Menu

Premium

Preekschets 3e advent – Numeri 22:25 en 23:17

Toen de ezelin de engel van de Heere zag, drukte Bileams voet tegen de muur; daarom ging hij door met haar te slaan.

‘Er zal een ster uit Jakob voortkomen, er zal een scepter uit Israël opkomen’.

Schriftlezing: Numeri 22: 22-35 en 24: 15-19

Zie ook:

Het eigene van de zondag

Deze preekschets maakt deel uit van een reeks van schetsen voor de advent. In vier Bijbelgedeelten die over de Christusverwachting gaan valt op dat ezels een (bij)rol spelen. Ze vertellen ons iets over de Messias en zijn rijk.

Met advent staat de verwachting van de Messias centraal. We kijken terug naar de eerste komst van Christus, waarvan de Schrift getuigt. Tegelijk vinden we in het Oude Testament ook het uitzien naar de tweede komst, verbeeld in de schildering van het vrederijk waarin Christus zal regeren. In deze derde schets gaat het om de gehoorzaamheid aan God. Alleen zo komt er zicht op de Messias. Bileam moest het leren inzien en God gebruikte daarvoor zijn ezel, die meer zag dan hijzelf. Thema: ‘de boodschap van een pratende ezel en een blinde ziener’.

Uitleg

Balak, de koning van de Moabieten, ziet Israël als een scheermes op zich afkomen. Hij beseft dat een aardse macht met een stevig leger niet voldoende is tegen de macht die Israëls God heeft laten zien van Egypte tot Hesbon. Voor zulke klussen helpt niet een bondgenootschap met een naburig volk, daar heb je een ziener voor nodig. Bileam, de zoon van Beor, is een ziener die je kunt contacten voor akkefietjes met hogere machten. De vraag aan Bileam om een vloek (Numeri 22:6) uit te spreken is geen neutrale daad, het is een oorlogshandeling.

De Heer laat Bileam in een droom weten met Wie hij te maken heeft en geeft de begrenzing van Bileams optreden aan. De belofte aan Abraham (Genesis 12: 3) werkt hier door op Israël en God is trouw aan zijn verbond. Niets van dat alles hindert Bileam om toch op pad te gaan als de pecunia hun trekkende werking uitoefenen. God besluit om Bileam desondanks te gebruiken (22: 20), onder voorwaarde dat hij slechts Gods mond zal zijn.

De indruk die Bileam aanvankelijk als belangrijk man oproept (met twee knechten, een ezelin en een staf) vervaagt spoedig als hij de ezelin slaat. Alle waardigheid verdwijnt als zijn voet tussen de muur en de ezelin geklemd raakt en hij het beest tuchtigt. Zelfs het spreken van de ezelin opent zijn ogen niet. Integendeel, de ziener blijkt een verblinde dwaas. De ezelin daarentegen ziet meer dan de ziener en bovendien is zij trouwer in haar dienst geweest. Pas als God Bileams ogen opent, ziet hij de engel en het gesprek herhaalt zich bijna letterlijk. Kennelijk hebben de ezel en de engel dezelfde Bron van spreken. Naast de ezel sprak in de Bijbel slechts de slang in het paradijs. Die twee zijn nauwelijks te vergelijken, al is de hoeveelheid verwijzingen naar het paradijs in dit verhaal opmerkelijk.

Het zwaard geeft een verwijzing naar het toegesloten paradijs, maar vormt ook de waarschuwing voor Bileam die eerst de ezelin wilde doden met een zwaard, om vervolgens met het zwaard van de engel geconfronteerd te worden. Zijn schuldbelijdenis klinkt meer als een wanhoopsdaad om zijn leven te redden, dan als een teken van oprecht berouw.

De geschiedenis maakt dat Bileam uiterst voorzichtig is geworden in zijn spreken. In Numeri 23: 8 benadrukt hij tegenover Balak dat hij niet kan vervloeken wie de Heer niet verwenst. Onze aandacht heeft de vierde zegenreeks die Bileam moet uitspreken. Daarin wordt duidelijk aan Wie de macht toekomt. Daar komen de Godsnamen Almachtige en Allerhoogste als overwinningskreten uit zijn mond. Bileam zegt neer te vallen met ontsloten ogen (Numeri 24:16).

Nu zijn ogen open zijn, krijgt hij zicht op de Messias, die hem verschijnt als een ster uit Jakob. De scepter blijkt uit Israël te komen. De ster is een metaforische aanduiding voor een vorst, die makkelijk op Omri of David kan slaan. Belangrijker is dat hier gerefereerd wordt aan de strijd tussen Israël en Edom. In die strijd openbaart zich de scepter van de Messias. De Targum heeft in deze tekst al vroeg de contouren van de Messias herkend.

Aanwijzingen voor de prediking

De beweging van de tekst kan prachtig dienen tot opbouw van de verhaallijn in de verkondiging. De drie stapjes van de ezel, gevolgd door de engel geven de structuur weer van Bileams verblinding en verdwazing. Eerst raakt hij van de weg af in het veld, daarna wordt zijn voet geklemd tussen de muur bij de wijngaard en tenslotte eindigt hij in een smalle steeg waar hij de ezelin slaat.

Het Oude Testament laat vaak zo mooi het concrete leven de maat slaan. Bileams voet komt klem, maar hij mist de prediking. Zijn ezelin weigert dienst, maar Bileam ziet het niet. Wanneer geld ons zicht op de werkelijkheid begint te verblinden, missen we signalen. Hebben we ons op geld in het rijke Westen niet vergaloppeerd? Missen we door onze doelgerichtheid niet de concrete signalen van het lichaam? Nu blijkt dat een groot deel van de twintigers burn-out raakt, is de vraag gerechtvaardigd of we de taal van de ezels op onze weg nog zien. Hoe groot is de last op onze rug, waar zit de voet klem, vertelt de pijn in mijn hoofd niet dat de grens bereikt is?

Bileams probleem vindt zijn wortel in geldzucht. Het Nieuwe Testament spreekt daarom over de weg (2 Petrus 2:15), de dwaling (Judas 1:11) en de leer (Openbaring 2:14) van Bileam. Daar zit een climax in. De weg kan een dwaling worden, die eindigt in een leer die alleen maar op eigen winst gericht is. Deze tekst maakt duidelijk dat de geestelijke goederen op die manier niet verkregen worden. Het laat de ster misschien van ver zien, maar rijk zijn buiten God brengt niet bij de kribbe in Bethlehem. Onze cultuur vraagt ‘what’s in it for me?’, die vraag zal in de verkondiging door Christus een concreet antwoord mogen krijgen (Filippenzen 4:19).

Het gesprek tussen de ezelin en Bileam laat het bespottelijke van de hele situatie zien. Verlies u niet in de vraag of de ezelin werkelijk sprak. Een predikant uit de vorige eeuw zei desgevraagd dat hij zo vaak mensen als ezels had horen balken dat het hem wel vergund mocht worden te geloven dat voor deze ene maal de ezelin met een mensenstem sprak.

Bileam ziet Christus in de belofte. Zijn eigen ogen zien Hem nog niet. Hij ziet slechts het teken, zoals later de wijzen een teken zouden zien dat hen naar Bethlehem voerde. Het teken is nog niet de betekenende zaak. In het leven kunnen vele tekenen verborgen zitten, pas als het tot de omhelzing van Christus leidt krijgt de belofte ook werkelijk zijn vervulling.

In deze adventstijd kan hier vooruitgegrepen worden naar de geschiedenis met de magiërs uit het Oosten. Ze kregen aandacht voor het teken van de ster die uit het huis van David bleek te komen. Hun rijkdom en geleerdheid stond in dienst van de ontmoeting met de Koning der Joden. Bileam had geen geld, het geld had hem. De Heer moest zijn ogen openen voor de werkelijkheid van de ster uit Jakob. Gave en godsvrucht moeten dicht bij elkaar blijven.

Ideeën voor kinderen

Ons lichaam kan een signaal geven. Uitdrukkingen in de Nederlandse taal vormen een mooie associatieve opstap om dat te illustreren. Waar is je buik vol van bij spanning? Welke last is er bij rugpijn te dragen? Wat krijgt iemand niet uit zijn strot bij keelontsteking? Maakt pisnijdigheid soms een blaasontsteking? Geeft hoofdpijn niet de grens aan van het nadenken over zorgen?

Liturgische aanwijzingen

In de wetslezing kan gekozen worden voor een passage uit de Bergrede waar Jezus nadrukkelijk wijst op het gevaar van het gericht zijn op geld en goed.

De NLB 1, 101 en 119 geven aansporingen om de rechte wegen te gaan en niet af te dwalen naar slinkse paden.

NLB 32 zingt over het muildier dat met toom en bit in bedwang gehouden moet worden. Opw 687 vraagt om de weg te wijzen die de Geest voor ogen stelt.

ZG 119: 1, 3 en 5 past als antwoordlied op de verkondiging.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken