Jezus’ zelfgave voor één mensheid
In de teksten voor deze zondag gaat het op verschillende manieren over eenheid en afgesplitst-zijn, over verdeeldheid en verbondenheid.
In de teksten voor deze zondag gaat het op verschillende manieren over eenheid en afgesplitst-zijn, over verdeeldheid en verbondenheid.
Van de vijfde zondag van Epifanie tot en met de achtste biedt het Gemeenschappelijk Leesrooster een doorgaande lezing van 1 Korintiërs 15.
‘Jezus weende’ – het is de kortste en misschien ook de krachtigste Bijbeltekst. We zien in Johannes 11 de emoties van Jezus.
Psalm 37 is is een abecedarium, waarbij steeds een volgende letter van het alfabet aan het begin van een tekstregel staat.
‘Heer, als U hier geweest was…’. ‘Heer, ik geloof dat U de Messias bent’. Twee zinnetjes:
verwijt en geloof gaan bij Marta hand in hand.
Er is een lied dat zo begint: ‘Dat een nieuwe wereld komen zal, waar brood genoeg en water stroomt voor allen.’
‘Wij zijn nog in leven!’ Deze dankbare ontboezeming had zomaar uit de mond van Jezus’ vriend Lazarus kunnen komen na zijn wonderbaarlijke opwekking uit de dood. Maar Lazarus houdt zijn mond stijf dicht. Hij zegt geen woord. Deze heerlijke verzuchting hebben we te danken aan de profeet Jeremia (Klaagliederen 3:22). Aan hem die omwille van zijn roeping vele smarten, verdachtmakingen, onheuse bejegeningen moest ondergaan – omdat hij ongenadige kritiek leverde op de religieuze en politieke leiders rondom Jeruzalem en de tempel – worden vijf klaagliederen toegeschreven. Een opmerkelijk aantal: voor elke Tora-rol één.
In de krant lees ik over twee boeken, één van Joyce Rondaij, getiteld Primo Levi na God – Verhalen van een nieuwe Bijbel: hoe kunnen we spreken over God na Auschwitz?, en het andere, onder redactie van Cees Dekker: Alle verstand te boven – 22 wetenschappers over hun leven, werk en God. In de bespreking van dit laatste boek staat dat het niet onzinnig is om te geloven in iets wat niet bewezen kan worden.
In Lucas 4 maakt onze Heer en Redder Jezus Christus het onmogelijk om enkel zijn sympathisant of bewonderaar te zijn. De middenweg tussen verachting en aanbidding sluit Hij af. Conflictmijdend kun je Hem in ieder geval niet noemen. Hij is gekomen ‘opdat de gezindheid van vele harten openbaar zal worden’ (2:35). Steeds weer staan we voor de keuze: of Jezus uit onze wereld verdrijven, of Hem aanbidden. De gematigde tussenpositie blijkt onhoudbaar.