Menu

Premium

Preekschets 2 Samuël 23:17 – 2e zondag van de zomer

[Hij goot het uit voor de HEER] en zei: ‘De HEER verhoede dat ik hiervan drink. Dat zou zijn alsof ik het bloed dronk van de mannen die hun leven hebben gewaagd om het te halen!’ Hij weigerde dus te drinken. Zulke heldendaden verrichtte dit drietal.

2 Samuël 23: 17

Schriftlezing: 2 Samuël 23:8-17

Liturgisch kader

Deze preekschets staat niet direct in een kerkelijk liturgisch kader, maar meer in een kader dat gericht is op onze Nederlandse samenleving: Veteranendag. De eerstvolgende zaterdag volgend op 29 juni (de verjaardag van wijlen prins Bernhard). De keus zou dan kunnen vallen op de zondag voorafgaand aan of die volgend op deze landelijke Veteranendag. Of mogelijk zelfs in de nabijheid van een plaatselijke veteranendag op een ander tijdstip in het jaar.

De invulling van de dienst zou aan inhoud en betekenis kunnen winnen door de dienst voor te bereiden met een aantal plaatselijke veteranen.

Het geboden materiaal kan ook heel goed dienst doen als achtergrondmateriaal voor een thematische bespreking over de vraag hoe de plaatselijke geloofsgemeenschap omgaat met haar veteranen of andere leden die een bepaalde inzet hebben laten zien.

Bij het thema voor een dergelijke dienst zijn niet direct liederen voorhanden. Ik kwam uit bij Psalm 68:7 en bij Lied 462 (NLB).

Uitleg

De gekozen perikoop staat in het stuk over Davids helden. ‘Helden’: een woord dat meteen al een bepaalde setting met zich meebrengt; respect en bewondering afdwingt, want een dergelijke titel, status krijg je niet zomaar.
Het (b)lijkt dat zij vooral zo genoemd worden, omdat ze standhouden waar anderen het af laten weten, loslaten en ervandoor gaan.

In de verzen 13-17 volgt als een soort toespitsing het verhaal van de drie van de dertig hoofdmannen. Zij kwamen eens voor de oogst (de tijd dat koningen ten strijde trokken, vgl. 2 Samuël 11:1) bij David in de grot bij Adullam, de plek waar David zijn kamp had opgeslagen in de strijd tegen de Filistijnen (2 Samuël 5:17-22).

Zowel David als de Filistijnen bevinden zich in een vesting. Als in een soort loopgravenoorlog…?
‘BamSwodah; wumaSab’ in vers 14 veronderstelt een gelijke situatie: vesting tegenover vesting, leger tegenover leger.

De vallei van Refaïm blijkt een oude route van de kust naar de Judese heuvels te zijn.

Waarom wilde David drinken uit de waterput van Betlehem? Nostalgie…? Bijzondere kwaliteit van het water?

In elk geval de drie baanden zich een weg door het Filistijnse kamp, dwars door die vallei van Refaïm en haalden het water.
Daarom worden zij ‘ha gibborim’ genoemd, van de hebreeuwse stam g-b-r: overwegen, sterk zijn (associatie met de militaire deugd ‘moed’), als zelfstandig naamwoord later weergegeven als ‘man’. Vaak wordt dan de krijgsheld bedoeld. Het kan ook slaan op een dappere man, maar dan toch vaak in de context van het krijgsbedrijf (1 Samuël 9:1, 1 Koningen 11:28, 2 Koningen 5:1 (Naäman)).

Toen ze ermee bij David kwamen wilde hij er niet van drinken. In plaats daarvan goot hij het uit. In het Oude Testament wordt dat ook wel van wijn en bloed gezegd, bij wijze van plengoffer. Dat is wat David hier doet: hij brengt het als een plengoffer voor de Heer en zegt daarmee dat hij het niet waard is dit water te ontvangen en dat het maar aan één gegeven kan worden: de Heer.

In de verklaring die hij geeft, zegt hij dan ook dat dit water voor hem is als het bloed van de drie mannen. En in bloed schuilt de levenskracht van mens en dier.

Kortweg: water = bloed, bloed = leven en leven = het hoogste goed!

Zíj hebben hun leven gewaagd bij het halen van dit water.

Toch roept hun daad tal van vragen op: was het een waagstuk, een stunt of een roekeloze onderneming? Wat heeft het hen gekost? Zijn ze erg bang geweest? Was er aanleiding om bang te zijn? Is de dreiging groot geweest? Maar daar wordt niets over gezegd.

Aanwijzingen voor de prediking

Thema: erkenning en waardering coram Deo.

Mogelijke inleiding: ingaan op het woord ‘held’. Een wat ongemakkelijk woord lijkt het wel. Waarom eigenlijk? Is onze nivelleringsdrang zo groot dat helden niet mogen bestaan? Of steekt het ons wanneer een ander als held wordt neergezet, zit er iets van jaloezie onder?

Het doet mij denken aan de helden van David Bowie, die het heldendom bezingt van een jong stel dat elkaar in de eerste helft van de zeventiger jaren omhelst bij de Berlijnse muur. Die omhelzing inspireerde hem tot het schrijven van het lied ‘We can be Heroes, just for one day’.

Een lied dat tegelijkertijd ook weer een sterke relativering is van het heldendom.

Maar veteranen – en anderen die zich inzetten – zoeken niet de relativering, maar erkenning en waardering. Daar wil het nog wel eens aan ontbreken is de ervaring van veel veteranen.

Zij werden en worden eropuit gezonden, gestuurd door een overheid, een samenleving die daar een bepaald doel mee voor ogen heeft. Een doel dat ook nog wel eens omstreden kan zijn. Of later, door voortschrijdend inzicht, omstreden wordt geacht. Of onder kritiek wordt gesteld door een generatie die kijkt met de blik van vandaag – en dat hoeft de kritiek niet weg te nemen, maar wordt nogal eens als onrechtvaardig ervaren.

Het welbevinden van de veteraan en de heersende publieke opinie zijn sterk gerelateerd. Want dat vormt het klimaat waarin zij terugkeren. Een klimaat dat als ziekmakend ervaren kan worden. Denk bijvoorbeeld aan de Indië- en Srebrenica veteranen.

Wanneer David het voor hem gehaalde water uit Bethlehem niet wil drinken zet ons dat aan het denken. Hij laat hiermee een onverwachte en bijzondere reactie zien. Het getuigt ervan dat hij de daad van de drie hoofdmannen op waarde schat. Voor het aangezicht van God, in het bijzijn van de gehele groep mensen.

Dan is het uitgieten van het water geen verspilling van duur gehaald water, maar een gave aan de Eeuwige. Een offer, zoals hun leven ook ten offer had kunnen vallen wanneer zij door de Filistijnen onderkend en opgepakt waren.

Hiermee wordt het als het ware ‘heilig water’: gewijd aan God.

De vraag is: hoe waarderen wij onze of elkaars daden? Dat geldt niet alleen veteranen, maar ieders inzet is hier in het geding. Welke betekenis kennen wij daaraan toe?

Zeker als we ons dat afvragen voor het aangezicht van God. Hoe gaan we er als kerk, als gelovige gemeenschap mee om?

Hebben we oog voor de ‘sjaloom’ van de veteraan zelf?

Kunnen en willen we als gemeenschap helend en/of genezend zijn?

Dat begint met erkenning!

Dat betekent niet dat er geen kritiek op missies, uitzendingen of het functioneren van de krijgsmacht mogelijk is. Integendeel: juist vanuit het zien van de (vaak ziekmakende) gevolgen voor een veteraan en zijn of haar thuisfront dient er kritische feedback gegeven te worden. Maar dan liefst wel aan het juiste adres: overheid, parlement, vaste (kamer)commissie Defensie en de samenleving als geheel.

Ideeën voor kinderen en jongeren

Een gesprek met kinderen over helden levert vaak verrassend materiaal. Ieder kind heeft zo zijn eigen helden of daar een voorstelling bij. Heel actueel en aansprekend is het voorbeeld van de Malinees die een klein jongetje redde dat aan het balkon van de vierde verdieping bungelde.

Daarnaast zijn er ook diverse sprookjesfiguren die optreden als held.

Het is boeiend om met kinderen het gesprek aan te gaan over wat een held tot held maakt.

Geraadpleegd

Nieuwe boeken