Menu

Premium

Preekschets 1 Petrus 1:22- zondag van de zomer

… heb elkaar dan ook onvoorwaardelijk lief…

1 Petrus 1:22

Schriftlezingen: 1 Petrus 1:22-2:10 en 4:7-11

Zie ook

Preekschets bij 1 Petrus 3:8

Thema

Voor Postille 2009-2010 heb ik schetsen geschreven over 1 Petrus 1:1 en 1 Petrus 2:11 voor de vijfentwintigste en de zesentwintigste zondag na Pinksteren, de laatste twee zondagen van het kerkelijk jaar. In beide bijdragen gaat het over vreemdelingschap, een thema dat past bij het karakter van die zondagen, waarop eschatologische stof voor de prediking voor de hand ligt.

Vreemdelingschap heeft echter niet alleen betrekking op het toekomstgerichte karakter van de christelijke levenshouding. Het begrip heeft ook een andere connotatie, zeker in de eerste brief van Petrus: vreemdelingschap is aanduiding voor de bedreigde positie van de christenen in de toenmalige samenleving. In die context moeten ze zich van ‘de wereld’ onderscheiden. In deze schets wil ik daar nader bij stilstaan.

Uitleg

Een centraal begrip in 1 Petrus is anastrophè (levenswandel). In het geheel van het Nieuwe Testament komt het woord dertien maal voor, waarvan zes keer in dat epistel. Het gaat om gedrag en phobooi (uit ontzag, en wel voor God, 1:17), en Christooi (in Christus, 3:16). Zie voor de uitdrukking en Christooi: Hans Burger, Leven in Christus. Over de betekenis van het verhaal van Jezus.

Christenen moeten zich volgens de auteur van 1 Petrus schikken naar de bestaande gezagsverhoudingen (1 Petrus 2:13-3:7). Sam Janse heeft er op gewezen dat de oproepen die in dat gedeelte aan de verschillende maatschappelijke groeperingen gedaan worden, een missionaire spits hebben: ‘Hoe kunnen de niet-gelovigen die veelal negatief staan tegenover de christenen gewonnen worden?’ In dat verband wijst de scribent op het werkwoord agathopoieoo (goed doen), dat in de eerste brief van Petrus een kernwoord is. Van de negen keer in het Nieuwe Testament komt het viermaal in 1 Petrus voor. De woorden agathopoiia (4:10) en agathopoios (2:14) zijn petrinische hapax legomena. Het werkwoord en de verwante woorden worden voor de houding van de christenen ten opzichte van de veelal afwijzende of zelfs vijandige buitenwereld gebruikt.

In 1 Petrus 2:18-25 komt op bijzondere wijze aan de orde hoe christenen met het onterechte lijden als gevolg van het gedrag van de buitenwereld moeten omgaan. Nadat de slaven in vers 18 vermaand zijn om het gezag van hun meesters te erkennen en ontzag voor hen te hebben, wordt in de volgende verzen de houding van Jezus ten voorbeeld gesteld. Voor de goede orde: zijn lijden is niet slechts exemplarisch, paradigmatisch. Het is ook uniek, onherhaalbaar. Dat wordt duidelijk uit verwijzingen naar het vierde lied over de lijdende dienaar van de Heer uit Jesaja (52:13-53:12). Zo krijgt het begrip charis (‘genade’, 2:19,20), ‘der in der Zielangabe des Verfassers selbst für sein Schreiben die wichtige Rolle der Interpretation des Briefes spielt (5:12)’ (Norbert Brox) een funderende kleur.

Christenen hebben niet alleen te dealen met de veelal afwijzende of zelfs vijandige buitenwereld, ze hebben ook met medegelovigen te maken. Zij zijn agapètoi (‘geliefden’, 2:11, 4:12). Als het om hen gaat, wordt het werkwoord agapaoo (liefhebben, 1:22) gebezigd. In het laatstgenoemde vers wordt de agapè (liefde) als philadelphia (broederliefde, ook in 3:8, vgl. 2:17) geduid. Het gaat om vermaningen tot innige liefde (4:8, vgl. 1:22), tot gastvrijheid voor elkaar (4:9), tot wederzijdse dienstbaarheid (4:10) en tot nederigheid (5:5). Het behoeft geen betoog dat het liefhebben geworteld is in de liefde tot Jezus (1:8, vgl. 1 Johannes 4:7-21).

Over de betekenis van ‘Das Evangelium der Liebe und Hilfeleistung’ (Adolf von Harnack) in de beginperiode van het christendom zou veel te zeggen zijn. J. van Oort vat samen: ‘Op overtuigende wijze blijkt – en diverse detailstudies hebben dit later bevestigd – dat het christelijk geloof velen heeft aangetrokken omdat hier een ware en werkelijke liefdevolle geméénschap werd gevonden, omdat hier aandacht en daadwerkelijke hulp was voor de armen, voor de weduwen, de wezen, de gevangenen, de maatschappelijk zwakken, omdat – kortom – hier het geloof betoond werd in Geest en kracht (vgl. 1 Kor. 2:4; 1 Thess. 1:5).’ Vriend en vijand waren het er dus over eens dat de diakonia van de christelijke gemeente van grote betekenis was, ook voor de verbreiding van het christendom.

Aanwijzingen voor de prediking

De prediker zou kunnen aansluiten bij een van de vele uitingsvormen van liefde in onze maatschappij. Aansprekend zijn de cartoons ‘Liefde is…’ met allerlei ludieke invullingen. De prediker zou ook een aanknopingspunt kunnen vinden in de SIRE-campagne #DOESLIEF: ‘We zijn steeds minder aardig tegen elkaar. Op straat, op sociale media, in het verkeer, in het openbaar vervoer, op het sportveld en in de supermarkt. Met de #DOESLIEF campagne met veel voorbeelden van onaardig gedrag, houdt SIRE Nederland een spiegel voor. Zo hoopt SIRE dat mensen zich realiseren dat niemand beter wordt van onaardig gedrag. En dat aardig gedrag loont.’

Wie liefde in de christelijke gemeente vanuit 1 Petrus aan de orde stelt, moet onder de aandacht brengen dat die gefundeerd is in Gods liefde in Jezus Christus. Zijn onterechte lijden en sterven is de basis. De prediker dient ook aan de orde te stellen dat er een missionaire kant aan de onderlinge liefde tussen gelovigen zit. Een christelijke gemeente die daardoor gekenmerkt wordt, zal een gemeente met uitstraling zijn.

De tweeslag van vreemdelingschap en dienstbaarheid komt op treffende wijze tot uitdrukking in de titel en de inhoud van het boek Vreemdelingen en priesters van Stefan Paas, vgl. J.D.Th. Wassenaar, Vreemdelingschap. Historische en hedendaagse stemmen uit kerk en theologie.

Liturgisch kader

Liederen bij de preek:
Psalm 133;
LB 307; 308, 481

NLB 838; 969, 970, 973 t/m 976.

Bij 1 Petrus 2:18-25 als genadeverkondiging en gebod van God:

LB Gezang 105 / NLB 651; LB 182 / NLB 575; LB: gezang 181, 188, 179:5, 191.

Geraadpleegd

  • Norbert Brox, Der erste Petrusbrief, Zürich, Einsiedeln, Köln – Neukirchen-Vluyn 1979.

  • Hans Burger, Leven in Christus. Over de betekenis van het verhaal van Jezus, Franeker 2017.

  • Stefan Paas, Vreemdelingen en priesters. Christelijke missie in een postchristelijke samenleving, Zoetermeer 2015.

  • J.D.Th. Wassenaar, Vreemdelingschap. Historische en hedendaagse stemmen uit kerk en theologie, Zoetermeer 2014, 18-53.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken