Elia, Johannes en Jezus
Lieve Teugels vergelijkt de rollen die Elia in Rabbijnse literatuur krijgt toebedeeld en de manieren waarop in het Nieuwe Testament naar Elia verwezen wordt, zowel met het oog op Johannes als met het oog op Jezus.
Lieve Teugels vergelijkt de rollen die Elia in Rabbijnse literatuur krijgt toebedeeld en de manieren waarop in het Nieuwe Testament naar Elia verwezen wordt, zowel met het oog op Johannes als met het oog op Jezus.
Johan Lotterman schreef voor de Israëlzondag een preekschets over Deuteronomium 6:1-3. In deze tekst verbindt hij Gods verbond aan het volk Israël, niet aan de staat.
Niet alleen de verhalen, ook de letters waarmee ze opgetekend zijn, kunnen inspiratie bieden. Aan de hand van joodse mystici schilderde Ruud Bartlema zijn visie op de letter waarmee leven begint.
De Samaritanen vormen een vaak niet geziene groep in de samenleving van de Levant. Er zijn allerlei pogingen gedaan hen zwart te maken. Ze zitten dicht op de Joden en misschien is dat wel een reden dat men niet samen optrok. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament is al dan niet letterlijk verwoord dat Joden en Samaritanen niet met elkaar omgaan. Daar moet een verhaal achter zitten.
Recensie van Wie is de mens? door Abraham J. Heschel.
Het is goed om tot jezelf te komen, maar pas samen met anderen kom je tot je recht. Shoshannah Brombacher licht dit toe met enkele voorbeelden uit het jodendom en met een kunstwerk van haar hand.
In deze rubriek komen (chassidisch) joodse parabels en wijsheden, sprookjes en legenden aan de orde die vaak bijzondere levenslessen bevatten. Goochem is een leenwoord uit het Jiddisch: slim, geslepen. Verwant aan de Hebreeuwse woorden chacham (wijs mens) en chochmah (wijsheid).
Sommige lezers openen een boek, bekijken de inhoudsopgave, lezen het begin en bladeren daarna door tot aan het slot. Zij willen weten hoe het verhaal afloopt of het betoog eindigt. Het loont om dat ook bij het boek Amos te doen. Het begint immers met grimmige beelden en harde woorden van een tegen Israël boze brullende JHWH (1:2–3:2). Die blijken zich in het hele geschrift onafgebroken door te zetten. Het is bijzonder interessant te kijken hoe het aan het einde met dit kwaad volhardende Israël afloopt. Het eindigt met nauwelijks te geloven mooie en euforische beelden (9:11-15)! Kan of moet Amos nu gekwalificeerd worden als een onheils- of een heilsprofeet?
De term ‘Septuaginta’ verwijst naar de Griekse vertalingen van joodse religieuze teksten die tussen de derde eeuw voor Christus en de tweede eeuw na Christus tot stand kwamen. In een tijdsspanne van vijf eeuwen werd elk boek uit de Hebreeuwse Bijbel diverse keren naar het Grieks vertaald. Sommige boeken werden ook rechtstreeks in het Grieks geschreven. Strikt genomen is de naam ‘Septuaginta’ enkel van toepassing op de oudste Griekse vertaling van de Tora. Bij uitbreiding wordt de term echter vaak gebruikt voor het geheel van Griekse teksten dat voor zowel Grieks-sprekende joden als vroege christenen de Schrift was. Ook de profetische boeken Amos en Micha werden door veel joden en christenen in de oude wereld in het Grieks gelezen.