garantie vormen om van seksualiteit te kunnen genieten, spreekt voor zich. Vergelijk het maar met de gebruiksaanwijzing voor een ingewikkelde machine. Wanneer iemand zomaar aan alle knoppen gaat draaien, zonder de aanwijzingen van de fabrikant in acht te nemen, laat hij vroeg of laat de hele machine vastlopen. Met seksualiteit is het niet anders. Er is maar weinig wat mensen zo beschadigt als foute seksualiteit. De Here God wist dat en daarom gaf Hij in Zijn Woord belangrijke regels rond seksualiteit mee. In deze leerdienst gaan we een paar van die regels ontdekken. Ook om daarmee onze Schepper de eer te geven die Hem toekomt.’

Met het oog op de kinderen

Kinderen zullen ondanks dit onderwerp wel beseffen dat David en Bathseba hier verkeerd bezig zijn. Daar wordt niemand gelukkig van.

Pastorale aanwijzingen

J. Hoek (KV, p. 367) merkt terecht op dat een korte, ongenuanceerde opmerking op dit terrein meestal meer kwaad dan goed doet. We hebben te maken met de diversiteit van de gemeente. Voor de één kan een bepaald aspect van het zevende gebod een heel knellende vraag zijn, terwijl het voor een ander nauwelijks speelt. De eigen (wijk)predikant kan van tevoren wel inschatten waar de gevoeligheden liggen. Een uitnodigende opmerking om over specifieke vragen met de predikant door te praten, is hier zeker op z’n plaats. De volgende zaken kunnen zich aandienen: single, geen kinderen gekregen, gescheiden, wisselende relaties, homoseksueel. Al deze situaties zijn ingewikkeld en vragen om zorgvuldigheid.

Met het oog op de tieners

Tieners weten goed het verschil tussen vriendschap, verliefdheid en gevoelens van opwinding. De nieuwsgierigheid naar seksualiteit neemt toe. Hormonen veranderen en meisjes gaan menstrueren. Het is voor veel tieners een verwarrende periode. Dat geldt zeker voor hen die worstelen met homoseksuele gevoelens.

Het is erg belangrijk dat ouders een open band houden met hun kinderen. ‘Kom maar op met je vragen!’ Tegelijk groeien onze jongeren op in een wereld die een totaal andere seksuele moraal voorleeft dan de Bijbel ons leert. Daarom is het goed om in deze leerdienst ouders en ouderen te bemoedigen om vooral positief over seksualiteit te spreken, en vanuit die houding te waarschuwen voor de gevaren.

Helaas groeien steeds meer kinderen op in gebroken gezinnen. Dat maakt het gesprek over echtscheiding, maar ook over seksualiteit soms (extra) lastig. De nood van seksueel beschadigde tieners mag in de preek en/of in het gebed op een pastorale wijze stem krijgen. Besef ook dat er bij tieners grote ongelijktijdigheid kan zijn: waar de een nog nooit van gehoord heeft, daar kan de ander al uitgebreid ervaring mee hebben.

Mocht u in deze dienst ook iets willen zeggen over zelfbevrediging, dan kan het volgende citaat wellicht goede diensten bewijzen:

‘Laten we vooropstellen dat het heel normaal is dat je als tiener de drang voelt om met seksualiteit te experimenteren. Zelfbevrediging is eigenlijk je eerste kennismaking met seks. Je hoeft daarvan niet direct in een kramp te schieten. God heeft je gemaakt met een sterk seksueel verlangen. Je mag dankbaar zijn dat je lichaam blijkbaar werkt zoals het bedoeld is!

Maar daarmee is niet alles gezegd. Uiteindelijk is seks bedoeld als een intieme belevenis van twee personen. Niet dat zelfbevrediging daarom verkeerd zou zijn, maar het is óók niet de vorm van seks die God voor ogen stond. (…) Door het ontbreken van een partner ben je bij deze vorm van seks helemaal op jezelf gericht. Dat kan verslavend werken en je leven gaan beheersen. Zelfbevrediging kan zo belangrijk voor je zijn dat je toekomstige partner er straks last van ondervindt. (…) Soms probeer je het ontbreken van een partner op te vullen met fantasieën of met porno. Als zelfbevrediging gekoppeld is aan porno, of aan het fantaseren over klasgenoten (…) is het belangrijk om keuzes te gaan maken. Deze fantasieën komen niet overeen met Gods visie op seksualiteit. Ze horen niet thuis in je leven’
(Tiemen Westerduin en Ilonka Terlouw, Geloven in seks, p. 133).

Met het oog op de kinderen

Tot ongeveer acht jaar zullen kinderen minder openlijke interesse hebben voor, en ook minder vragen stellen over seksualiteit. Meestal zijn ze wel bezig met dit onderwerp; kinderen spelen nog steeds doktertje of vader en moedertje. Wel zullen ze vragen stellen over woorden die betrekking hebben op seksualiteit, die zij nog niet begrijpen. De vraag is wel in hoeverre wij in de preek rekening moeten houden met het feit dat er kinderen bij zijn die inderdaad nog niet zo veel weten. Hoe dat ook zij: het is van belang dit thema niet versluierend, maar concreet te benoemen. Wees er daarbij op bedacht dat ook (jonge!) kinderen seksueel al erg beschadigd kunnen zijn.

Liturgische aanwijzingen

  • Met Psalm 51 kan ruimte gemaakt worden voor verootmoediging.

  • Psalm 25:2 en 139:14 vertolken de bereidheid om in het spoor van Gods Woord te gaan.

  • Psalm 85:4 (NB) zet ons op het spoor van liefde en trouw.

  • Gezang 262 uit de Hervormde bundel (1938) is het bekende gedicht van Joost van den Vondel: ‘Waar werd oprechter trouw dan tussen man en vrouw ter wereld ooit gevonden?’

  • Gezang 252, 369 en 385 uit het Liedboek voor de Kerken.

Helpende vormen

Zie preekschets 12.6.

Met het oog op de tieners

Via Facebook, e-mail enzovoort kunt u tieners een paar weken voor deze leerdienst onderstaand lijstje met uitspraken aanreiken, met het verzoek om anoniem aan te geven wat van toepassing is, en met de toezegging dat u op een aantal uitspraken in de preek zult ingaan.

Hieronder staan een aantal uitspraken over liefde en seksualiteit. Geef bij elk daarvan jouw mening (mee eens / niet mee eens / weet ik niet) en vertel waarom.

  • Seks kan niet zonder liefde.

  • Seks kan niet zonder trouw.

  • Als je seks hebt voor je trouwt, ga je te ver.

  • Jongens en meiden genieten op dezelfde manier van seks.

  • Loverboys zijn leugenjongens.

  • – Van porno knap je af.

Met het oog op de kinderen

Voor de kinderen zou u (een gedeelte van) de geschiedenis van David en Bathseba kunnen voorlezen uit een kinderbijbel.

Literatuur

  • C. Blenk, Een open monument, Amsterdam, 1993, p. 194.

  • Colin Brown (Ed.), New International Dictionary of New Testament Theology, Volume 1, Grand Rapids, 1986, p. 497-501.

  • Dienstboek, een proeve. Deel II: Leven – zegen – gemeenschap, Zoetermeer, 2004, p. 730-739 en 765-770.

  • G.C. den Hertog in: Martin Heimbucher (e.a.), Zugänge zum Heidelberger Katechismus. GeschichteThemenUnterricht. Neukirchen-Vluyn, 2012, p. 111.

  • Noordegraaf e.a. (red.), Woordenboek voor bijbellezers. Zoetermeer, 2005, p. 298-303 en 517-522 (deze titel staat volledig op PreekWijzer.nl, klik in de menubalk op ‘bron’ en kies dan deze titel)

  • Jan Pool, Help, ik ben een man. Aalten, 2013, p. 155.

  • A.A. van Ruler, Verhuld bestaan. Nijkerk, 1949, p. 209.

  • W.A. VanGemeren (ed.), New International Dictionary of Old Testament Theology & Exegesis, Volume 3, Grand Rapids, 1997, p. 2-5.

Op het gebied van seksualiteit en huwelijk:

  • Abbema, Single in de kerk. De mythes & de mogelijkheden. Amsterdam, 2012.

  • Gary Chapman, De 5 talen van de liefde. Vaassen, 10e druk 2007.

  • Alie Hoek-van Kooten, Trouw en teder. Seksualiteit in het huwelijk. Kampen, 10e druk 2009.

  • J. Hoek, ‘Zondag 41’, in: J.H. van de Bank e.a. (red.), Kennen en vertrouwen. Handreiking bij de prediking van de Heidelbergse Catechismus. Zoetermeer, 1993, p. 362-369.

  • Tim Keller, Het huwelijk. Gods wijsheid over gevende liefde. Franeker, 2012.

  • H.W. de Knijff, Venus aan de leiband. Kampen, 1987.

  • P.J. Vergunst (red.), Toch gescheiden. Over de complexiteit van een gebroken huwelijk. Zoetermeer, 2012.

  • C.G. Vreugdenhil, Zuiver en heilig bewaren. Stilstaan bij het zevende gebod. Woerden/Apeldoorn, 2013.

  • L.M. Vreugdenhil, Ik beloof je trouw! Bouwstenen voor een gelukkig huwelijk. Zoetermeer, 3e druk 2002.

  • T. Westerhout en I. Terlouw, Geloven in seks. Juist als je nog niet getrouwd bent. Zoetermeer, 2010.

  • H. van Wijngaarden, Oké, ik ben dus homo. Over homoseksualiteit en het volgen van Jezus. Zoetermeer, 2013.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken