Menu

Basis

Merton boetseerde woorden vanuit de stilte

Bomen in een gebergte
Merton dompelde zich graag onder in de stilte van de natuur. (beeld: Annie de Jonge, Pixabay)

De paradox van spreken en zwijgen bij Thomas Merton

Thomas Merton kende de spanning tussen spreken en zwijgen. In het klooster waar stilzwijgen de regel was, ervoer hij de druk van de non-verbale communicatie. Zijn boeken riepen zoveel respons op dat hij dit als een bedreiging ervoer voor zijn stille leven. Op den duur voelde hij zich echter geroepen om zich uit te spreken over maatschappelijke kwesties. Pas in de stilte van de bossen voelde hij hoe vruchtbaar de paradox is van zwijgen en spreken.

Toen Thomas Merton (1915-1968) in 1941 intrad in het klooster Our Lady of Gethsemani in de staat Kentucky, was hij vastbesloten om de wereld gedag te zeggen en zich te hullen in stilzwijgen. Maar de stilte in het klooster viel hem tegen. Weliswaar gold in die jaren nog zwijgplicht in trappistenkloosters, maar de voortdurende aanwezigheid van anderen om hem heen hinderde hem.

Men sliep op een gemeenschappelijke slaapplaats, werkte samen op het land of las geestelijke lectuur op de gezamenlijke bibliotheek. Daarnaast was men nog vele malen in de kerk voor de gemeenschappelijke gebedsvieringen en de eucharistie.

Merton was zich bewust van zijn roeping om taal te vinden vanuit de stilte.
(beeld: Jacobs)

De stilte in het klooster viel tegen

Merton had hier zoveel moeite mee dat hij er jarenlang over dacht om in te treden bij een kluizenaarsorde als de kartuizers. Dit werd hem echter verboden. Wel gaf zijn abt hem steeds meer ruimte om in de natuur te vertoeven voor meditatie en gebed. Zelfs werd hem de zorg toevertrouwd voor het bosonderhoud op het landgoed van het klooster. Uiteindelijk mocht hij zich steeds meer terugtrekken in een bungalow in het bos en daar zelfs vanaf 1965 permanent verblijven.

Ook op een andere manier ervoer Merton de spanning tussen spreken en zwijgen. Toen zijn bekeringsverhaal Seven Storey Mountain (1948) hem wereldberoemd maakte, worstelde hij met de opwinding die hij voelde toen het boek een bestseller werd. Ook voelde hij de correspondentie die eruit voortvloeide als een last.

Hij schrijft in zijn dagboek dat hij ernaar verlangt zich helemaal aan Christus over te geven, en alle andere dingen los te laten. En aan zijn abt laat hij weten dat hij absolute stilte zoekt. Toch kan hij het niet laten om gedichten te schrijven en boeken die uitleggen wat contemplatief leven betekent.

Het corresponderen voelde als een last.
(beeld: Lucia Grzeskiewicz, Pixabay)

Spreken en schrijven

Hij spreekt zich dus uit in boeken en in een groeiende correspondentie met mensen uit allerlei landen. Gaandeweg voelt hij zich steeds meer betrokken bij de politieke en sociale vragen van zijn tijd. Hij gaat zich uitspreken tegen de atoombewapening, tegen de wapenwedloop, racisme, economische ongelijkheid en later ook tegen de Vietnamoorlog en de aantasting van het milieu. Wanneer het Vaticaan hem verbiedt zich uit te laten over vragen van oorlog en vrede, ontduikt hij dit verbod door brieven over deze kwestie te sturen aan vrienden, die ze vermenigvuldigen.

Zelf ziet hij dan geen contradictie meer tussen de stilte van het contemplatieve leven en maatschappelijke betrokkenheid. Hij schrijft: ‘Mijn contemplatie moet bevrijd worden van de steriele kunstmatige beperkingen die tot nu toe golden. Ik kan zo geen “man van God” zijn omdat ik zo niet kan leven in de waarheid, wat een eerste vereist is voor een man van God.’

Authentieke woorden worden geboren uit stilte

Merton leerde dat het juist zijn opdracht als contemplatieve monnik was om vanuit de stilte een authentieke boodschap te communiceren met de wereld. Hij sprak daarover met Latijns-Amerikaanse dichters. Merton was een man van het woord. Maar hij besefte dat echte, authentieke woorden geboren worden uit stilte.

Dat komt ook naar voren in zijn kleine essay Day of a Stranger. Merton schreef dit essay op verzoek van de Argentijnse dichter en uitgever Miguel Grinberg. Het verscheen in het Zuid-Amerikaanse tijdschrift Papeles. In 1964 had Grinberg hem uitgenodigd voor een ontmoeting van dichters in Mexico City, maar Merton kreeg daar geen toestemming voor. Hij schreef toen voor die ontmoeting A Message to Poets, waaruit ik een zin citeer:

Laten we trots zijn op de woorden die ons gegeven zijn voor niets; niet om iemand te onderwijzen, niet om iemand te weerleggen, niet om iemand iets absurds te bewijzen, maar om voorbij aan alle objecten te verwijzen naar de stilte waar niets gezegd kan worden.
(RU, 160)

Merton was een taalmens

Taal

Merton was een taalmens. Hij was schrijver in hart en nieren. Soms was hij ook taalkunstenaar. Hij was een dichter. En hij onderhield vele contacten met dichters, vooral Zuid-Amerikaanse. Hij was solidair met hun inzet voor recht en vrijheid, en distantieerde zich van het Noord-Amerikaanse imperialisme. In het voorwoord voor deel 1 van zijn Obras Completas, dat in 1960 in Argentinië verscheen, schreef hij:

Ik kan geen ‘Noord-Amerikaan’ zijn die alleen maar de rivieren, vlakten, bergen en steden van het Noorden kent, het Noorden waar al geen Indianen meer zijn, waar het land was gekoloniseerd en gecultiveerd door puriteinen, waar men onder de onbeschaamde en sarcastische pracht van de wolkenkrabbers zelden het kruis ziet en waar de heilige Maagd, als ze al in beeld verschijnt, bleek is en melancholiek en zonder kind in haar armen…

Het komt mij voor dat ik de stem heb gehoord van het hele halfrond in de stilte van mijn klooster, een stem die spreekt vanuit de diepte van mijn wezen, met een klaarheid die zowel groots is als schrikwekkend: alsof ik in de diepte van mijn hart plaats had voor de uitgestrekte en eenzame pampa’s, de schitterende rijp van het Boliviaanse plateau, de ijle lucht van de terrasvormige dalen van de Inca’s, de pracht en mildheid van Quito, de koude vlakten van Bogotá, en de onverdraaglijk geheimzinnige jungles van de Amazone.

De stilte van zijn klooster schiep de voorwaarden voor Merton om, zonder dat hij ooit in Zuid-Amerika geweest was, de landschappen van dit continent in zijn hart te dragen en de stem ervan te verstaan. Juist als dichter was hij zich bewust van zijn roeping om taal te vinden die uit de stilte ontstond. In zijn correspondentie met andere schrijvers en dichters kwam dit herhaaldelijk naar voren. Zo schreef hij aan de Russische schrijver Pasternak, naar aanleiding van diens boek Dokter Zjivago:

Ik hoop dat je opnieuw in jezelf de diepe leven-schenkende stilte vindt, die waarachtig waar is en de bron van waarheid: want zij is een bron van leven en een venster op de afgrond van de eeuwigheid en van God. (…) Het is een onschendbaar huis van vrede, een burcht in de diepte van ons wezen, de maagdelijkheid van de ziel.

(Thomas Merton, A Life in Letters, New York 2008 (voortaan LIL), 110, 111)

Diepe stilte

Het ging hem dus om een diepe stilte, zo diep dat men raakt aan wat Eckhart het burchtje van de ziel noemde, waar de ziel drinkt uit de bron van de waarheid, een waarheid die voortkomt uit de afgrond van de eeuwigheid en van God. Het is vooral in het lezen en maken van poëzie, vaak midden in de natuur, dat Merton dronk uit deze bron. ‘Ik ben bezig je gedichten te vertalen’, schreef hij aan Pablo Antonio Cuadra, ‘onder de stille bomen, een werk dat, als alle monastieke werk, vol toewijding geschiedt.’ (LIL, 141) En aan Cintio Vitier, een Cubaanse dichter, schreef hij:

Ik denk diep na over je brief en over je gedicht. Ik heb hierover nagedacht in stilte, ver van het geluid van officiële antwoorden en declamaties. Ik ben alleen met de bronzen heuvels en een weidse hemel en schaduwen van pijnbomen. Soms zijn de schaduwen vol leven van gouden vlinders. Overal is het ondoorgrondelijke en milde en zeer stille gelaat van waarheid, er wordt niets gezegd. In deze stilte en deze aanwezigheid heb ik je gedichten gelezen.

(LIL, 147)

‘Ik ben bezig je gedichten te vertalen onder de stille bomen.’
(beeld: Alexandra-Blume, Pixabay)

De taak van dichters is een taal te vinden die voortkomt uit de maagdelijkheid van de ziel, le point vierge, het maagdelijke punt. Merton noemde dat ook wel onschuld. Aan Alejandro Vignati, een Argentijns dichter, schreef hij:

Wij zoeken dezelfde onschuld. Dat heeft zijn prijs. We moeten ernaar zoeken zonder terug te deinzen en zonder te zeer te luisteren naar de stemmen vol van stof die alleen maar woorden van katoen spreken. Zulke woorden smoren alles, maar de dichters moeten lucht binnenlaten voor heel de wereld. Dit vereist onschuld en standvastigheid.’

(LIL, 152)

Leven-schenkende stilte is de bron van waarheid

Merton heeft ontdekt dat je terugtrekken in eenzaamheid, het vertoeven in de stilte, het leven in de marge van de samenleving, een bron kan zijn voor een onafhankelijk, onbevreesd en vruchtbaar communiceren met de wereld. Niet alleen in gedichten, maar ook in boeken en artikelen en in ontmoetingen met mensen uit de samenleving.

Zo werd hij een geestelijk begeleider van mensen die actief waren in de vredesbeweging. Maar altijd weer voelde hij de behoefte om zich onder te dompelen in de stilte van de natuur om daar te vertoeven met de bron van Leven, de bron van Waarachtigheid. Alleen zo kon hij telkens weer woorden vinden die ertoe deden.

Oktober is plotseling voorbij
weggezonken in neeuw
het voelt goed om niets meer te horen
in het eenzame huis
opgeladen en warm
of naar buiten te gaan en verborgen wegen te volgen
de wegen van het instinct
een vreemdeling in de dubbele
eenzaamheid van de sneeuw.
Ik ga kniediep de stilte in.

Thomas Merton, Collected Poems, 650.

Kick Bras is emeritus predikant, als onderzoeker geassocieerd aan het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen en auteur van boeken op het terrein van spiritualiteit en mystiek. Website: www.kickbras.nl

Literatuur

Kick Bras, Onuitsprekelijk paradijs. De groene spiritualiteit van Thomas Merton, Berne Media, 2021.

Thomas Merton, Day of a Stranger, Salt Lake City, 1981, p. 14.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken