Over een andere boeg
Na de opstanding van Jezus worden de leerlingen verrast door een wonderlijke visvangst. Met nieuwe moed kunnen ze verder, de wereld in. Wat is de betekenis van de volle netten? Hoe vist de Kerk in onze tijd?
Het verhaal uit het Johannesevangelie speelt zich af na de opstanding van Jezus. De leerlingen zijn terug in Galilea bij het meer van Tiberias. Ook na Pasen gaat het leven verder. Even lijkt alles weer als voorheen. Is er dan niets veranderd? ‘Ik ga vissen’, zegt Simon Petrus. Het klinkt als een daad uit verveling. De anderen gaan mee. Maar de hele nacht vangen ze niets. Dan verschijnt Jezus. Hij roept hen toe dat ze hun net aan de rechterkant moeten uitgooien. Ze vangen zoveel vis dat ze het net niet omhoog kunnen trekken. Op dat moment herkennen ze Jezus: ‘Het is de Heer’.
Vissers
De eerste leerlingen van Jezus zijn vissers, zo lezen we in de andere evangeliën. Aan de rand van het meer roept Jezus om Hem te volgen. Een aantal evangelisten spreekt consequent over de ‘zee’. Het benadrukt de duistere kant van water, die van chaos en dood. Het beeld neemt ons mee naar het begin van de schepping, toen het Woord van God nog niet geklonken had. ‘De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed…’.
Aan de rand van de zee van chaos en dood roept Jezus de leerlingen om vissers van mensen te worden. De wereld is gevuld met mensen die dreigen te verdrinken in onrecht, eenzaamheid, verdrukking, geweld of verdriet. Een zee aan mensen ervaart dit leven als woest en doods, alsof God het Woord nog niet genomen heeft. Vissers van mensen trekken de ander omhoog uit de ellende. Zij geven handen en voeten aan het scheppende Woord van de Eeuwige. Een taak ten leven!
De hele wereld
De evangelist Lucas verbindt de roeping van de eerste leerlingen met een wonderlijke visvangst. Net als in het Johannesverhaal hebben ze de hele nacht niets gevangen. Op aanraden van Jezus gaan ze naar dieper water. Daar vangen ze zoveel vis dat ze de hulp van een andere boot moeten inroepen. In het evangelie van Lucas begint Gods toekomst bij de Joden tot redding van alle volken. Immers, heel de wereld is van God. Jezus stapt in de boot van de Jood Simon, maar voor het binnenhalen van de overvolle netten is de andere boot onontbeerlijk.
Er is de eeuwen door veel gespeculeerd over de 153 vissen uit het Johannesverhaal. De een zegt dat het een simpelweg een recordaantal is; de ander komt met getallensymboliek tot grotere conclusies. Waar alle speculaties uiteindelijk over eens zijn, is dat de veelheid verwijst naar volheid. De hele wereld wordt gevangen, ten leven.
Over een andere boeg?
In een krimpende kerk kan de kramp toeslaan. Verhalen over grote vangsten kunnen ons jaloers maken. Vissen wij verkeerd? In dat haast onmachtige gevoel willen kerken het net nog weleens over een andere boeg gooien. Helaas gaat het dan geregeld enkel over de vorm. Het ‘publiek’ wil iets anders. Om de kerk weer te vullen, wordt alles uit de kast gehaald. Maar de kerk is niet het doel, maar enkel middel. Het doel is mensen redden ten leven!
Jezus zegt de leerlingen hun net aan de rechterkant van het schip uit te gooien. Dat is iets anders dan: over een andere boeg. De rechterkant is eerder de rechte wijze. De leerlingen gingen vissen als vanouds, alsof er niets veranderd was. Zo komen ze terug in de werkelijkheid van vóór Jezus en lukt het hen niet in de duisternis van de nacht de naaste te vinden en te redden. Ze hebben Jezus nodig, vleesgeworden scheppend Woord, die hen leert wat de rechte wijze van vissen is. Niet om de kerk te vullen, maar om mensen te redden uit nood en dood. Ten leven!
Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat, city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.