Menu

Basis

Predikant en klimaatactivist Rozemarijn van ’t Einde wil geen compromis

'Ik maak het niet leuker'

Rozemarijn van 't Einde

Rozemarijn van ’t Einde is geestelijk verzorger bij het Leger des Heils en invalvoorganger van kerkdiensten in de gevangenis. En ze is klimaatactivist. Ze is actief bij Christian Climate Action en Extinction Rebellion.

Nummer 119 van Herademing gaat over inspirerende personen. Hoe vind je het dat jij geïnterviewd wordt als inspirerend persoon?

Ik voel me wel vereerd, maar er zijn ook anderen die soortgelijke dingen doen als ik. In ieder geval wordt er dus gezien wat ik doe: burgerlijk ongehoorzaam actievoeren voor het klimaat. Elke actie die ik heb gedaan, zou ik zo weer doen. Het moet gewoon gebeuren. Omdat ik zie wat er gebeurt met de schepping, voel ik me gewetensbezwaard. Ik zet me daarom in met alles wat ik heb en alles wie ik ben. Politiek en het bedrijfsleven brengen de leefbaarheid van de aarde zodanig in gevaar, dat ik het nodig vind om geweldloos in opstand te komen en bereid ben om daarvoor gearresteerd te worden en fysiek risico te lopen.

Ik wil geen compromis. Ik maak het niet leuker. Ik pas me niet aan, zodat het maar begrepen wordt. Ik doe niks met honing. Ik wil niet toegeven aan angst, groepsdruk of status quo. Ik wil de waarheid spreken en doen wat nodig is. We hebben nog drie jaar! Nog drie jaar om te voorkomen dat de opwarming van de aarde onder de 1,5 °C blijft. Dat is het punt, waarna ommekeer niet meer mogelijk is. Nu al doen zich catastrofes voor. Nu al gaat er veel verloren aan plant- en diersoorten. Nu al verliezen mensen hun leven door de klimaatverandering, vooral in arme landen. We kunnen de ergste scenario’s nog voorkomen, dus ik kan het voor mezelf niet verantwoorden om niets te doen. Ik kan alleen maar trouw zijn aan mezelf.

‘Het moet gewoon gebeuren’

Aan jezelf? Het klinkt veel groter dan je eigen individuele ik. Heeft het iets met, zeg maar, je roeping te maken?

Misschien is het dat wel. Ik herinner me de eerste keer dat ik meedeed aan een demonstratie. Het was voor mij helemaal nieuw en ik voelde een drijfveer om voluit mee te doen. Tijdens die demonstratie werd ik geraakt. Ik voelde een soort energie door me heen stromen, die ik kende van de keren dat ik voorga in een viering. Ja, actie voeren en voorgaan hebben met dezelfde bron te maken.

Wat drijft je dan?

Van kinds af aan heb ik een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Als ik nu zie hoe de schepping wordt verwoest… Nee , dat is niet het goede woord. Eigenlijk is het dat de schepping wordt verkracht. Het klinkt zo bruut. Maar dat is het wel: verkracht. Er is een ongetemde lust om zich, blind voor de gevolgen, aan de schepping te vergrijpen. Het is overal. Het is er nu. Veel mensen zetten zich in voor het klimaat omwille van hun kinderen en kleinkinderen. Maar die realiseren zich niet dat er ook nú al mensen sterven door de veranderingen in het klimaat. Wie neemt het voor hen op? Wie ziet wat er met hen gebeurt? Daar ligt voor mij een grote drijfveer.

‘De schepping wordt verkracht. Dat klinkt bruut, maar dat ís het ook.’

Ik snap dat veel mensen zich afvragen waar ze moeten beginnen. De situatie is zo complex. En toch kunnen we niet wachten. Mensen moeten in actie komen. Je informeren is al een stap. Maar meer weten betekent vaak ook dat de wanhoop groeit. Zelf heb ik gemerkt dat mensen de impact van de crisis niet aan kunnen, zolang ze niet in actie komen.

De klimaatcrisis aan kunnen door in actie te komen, dat lijkt me niet voor de hand te liggen.

En toch ligt het wel voor de hand. Door in actie te komen ga je in op kansen die zich voordoen. Actie verbindt mensen die ook iets willen doen. Dan win je al aan kracht. Er zijn veel mensen die individueel bezig zijn om te verduurzamen. Zonnepanelen en warmtepompen installeren en de auto laten staan is belangrijk. Maar we moeten uitkijken dat deze individuele verduurzaming geen aflaat wordt, een geruststellende garantie dat we ons best hebben gedaan en dat het goed komt. Er moet echt meer gebeuren. Want hoe hard je ook je best doet, je kunt als Nederlander je ecologische voetafdruk nooit onder de 1 krijgen met een regering die miljarden belastingvoordeel geeft aan vervuilende bedrijven en hen de hand boven het hoofd houdt. Daar moet de actie over gaan.

Dat klinkt heel groot. Hoe doen jullie dat?

Het is ook groot. We moeten ons verzetten tegen een systeem dat nietsontziend doordendert. We zijn maar met een klein clubje. We weten dat we het niet kunnen oplossen. Maar er zijn dingen die we wel kunnen doen. We moeten ons laten horen. We zoeken medestanders en bundelen onze krachten. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen die nu in actie komt, levens redt. Het past niet bij iedereen om burgerlijk ongehoorzaam actie te voeren. Maar je kunt zoveel doen: je kunt brieven schrijven, reageren op berichten op sociale media, lid van een beweging worden, spandoeken maken, financiële steun geven aan organisaties die zich richten op systeemverandering. Iedereen kan wat doen. En wat we zeker moeten doen is rouwen om wat er niet meer is en in het reine komen met wat verkeerd ging.

‘Rutte fietste ons voorbij en wenste ons succes. Afstappen en in gesprek gaan was er niet bij.’

Ben je ook betrokken bij de klimaatwake?

Dat was ik. Met ongeveer vijftig organisaties heb ik tijdens de kabinetsformatie vorig jaar de klimaatwake bij het Catshuis opgezet. Vierentwintig uur per dag stonden er mensen van ons bij het hek als een constant appèl. Nu heeft de klimaatwake een andere vorm. Het was toen voor mij belangrijk om aanwezig te zijn op de plek waar beleid gemaakt werd en een signaal af te geven: Klimaat is voor jullie een punt van onderhandeling, maar niet met mijn toestemming. Af en toe fietste Rutte voorbij en wenste hij ons succes met onze actie. Afstappen en in gesprek gaan is er niet bij geweest.

Dat is toch om moedeloos te worden?

Bij vlagen heb ik daar wel last van. Wat het ergste is, zijn laffe mensen. De mensen die wegkijken en berusten, maken me kwaad. Van het gebrek aan handelen word ik ongeduldig. Ik vind het moeilijk dat veel kerken wegkijken van het diepe leed van de schepping, van onze naasten in het mondiale Zuiden. Alsof wij als inwoners van een stinkend rijk land met grote klimaatschuld geen taak hebben om in opstand te komen tegen de verwoesting. Gesprekken met kerken leveren soms wat vooruitgang op, maar veel blijven aarzelend, angstig om mensen te verliezen. Ik moet moeite doen om daar niet cynisch van te worden. Je zou toch denken: ‘Heb God lief’ staat zo hoog in het vaandel. Maar hoe kun je dat serieus menen, als je ziet hoe liefdeloos we met de schepping omgaan? Ik zou hen willen zeggen: ‘Get your shit together and do something!’

Hoe houd je het vol?

Allereerst omdat er mensen zijn die net als ik het beest in de bek willen kijken. Het is voor mij een verademing dat ik niet de enige ben. Samen voeren we actie. Ik vind vreugde in de geaardheid die dit met zich meebrengt. We staan ervoor, letterlijk en figuurlijk. Ik maak deel uit van Christian Climate Action en zet me ook in voor Extinction Rebellion. Iedereen kan met ons meedoen. We zijn geen ‘organisatie’, eerder een verzameling van geëngageerde mensen die in actie komen. Je meldt je aan voor een actie, die vaak dezelfde structuur heeft. We zingen. Er is een speech en we proberen in gesprek te komen met mensen, die op de plek van de bezetting iets te zeggen hebben. Onze acties zijn geweldloos. Geweld gebruiken is niet acceptabel voor mij. Helaas kan dat van de andere kant niet worden gezegd. Wanneer we worden opgepakt door de politie, gaat het er vaak niet bepaald zachtzinnig aan toe. Ik snap heus wel dat we irritant zijn in de ogen van anderen. Maar we gebruiken géén geweld, onze acties vallen meestal binnen het demonstratierecht. Toch reageren sommige agenten hun irritatie op ons af, waardoor mensen fysieke of emotionele schade oplopen. Als ik het er met agenten over heb, geven ze toe dat er inderdaad een aantal ‘rotte appels’ zijn. Maar ze durven niet in te grijpen, dat past niet binnen de politiecultuur.

‘Onze acties zijn extreem, omdat de klimaatcrisis zo urgent is’

Een tweede reden: het helpt om actie te voeren op een manier die passend is bij de ernst van de situatie. Daar zit een bepaalde troost in. Onze acties zijn extreem, niet omdat we per se extreem zijn, maar omdat de klimaatcrisis zo urgent is. Ik had verwacht dat ik meer zou worden veroordeeld voor het feit dat ik regelmatig gearresteerd word. Dat valt gelukkig erg mee, de meeste mensen begrijpen het juist goed. Ik had er rekening mee gehouden dat ik mijn baan op het spel zou zetten. Ik werk als geestelijk verzorger bij het Leger des Heils, daar wordt mijn demonstratierecht voluit erkend. Mijn andere baan als invalvoorganger van kerkdiensten in de gevangenis kan wel in gevaar komen. Als ik zou worden veroordeeld, raak ik die baan waarschijnlijk kwijt.

Ten derde houd ik het vol door wat ik van mijn geloof meeneem. De discipelen lieten alles achter zich om Jezus Christus te volgen. Moet ik het er dan ook niet op wagen? Ik heb de Bijbel altijd gelezen als een boek van verzet. Mijn favoriete verhaal is dat van koningin Esther. Zij redde haar volk zonder geweld te gebruiken.

Je idealen zijn duidelijk. Hoe houd je ze zuiver? Hoe onderscheid je wat je wel en niet doet?

Ik blijf het tegengeluid opzoeken. Dat is voor mij belangrijk. Ik heb een vriendin die kritisch is op mijn manier van actievoeren. Dat houdt mij scherp.

‘Ik bid om raad, om kracht en om troost’

Verder doet het er voor mij toe dat we sámen actie ondernemen. Na afloop evalueren we met elkaar. Wat ging er goed? Wat kan beter? Klopt wat we deden met waar we voor staan? Dan moet je soms ook zeggen dat je fouten hebt gemaakt. Voor mij was er een moment in de actie bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn – mijn eigen pensioenfonds wel te verstaan – dat ik niet meer zo zou willen. We gingen bij het hoofdkantoor actie voeren tegen hun beleggingen in fossiele brandstoffen. We kwamen niet binnen. Toen heeft een van ons zich voorgedaan als een pakketbezorger. Toen hij vroeg of hij naar het toilet mocht, heeft hij voor ons een zijdeur opengemaakt. Zo konden we binnenkomen. De receptioniste schrok zich lam en voelde zich verraden. Achteraf denk ik dat we dat niet hadden moeten doen. Zij had de pakketbezorger vertrouwd en is daar welbewust door ons in beschaamd. Dat voelde voor mij niet oké. Het is goed als dat bij de evaluatie hardop kan worden uitgesproken en we ervan leren.

Mij helpt het ook om goede graadmeters te raadplegen, mensen die verstand van zaken hebben, om te weten dat de feiten helder zijn.

En wat ik ook doe is bidden. Soms doe ik dat met iemand samen. Ik bid om raad, om kracht en om troost.

Ik merk dat cynisme gemakkelijk op de loer kan liggen. Ik wil ervoor waken. Dat kan, als ik voor ogen kan houden wat ons perspectief is. Met de klimaatbeweging komen we op voor het leven, voor een toekomst voor deze wereld. Hoe rijk kan dat zijn! Daar wil ik meer mee bezig zijn. Een workshop Spoken Word opende voor mij een nieuw perspectief met een andere toon. Ik heb er een tekst gemaakt, waarin ik een toekomst voorstel waarin we op tijd het roer hebben omgegooid, een leefbare toekomst hebben veiliggesteld. Daar vecht ik voor.

Een rap met de natuur – Spoken Word-tekst door Rozemarijn van ‘t Einde

hee, mogen we…
wil je ons er nog bij?
ik weet niet wat te zeggen…
het ziet ernaar uit dat we net op tijd waren,
dat we stopten voor er niets meer van je over was.
kijk nou wat we hebben gedaan,
hoe kunnen we ooit…
je ligt daar, draait daar,
verzwakt, koortsig, maar je komt er weer, bent er nog.
wij zijn er nog,
welkom terug. houd je nog van ons?

met jou zijn wij tot bloei gekomen.

we lieten jou je ding doen, dan deden wij dat ook en jij zorgde toch wel voor jezelf?
als we naar je keken dachten we dat het wel ging. iets met stille wateren en diepe gronden.
of iets met schreeuwen en vingers in oren, hoe dan ook
misschien zagen we alleen wat we wilden zien.

met jou zijn wij tot bloei gekomen.

we wisten niet, nou ja, we wisten wel maar wilden niet
of wilden wel maar wisten niet hoe dan te doen, wie dan te zijn, wie te geloven.
we propten onze zakken vol met jou, sloegen, schopten jou.
we dachten dat we niet anders konden.
en dat het niet zo’n pijn deed.
we keken glazig en dachten dat dat leven was.

met jou zijn wij tot bloei gekomen.

plotseling begon het, er kantelde iets, er waren mensen woedend over wat jou werd aangedaan en wij luisterden naar hen en toen ook naar jou.
we zochten, vonden, trokken maskers van wie jou doden.
alles ging ineens om jou en daarmee om ons, om elkaar.
we leerden van je te houden.
we leerden van onszelf te houden.

we vochten
      dansten
we hervonden.

met jou zijn wij tot bloei gekomen.

Mirjam Dirkx is geestelijk begeleider en mede-eigenaar van De Levensboom, praktijk voor zingeving, spiritualiteit en leiderschap. www.delevensboom.net


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken