Menu

Premium

Preekschets Zacharia 1:2-3

De toorn van de HEER heeft jullie voorouders getroffen. Zeg nu tegen het volk: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Keer terug naar mij, dan zal ik naar jullie terugkeren – zegt de HEER van de hemelse machten.”

Zacharia 1:2-3

Schriftlezing: Zacharia 1:1-6 en 1 Petrus 1:22-25

Zie ook

Het eigene van de zondag

We leven in de eerste weken van een nieuw kerkelijk seizoen. Als voorganger kun je geweldig opzien tegen alle activiteiten die weer gaan plaatsvinden. Maar geldt dat ook niet voor veel gemeenteleden? We kunnen de vraag stellen: Waar doen we het allemaal voor? Ook al behoren we in de kerk niet resultaatgericht te zijn, we stellen onszelf en elkaar binnen de gemeente de vraag: Wat willen we samen bereiken? Of dieper: Wat vraagt God van ons? Op deze zondag luisteren we uitdrukkelijk naar Zijn stem, zoals de profeet Zacharia die in zijn dagen tot klinken heeft gebracht.

Uitleg

Iets beginnen lukt meestal nog wel. Iets afmaken is een stuk lastiger. Dat ervaren de teruggekeerde ballingen bij de herbouw van de tempel (Ezra 1:1–3). Het joodse volk wordt geconfronteerd met tegenstand van Samaritanen (Ezra 4). De bouwwerkzaamheden komen stil te liggen. De God van Israël spreekt eerst door de mond van de profeet Haggai (herbouw dit huis) en zendt vervolgens Zacharia rond het jaar 520 v. Chr. met een indringende boodschap. Zacharia is bij ons vooral bekend als ontvanger een aantal indrukwekkende visioenen. In de eerste zes verzen van Zacharia 1 klinkt het thema van het hele Bijbelboek.

De openingszin waarmee God de aandacht vraagt van het joodse volk in die dagen is indringend: De HERE is zeer toornig geweest op uw vaderen. Het lijkt alsof Zacharia in Gods naam de open zenuw van de pijn uit het verleden doelbewust raken wil. Ineens is het volk klaarwakker. Wie spreekt daar tot hen? Een jonge man met een betekenisvolle naam: Zacharia, de HERE gedenkt/is gedachtig geweest. Wij mensen willen donkere bladzijden uit het verleden graag snel vergeten. Zacharia roept de geschiedenis van het voorgeslacht juist op om ervan te leren. De eeuwen door heeft God zijn woorden gesproken tot zijn volk. Talloze profeten fungeerden als Gods mond. En ook toen al klonk de oproep tot omkeer. Maar de woorden troffen geen doel (vs. 6) Er werd althans niet geluisterd of er werd geen acht op geslagen (vs. 4).

In vers 3 klinken zowel een bevel als een belofte. Wat opvalt in het bevel – bekeert u tot Mij – is dat God voluit partij is: tot Mij! De te herbouwen tempel is zijn huis. Het ging en gaat om een persoonlijke relatie met God (Jeremia 31:18b) De naam van God in de mond nemen zonder Hem van harte te dienen – slechte wegen, slechte daden, vers 4 – was praktijk bij het voorgeslacht en dreigt praktijk te worden van de teruggekeerde ballingen. Dat gevaar is er bij ons wellicht ook. Juist op deze startzondag kunnen we ons afvragen of onze woorden stroken met onze omgang met God. In de kerk zullen de hoorders van het Evangelie wel eens merken, dat woorden van een predikant weliswaar geijkt zijn, maar niet voortkomen uit een hart dat geraakt is door de kracht van het Woord van God.

Gods bevel is in de tekst onlosmakelijk verbonden aan zijn belofte: dan zal Ik naar u terugkeren. Het is de rode draad van de Bijbel: bevel en belofte. Straks wordt in de visoenen Gods belofte heel concreet. En in en na de door Petrus gehouden preek op de Pinksterdag vervult God Zijn belofte op verrassende wijze. Zo kreeg het volk Israël weer moed om de herbouw van de tempel te voltooien.

Ten slotte is het goed te letten op de wijze waarop God Zich in die fase van de geschiedenis van Israël openbaart: de HERE der heerscharen. Vanuit zijn hemels heiligdom legt God de verbinding met wat zich op de aarde voltrekt. Zijn almacht en de zwakte van zijn volk blijken goed samen te gaan. De naam HERE der heerscharen komt veelvuldig terug in dit bijbelboek.

Aanwijzingen voor de preek

Iedereen kent wel mensen die je nooit recht in de ogen kijken als ze met je praten. Wellicht is het schaamte, of is het onoprechtheid? Voelt die ander dat er iets niet deugt in de communicatie? Soms zie je bij je gesprekspartner zelfs een afwerende houding. Het voelt niet plezierig.

Kunnen en durven wij God in de ogen te kijken? Er ligt soms zo’n afstand tussen wat we belijden en hoe we leven. God liefhebben met heel ons hart en met al onze krachten is ook een hele opgave. Laten we eerlijk uitspreken dat we er soms geen zin in hebben, het liefst eigen wegen gaan.

Zo is het veelvuldig gegaan met het volk Israël, sinds het door God uit Egypte is gebracht naar het beloofde land. Het lag niet aan Gods spreken. Het lag en ligt aan ons niet willen luisteren.

Zacharia is door God geroepen tot het volk te spreken. God wil niet dat het volk Israël – Gods oogappel (Zacharia 2:8c) verder leeft zonder Hem van harte te dienen. Daarin ligt dus ook een appèl met het oog op de start van het winterwerk in de gemeente. Waarom zijn wij zo druk met al die activiteiten? Hoort het er – lettend op de kalender – gewoon bij? Of verstaan we Gods verlangen, dat we Hem recht in de ogen leren kijken.

Israël moet lessen trekken uit haar geschiedenis. Paulus heeft het over ons ‘eertijds’ (Efeziërs 2:1–10). Hoe doen we dat, in onze 21e eeuw? Er is – zie Romeinen 3 – geen mens die God zoekt. We zijn “van nature” niet aangesloten op God en Zijn Koninkrijk. Het is belangrijk om ook bij de start van een nieuw seizoen intens te bidden om geopende oren. Door Gods Geest leren we te luisteren naar Gods bevel en leren we ons te laven aan zijn oprechte belofte! Geloven is antwoord geven op Gods beloven.

Kunnen wij onszelf bekeren? Verschuilen we ons wellicht achter de gedachte dat we dat niet kunnen? God wacht genadig op ons tot wij ons tot Hem wenden. Alles wat we dit nieuwe seizoen hopen te gaan doen is wat God betreft gestempeld door zijn hartelijke en dringende oproep om ons tot Hem te wenden. Let even op het scharnierwoordje in onze tekst: … dan … Dat moeten we niet horen als een voorwaarde, maar als een aansporing. God houdt ons voor ver-antwoord-elijk.

In de wereldgeschiedenis is er ook zo’n scharnier. In de tijdrekening van onze wereldgeschiedenis spreken we uitdrukkelijk over vóór Christus – na Christus. Dat scharnier heeft de vorm van een kruis! Jezus hing daar. Zijn woord is daad. En de vrucht? Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze aangenomen, Johannes 17:8a.

Ondertussen is de in de dagen van Zacharia herbouwde tempel verwoest. Het voorhangsel is gescheurd. Lof zij de God van Israël, de Heer, Die aan Zijn erfvolk dacht. Jezus’ offer was zo volkomen, dat zondaren van harte genodigd worden zich nu tot de HERE om te keren. In Christus Jezus mogen wij God recht in de ogen kijken. Dan gaat het gelden:

Het woord van liefde,
vrede en recht is in uw eigen mond gelegd,
is in uw eigen hart geschreven.
Rondom u klinkt de stem van God:
Vrijspraak, vertroosting en gebod,
vlak vóór u ligt de weg ten leven.

Gezang 7 : 4 LB

Ideeën voor kinderen en tieners

Je bent met een computerspelletje bezig. De game vraagt al jouw aandacht. Iemand vraagt wat aan je. Wat is luisteren dan moeilijk! ’t Is nog moeilijker als de persoon die wat aan je vraagt daarmee ook wat van je verlangt: te stoppen met je game en iets voor hem of haar te doen. Blijf je gamen of geef je gehoor aan degene die wat van je vraagt?

Liturgische aanwijzingen

De Psalmen zijn bij uitstek de liederen van Israël. Te denken valt aan Psalm 81:12 (OB), aan Psalm 74 en 80, aan de boetepsalmen, aan LB gezang 443 en aan LB gezang 449:1, 3 en 4

Geraadpleegde literatuur

  • Studiebijbel OT, Hosea – Maleachi

  • M. Brink-Blijdorp en R. Kuijper-Versteegh, De Koning in aantocht, z.p., z.j.

  • J. Westerink, Haggai en Zacharia, profeten van het Huis van God, z.p., z.j.

  • G.A. van de Weerd, De Profeet Zacharia, z.p., z.j.

  • A.H. Edelkoort, De profeet Zacharia, z.p., z.j.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken