Menu

None

Pastoraat en distantie

Maandag is de dag van de Theologenblog; een actuele blog uit de pen van een richtinggevend theoloog. Deze week is dat Theo Pleizier, die schrijft over de lessen van de anderhalvemetersamenleving voor pastoraat.

Portret theoloog-blogger Theo Plezier

Theo Pleizier

Anderhalf jaar pastoraat op anderhalf meter. Het is nu de tijd om goede praktijken vast te leggen en te delen.

Welke lessen zijn er uit de Corona-pandemie te trekken voor het pastoraat? Kerken en pastores stonden in de overleefstand. Lockdowns en de anderhalvemetersamenleving legden beperkingen op, maar dwongen ook tot creativiteit. Hoe heeft de fysieke afstand het pastoraat beïnvloed en wat kunnen we daarvan meenemen de toekomst in?

Distantie in het pastoraat

De pastorale relatie heeft distantie nodig. Emotioneel, spiritueel, systemisch en fysiek. Daar is in de pastorale literatuur veel overgeschreven. Vooral ook over de risico’s wanneer distantie niet of onvoldoende in acht wordt genomen. Die risico’s leggen vaak bloot hoe gebrek aan distantie de pastorale hulpverlening kan belemmeren. Wie emotioneel te dicht op de pastorant zit, laat de eigen gevoelens teveel ruimte, waardoor échte empathie en aanvaarding van het anders-zijn van de pastorant in het gedrang komt. Wie spiritueel te weinig distantie in acht neemt, stelt zich tussen God en de pastorant op, in plaats van de pastorant te begeleiden in zijn of haar eigen omgang met God.

Terecht is in veel pastorale literatuur aandacht voor de schade die wordt aangericht door fysieke grensoverschrijding(en). Seksueel misbruik in pastorale relaties brengt onherstelbare schade toe, voor betrokken gelovigen en voor de gemeenten waartoe zij behoren. In veel situaties is er dan te veel kapot voor een gezamenlijke toekomst.

Paradox van de distantie

Té dicht bij elkaar – emotioneel, fysiek, spiritueel – belemmert. Té ver bij elkaar vandaan geeft verwijdering. Het is de paradox van nabijheid en distantie in het pastorale contact. Elke pastor moet tussen beide polen zichzelf positioneren. En dat is ook in elke situatie verschillend. Een hand op de schouder, kan in de ene situatie wel, maar zal in een andere situatie worden opgevat als te nabij. Een gebed waarin de pastor met de pastorant bidt en ‘wij’ zegt, zal in de ene situatie als gezamenlijk worden beleefd, terwijl het soms ook toedekt en te weinig ruimte laat voor de eigen geloofsbetrekking van de pastorant.

Pastorale nabijheid laat pastor en pastorant niet samenvallen, maar blijft een geschenk waarin de ander de ander blijft

Een empathische pastor kan teveel vanuit het eigen gevoel aanwezig zijn, waardoor de eigen belevingswereld van de pastorant kleiner wordt gemaakt. Een gebrek aan empathie, zorgt voor vervreemding. In gesprek met de pastor blijf je je onbegrepen voelen en komt het niet tot werkelijk contact.

Theologie van de distantie

Beide aspecten zijn ook te herkennen in de christelijke theologie. Wanneer het gaat om de tegenwoordigheid van God, valt daar vanuit de christologie ander licht op anders-zijn en gemeenschap, dan wanneer we daar vanuit de leer van de Geest naar kijken. Christologisch zit er ruimte tussen God die in Jezus Christus met ons is. Een afstand die door de Opgestane wordt gemarkeerd in de ontmoeting met Maria Magdalena, waar Jezus zegt ‘houd Mij niet vast’ (Johannes 20:17, HSV). Pneumatologisch lijkt de afstand tussen God en mens soms haast opgeheven, het is Christus’ Geest ‘die in u leeft’ (Romeinen 8:11, NBV).

Die twee gezichtspunten sluiten elkaar niet uit. Vruchtbaar voor het pastoraat is de gedachte dat God en mens niet samenvallen, maar elkaar wel naderen als een geschenk. Pastorale nabijheid laat pastor en pastorant niet samenvallen, maar blijft een geschenk waarin de ander, de ander blijft. Het denken van Ioannis Zizioulas (Gemeenschap en andersheid, 2019), vraagt om een uitwerking voor de pastorale theologie. Fundamenteel voor ons anders-zijn als mensen, is onze lichamelijkheid. Daarmee verschillen we ten opzichte van elkaar in de ruimte: er is fysieke afstand nodig tussen de ene geschapen mens en de andere.

Anderhalvemeter distantie in het pastoraat

De corona-pandemie brengt nieuwe fysieke aspecten aan het licht die van belang zijn voor het pastorale contact. De anderhalve meter en de lockdown rekt de fysieke afstand op. Hoeveel afstand kan goed contact verdragen? In mijn onderwijs voor het vak pastoraat moesten twee groepen studenten op hun stageplaatsen in voorjaar 2020 en voorjaar 2021 hun eerste pastorale gesprekken voeren. De ervaringen van studenten laten zien hoe op diverse plaatsen in het land kerkelijke gemeenten en zorginstellingen waar geestelijk verzorgers werkzaam zijn, zich hebben aangepast aan de nieuwe omstandigheden.

Uit deze ervaringen zijn drie leerpunten te halen die de moeite waard zijn om mee te nemen in de post-coronatijd. Niet spectulair, maar zoals vaker het geval was in de afgelopen jaar: de herontdekking van de eenvoud.

1. de vrijheid van wandelpastoraat

Niet op bezoek, maar wandelen. Je mag elkaar aankijken, maar het hoeft niet. En de beweging van het lichaam, geeft ruimte van de ziel om zich uit te spreken. De wandeling is publiek, en het kan zomaar zijn dat iemand zich in het gesprek mengt. Dat kan onderbrekend zijn, maar het kan het contact ook openen naar anderen. En het is zichtbaar dat oplopen met een pastor, ook met een pastor in opleiding, bij het gewone leven hoort en niet vreemd of bijzonder is. Maar de pastores met een hond, die wisten dat natuurlijk al lang: ‘neem een hond, en je voert de mooiste gesprekken’.

2. de beslotenheid van telefoonpastoraat

Het andere uiterste van wandelen, is de telefoon. Het pastoraat per telefoon is tijdens de pandemie opnieuw ontdekt. Niet zelden merkten pastores dat een telefoongesprek een eigen beslotenheid heeft. In sommige gevallen bleek dat het pastoranten de gelegenheid gaf om meer te vertellen en dieper te gaan in het gesprek dan zij durfden bij een normale ontmoeting. De telefoon verbergt. En in die verberging ziet ook beslotenheid en veiligheid. Pastoraat per telefoon is dan meer iets van een luisterend oor dan van een opmerkzaam oog. De telefoon blijkt een goede balans te geven tussen nabijheid en distantie.

3. het geschenk van het ‘huisbezoek’

Vanouds is in het protestantse pastoraat het ‘huisbezoek’ een beproefde praktijk: de pastor bezoekt huisadressen. Dat bezoeken is vaak in letterlijke zin ‘op bezoek gaan’, maar het huisbezoek staat vooral voor het initatief dat uitgaat van de pastor om contact te leggen. Dat initiatief wordt in een tijd waarin zich ongevraagd mensen aan onze deur bevinden om iets te verkopen, niet altijd vertrouwd.

… zoals vaker het geval was in de afgelopen jaar: de herontdekking van de eenvoud

De pandemie verlaagde de drempel om gewoon maar eens contact te zoeken en de vraag te stellen: hoe gaat het, houden jullie het vol en hoe staat het met je geloof? Dat initiatief vanuit een geloofsgemeenschap is een belangeloos aanbod. Ook als het ‘huisbezoek’ telefonisch of per WhatsApp plaatsvindt.

Goede praktijken bewaren

Anderhalf jaar pastoraat op anderhalve meter. Het is nu de tijd om goede praktijken vast te leggen en te delen. De vrijheid die wandelpastoraat geeft, de beslotenheid van het contact via de telefoon, en de acceptatie om elkaar te vragen naar hoe het er voorstaat in het leven en in de betrekking met God. Waar deze verhalen in gemeenten en in pastorale teams gedeeld worden, is het mogelijk ze wat langer te bewaren en ook na de anderhalvemeter-tijd om te zetten in een vruchtbare pastorale praktijk waarin fysieke afstand helpt om elkaar geestelijk nabij te zijn.

Pastoraat en distantie

Theo Pleizier

Welke lessen zijn er uit de Corona-pandemie te trekken voor het pastoraat? Kerken en pastores stonden in de overleefstand. Lockdowns en de anderhalvemetersamenleving legden beperkingen op, maar dwongen ook tot creativiteit. Hoe heeft de fysieke afstand het pastoraat beïnvloed en wat kunnen we daarvan meenemen de toekomst in?

Verder lezen
Laad meer Theologenblogs

Opener dan ooit

In dit bevlogen boek richt Tim Vreugdenhil zich tot iedereen die nadenkt over hoe we na de coronacrisis weer kunnen opstaan. Kan de kerk daarbij helpen? Zeker! Als kerken tenminste zelf ook in beweging komen.De auteur kiest vijf velden waarop er voor kerken voldoende ontwikkelingspotentieel is: spiritualiteit, innovatie, inhoud, community en communicatie. Hij maakt er een spannende ontdekkingstocht van, met kritische vragen en wenkende perspectieven. Een boek voor wie hoopvol of sceptisch is over de kerk – of beide.

opener dan ooit

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken