Jezus’ boodschap serieus nemen
In het afgelopen najaar startte in Amerika een dure reclamecampagne om – plat gezegd – Jezus weer wat beter in de markt te zetten. Niet minder dan 100 miljoen dollar was daarmee gemoeid. De campagne zou Jezus moeten ontdoen van het imago van zijn volgelingen. Het idee er achter is dat Jezus teveel verdwijnt achter wat allerlei mensen van Hem maken. Een van de mensen achter de campagne zei het als volgt: ‘Ons doel is om een stem te geven aan de opgekropte frustratie van gelijkgestemde Jezusvolgelingen. Volgelingen die in de kerkbanken zitten en daarbuiten, die klaar zijn om de naam van Jezus terug te eisen van degenen die Hem misbruiken om anderen te oordelen, te beschadigen en uiteen te drijven.’
Jezus went nooit
Dat is stevige taal, maar we kunnen we ons er wellicht wel iets bij voorstellen. De naam van Jezus klinkt op allerlei manieren en in allerlei toonaarden. Zijn naam wordt achteloos als stopwoord gebruikt. We kunnen hem ook voor ons karretje spannen. Maar wie is Hij nu werkelijk en wat heeft Hij ons te zeggen? Dat is helemaal niet zo eenvoudig onder woorden te brengen. Jezus ontglipt ons altijd weer, Hij went nooit, zou je kunnen zeggen. Voorzichtigheid en schroom passen ons. We krijgen Hem niet zo maar aan onze kant. De auteurs van Samen Jong benadrukken dat zijn boodschap bepaald niet doorsnee is. En ze zoeken ook gemeenten waarin Jezus’ woorden volop serieus worden genomen en jong en oud zich toebuigen naar Hem en naar de weg die Hij wijst.
Leren je vijanden lief te hebben
Dat lijkt uiteraard een open deur, want wat is een kerk zonder Jezus? Maar die deur blijkt misschien toch wel wat minder ver open te staan als we ons verdiepen in de radicaliteit van zijn boodschap. De Lutherse predikante Nadia Bolz-Weber (USA) schreef in haar boek Vrijspraak voor losers onder andere dit: ‘Ik heb nooit helemaal begrepen hoe het christendom ooit zo tam en keurig heeft kunnen worden, gezien haar oorsprong bij dronkaards, prostituees en tollenaars.’ Ze stichtte een nieuwe kerk die toegankelijk was voor mensen die in onze middenklasse gemeenten vaak niet te zien zijn. Het is een warme plek voor mensen aan de rand van de samenleving, aan lager wal geraakt, de weg kwijt. Zo nam ze de woorden van Jezus serieus.
Ik geef nog een ander voorbeeld. Christelijke kerken in moslimgebieden hebben het vaak niet zo eenvoudig. Ze hebben meer dan eens te maken met vijandschap. Een aantal van die kerken vroeg zich af: hoe zijn we in deze omgeving werkelijk gemeente van Christus?
En toen kwamen ze uit bij Jezus’ radicale woord: ‘heb je vijanden lief’. Mensen die lid willen worden van de gemeente, hoeven dat nog niet te kunnen, maar moeten dat wel willen leren. Liefde voor de vijand komt ons bepaald niet aanwaaien, maar de gemeente is wel een plek waar je dat zou kunnen leren. Je kunt met zo’n heel concrete uitdaging niet meer spreken van een tamme en keurige gemeente, want het gaat echt ergens over. Je wordt als gelovige enorm uitgedaagd, uit je comfortzone getrokken.
Een pittige boodschap
De Britse filosoof en auteur van onder andere de Narnia boeken, C.S. Lewis, adviseerde mensen die op zoek waren naar een comfortabel leven om zich verre te houden van het christelijk geloof. ‘Blijf er uit de buurt’, waarschuwde hij, ‘want het is een heel ongemakkelijke godsdienst.’ Maar zou het kunnen zijn dat jonge mensen in de kerk toch iets van dat ongemakkelijke willen zoeken?
Het Amerikaanse Growing Young onderzoek wees uit dat hier een belangrijke sleutel ligt. In 40% van de interviews vertelden jongeren dat de kerk voor hen aantrekkelijk is omdat ze in hun gemeente worden uitgedaagd. Ze willen in de kerk dingen horen die ze op andere plekken niet horen. Het moet echt ergens over gaan in de kerk. Ze willen weten wat Jezus voor het leven hier en nu kan betekenen. Denk aan het populaire armbandje ‘What would Jesus do?’
Alle zes de waarden zijn van groot belang, maar het serieus nemen van Jezus’ woorden is wel de as waar de anderen om heen cirkelen. In een tekening in het boek vormt deze waarde het centrale tandwiel waar de anderen op draaien. Niels de Jong – gemeentestichter in Rotterdam – zei het op basis van eigen onderzoek al weer even geleden als volgt: ‘De twintiger/dertiger van nu vraagt om een helder verhaal en een pittige boodschap.’
Zwijgen over geloof
Nu betekent dat niet dat er maar één Jezus-verhaal is. Kerken leggen vaak verschillende accenten binnen de brede boodschap van Jezus. De een wat meer politiek, de ander meer gericht op de binnenkant van ons leven, een derde op de relaties met mensen direct om ons heen. Maar wat ze blijkens het Growing Young onderzoek dus gemeenschappelijk hebben is de doorwerking van Jezus’ boodschap in de levens van mensen.
Maar hier komen we wel op een gevoelig punt. Niet dat er geen doorwerking in de gemeente zou zijn. Integendeel, er is veel oprecht verlangen onder gemeenteleden om volgeling van Jezus te zijn. We zien ook prachtige voorbeelden van levens die gestempeld zijn door de Geest van Jezus. Maar we vinden het vaak niet zo gemakkelijk iets te delen over hoe wij als leerling van Jezus leven en willen leven. Daar wordt in de gemeente vaak helemaal niet zo veel over gesproken. Voor een deel is die schroom ook gezond. We moeten met ons leven en ons geloof niet te koop willen lopen. Er is iets als eerbiedig zwijgen.
Maar het boek Samen Jong ziet hier ook een groot gevaar: ‘de grootste reden voor het loslaten van het geloof door jonge mensen blijkt niet zozeer de (geloofs-)twijfel zelf te zijn, maar het zwijgen over dat geloof en de twijfels.’ (p. 53)
Getuigen en buddy’s gezocht
Daar ligt dus een enorme uitdaging. Kunnen we gemeenten scheppen waarin het gewoon wordt dat oudere leerlingen iets over hun geleerde lessen kunnen delen met jongere leerlingen? Dan gaat het uiteraard niet om perfecte en afgeronde betogen, maar om integere en eerlijke verhalen over vallen en opstaan op de weg van de navolging. Kunnen we komen tot gemeenten waarin jongeren een oudere buddy, coach, mentor of hoe je hem of haar ook zou willen noemen kunnen krijgen om samen op te trekken als ‘mensen van de Weg’?
Ik vind die laatste woorden altijd weer een prachtige aanduiding voor christen-zijn. We komen de uitdrukking tegen in het boek Handelingen. De eerste christenen worden daar ‘mensen van de Weg’ genoemd. Dus niet van de zitplaats, maar van de Weg. Ze zijn onderWeg, in het spoor van Jezus. Sommigen zijn al decennialang onderWeg, anderen nog maar kort. Wat zou het een zegen zijn voor elke gemeente als zij samen een stukje zouden kunnen oplopen om te delen wie Jezus voor hen is en hoe Hij hun wandel en handel mag kleuren.
Gespreksvragen
- Als iemand van buiten de kerk u vraagt wie Jezus (voor u) is, in welke richting gaat uw antwoord dan? Zou u ook concrete voorbeelden kunnen geven hoe Jezus uw leven kleurt?
- Is er in uw gemeente ruimte voor persoonlijke getuigenissen over hoe mensen de weg van de navolging van Jezus gaan?