Menu

Basis

Eeuwig zwerven en geen grond om op te wonen

De legende van ‘de wandelende jood’

Der Wandernde Jude van Gustave Doré
Der Wandernde Jude van Gustave Doré. Wikimedia Commons: https://de.wikipedia.org/wiki/Ewiger_Jude

Jezus draagt zijn kruis naar de executieplek Golgotha. Onderweg stopt hij bij een huis, klopt aan en vraagt of hij daar mag uitrusten. De bewoner, die joods is, weigert en bespot Jezus wanneer deze verder moet gaan. Jezus zegt daarop: “Vanaf vandaag zul je tot in eeuwigheid wandelen”. De man is zó onder de indruk dat hij later naar Golgotha gaat om alsnog het kruis voor Jezus te dragen, maar hij is te laat. Sindsdien zwerft hij, zonder te sterven, over de aarde rond zonder een woonplaats te vinden, als straf voor zijn onbarmhartigheid. Hij is ‘de wandelende jood.’

Dit is een korte en samengevatte versie van het verhaal over ‘de wandelende jood’. Er zijn vele versies en verschillende tradities, maar de hierboven beschreven korte versie is de meest voorkomende.

‘De wandelende Jood’ is een legendarische figuur uit de Europese folklore en christelijke mythologie. Het personage heeft door de eeuwen heen verschillende namen en verschijningsvormen gekend, maar de meest voorkomende naam is Ahasverus.

Oorsprong van de legende

De oorsprong van de legende is niet precies bekend, maar het verhaal begon zich rond de 13e eeuw in Europa te verspreiden. De oudste bekende schriftelijke versie komt uit een kroniek van een onbekende cisterciënzer monnik, die het verhaal opschreef in 1223. Een pelgrim zou ‘de wandelende jood’ hebben gezien. De jood zou tegen zijn broeder-jood Jezus hebben gezegd: ‘Ga, opdat je dat krijgt, wat je verdiend hebt.’ Christus antwoordde vervolgens: ‘Ik ga, en jij moet blijven tot Ik terugkom.’1

Een andere oude bekende versie van het verhaal werd opgetekend door de Franse monnik Roger van Wendover in zijn kroniek ‘Flores Historiarum’ in 1228. Hij schrijft over een aartsbisschop, die portier van Pilatus geweest zou zijn, en door Jezus was vervloekt omdat hij Jezus had gemaand sneller te lopen. Jezus zou hebben gezegd dat de man zou moeten lopen tot hij weer terugkwam. De portier werd later gedoopt en wachtte op de wederkomst van Jezus. Elke honderd jaar kreeg hij weer de leeftijd van het moment van de vervloeking.

Wie nog meer over de ontstaansgeschiedenis van deze legende wil lezen kan terecht bij de prachtige en goede beschrijving van Natasja Leest, in de bundel over folklore, genaamd Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes (1997).

tekening van De Wandelende Jood
De wandelende Jood. Afbeelding uit Chrysostomus Dudulaeus, Augsburg, 1618.

Culturele invloed

De legende van de wandelende Jood heeft een diepe culturele en literaire invloed gehad. Het personage verschijnt in tal van literaire werken, waaronder gedichten, romans en toneelstukken. Bekende auteurs die het verhaal hebben verwerkt zijn onder andere:

  • Goethe, in zijn gedicht Der Ewige Jude (1774?).
  • Eugène Sue, in zijn roman Le Juif errant (1844-1845).
  • Matthew Gregory Lewis, in zijn gothic novel The Monk (1796).
  • Henryk Sienkiewicz in zijn roman Quo vadis? (1895)

Daarnaast komt hij ook in de sciencefictionliteratuur voor. Zo vinden we hem veelvuldig terug in de twee prachtige en angstaanjagende boeken van de (katholiek) schrijver Walter M. Miller jr. (1923-1996), A Canticle for Leibowitz (1959) en Saint Leibowitz and the Wild Horse Woman, afgemaakt door Terry Bisson (1997). Daarin beziet hij hoe de mensheid de wereld steeds weer vernietigt.

Deze gedwongen zwerftocht symboliseert een volledige ontworteling en het verlies van een thuisbasis of grond

De legende van de wandelende Jood heeft ook zijn weg gevonden naar de Nederlandse literatuur en cultuur. De toneelschrijver Herman Heijermans (1864-1924) maakte een toneelstuk in één acte, genaamd ‘Ahasverus’ (1893). Frederik van Eeden (1860-1932) gebruikte het thema van de wandelende jood in zijn boek De broeders. Tragedie van het recht (1894). Een ander voorbeeld is August Vermeylens ‘de wandelende jood’ (1905) waarin de hoofdpersoon Ahasverus symbool staat voor de zoekende mens. Hij is telkens bezig met het ‘waarom’ van het leven.

Ook heeft de legende invloed gehad op kunstwerken, muziek en zelfs films – vooral in het eerste kwart van de twintigste eeuw.

Der Wandernde Jude van Gustave Doré
Der Wandernde Jude van Gustave Doré. Wikimedia Commons: https://de.wikipedia.org/wiki/Ewiger_Jude

Opvallend is, in veel van de culturele verwerkingen, dat ‘de wandelende jood’ niet zozeer gaat over de legendarische figuur Ahasverus in de directe context, maar dat hij veeleer functioneert als een allegorie voor thema’s zoals eeuwige straf, boetedoening en de menselijke conditie.

‘De wandelende jood’ en ‘grond’

De wandelende Jood is ook gezien als een symbool voor de diaspora van het Joodse volk, wat tot verschillende interpretaties heeft geleid door de geschiedenis heen. Echter, het verhaal heeft ook controverses opgeroepen vanwege antisemitische ondertonen, waarbij de figuur werd gebruikt om negatieve stereotypes over Joden te verspreiden. Zo is dat te zien in diverse Nazi-propaganda. In 1938 was er in 1938 zelfs een tentoonstelling over ‘Der ewige Jude’.

The Eternal Jew. Poster voor de tentoonstelling
The Eternal Jew. Poster voor de tentoonstelling, 1937. Wikimedia Commons: https://en.wikipedia.org/wiki/The_Eternal_Jew_(art_exhibition)

Waarom dit artikel in een Schrift-nummer over grond? Zoals genoemd, is ‘de wandelende jood’ gedoemd om door de tijd en over de hele wereld te trekken, getuige te zijn van de menselijke geschiedenis en de veranderingen in de wereld zonder ooit rust te vinden.

Dat betekent dat hij ook geen rustplaats heeft. Hij zwerft de wereld rond en heeft geen ‘vaste’ grond.

Er zijn enkele lagen in deze legende te vinden in relatie met het thema ‘grond’.

De Wandelende Jood is gedoemd om eeuwig rond te zwerven, zonder ooit een vaste verblijfplaats te hebben. Deze gedwongen zwerftocht symboliseert een volledige ontworteling en het verlies van een thuisbasis of grond. Dit staat in schril contrast met de menselijke behoefte aan een thuis of een plek van geborgenheid, en benadrukt het belang van verbondenheid met een specifieke plek of grond. Ahasverus’ eeuwige zwerftocht kan gezien worden als een metafoor voor mensen of gemeenschappen die gedwongen worden hun land te verlaten, zoals vluchtelingen of nomaden. Deze ontworteling leidt tot een gevoel van verlies en ontheemding. In veel culturen staat de grond symbool voor stabiliteit, zekerheid en identiteit. De legende van ‘de wandelende jood’ speelt met dit thema doordat het een personage introduceert die deze stabiliteit en zekerheid niet kan ervaren.

De voortdurende reis van de ‘wandelende jood’ zonder een vaste verblijfplaats staat ook symbool voor een verlies van identiteit en stabiliteit. De grond waarop Ahasverus staat is nooit van hem en biedt geen bescherming of zekerheid. De vervloeking kan worden gezien als een verbanning uit de heilige grond van Jeruzalem of het Heilige Land, wat weer een diepere spirituele en religieuze ontkoppeling symboliseert. Overal waar ‘de wandelende jood’ heen gaat, is tijdelijk, wat de vergankelijkheid en de vluchtigheid van het bestaan benadrukt, in tegenstelling tot de grond die normaal gesproken staat voor iets blijvends en vruchtbaars.

Door zijn eeuwige zwerftocht benadrukt de legende het belang van grond als symbool voor thuis, verbondenheid en continuïteit, en laat het zien wat het betekent om deze essentiële aspecten te missen

De menselijke geschiedenis is nauw verbonden met de grond, niet alleen als bron van voedsel en overleving, maar ook als onderdeel van culturele en historische identiteit. De legende benadrukt een loskoppeling van deze verbinding.

De eeuwige zwerftocht

‘De wandelende jood’ is niet in staat om zich te verbinden met de grond op een manier die anderen wel kunnen. Hij blijft een buitenstaander, hij is immers niet in staat om deel te nemen aan het normale menselijke leven dat diep verankerd is in de aarde. De grond waarop wij leven is een getuige van geschiedenis en gebeurtenissen. Maar de voortdurende beweging van Ahasverus betekent dat hij geen deel uitmaakt van de geschiedenis van een bepaalde plek. Hij is een eeuwige toeschouwer zonder invloed op of deel uit te maken van de grond waarop hij loopt.

De legende van ‘de wandelende jood’ dient als metafoor voor menselijke rusteloosheid, eeuwige straf en de zoektocht naar verlossing. Het heeft op verschillende manieren een relatie met het thema ‘grond’. Het vertelt een verhaal van ontworteling, verlies van identiteit en stabiliteit, en een verstoting uit heilige en betekenisvolle plekken. Door zijn eeuwige zwerftocht benadrukt de legende het belang van grond als symbool voor thuis, verbondenheid en continuïteit, en laat het zien wat het betekent om deze essentiële aspecten te missen.

Ruben van Wingerden is onderzoeker aan de Tilburg School of Catholic Theology, Departement Bijbelwetenschap en Kerkgeschiedenis.


  1. Natanja Leest, ‘De wandelende jood,’ in Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties. Redactie door Ton Dekker, Jurjen van der Kooi, Theo Meder (Nijmegen: SUN, 1997), 401. ↩︎

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken