Menu

Basis

Romeinse kruisiging een mannenstraf?

Kruisiging in genderperspectief

In recente kruisigingstudies van de afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de antieke praktijk van kruisiging. Er is ook aandacht gegeven aan antieke Joodse en christelijke percepties van kruisiging.[1] Deze kruisigingstudies besteden geen aandacht aan kruisiging bezien vanuit een genderperspectief. Er zijn wel genderstudies die kruisiging bespreken, maar daar komt het vaak niet verder dan dat kruisiging schaamtevol was, of dat het onmannelijk is.[2] Maar waarom precies? En waarom wordt er specifiek naar onmannelijkheid verwezen? Werden vrouwen dan niet gekruisigd? In dit artikel kijken we naar enkele aspecten van kruisiging die met gender te maken hebben. Eerst kijken we naar recent onderzoek en wat we daar vinden, daarna naar wie er werden gekruisigd. Kruisiging gaat altijd over mannen, toch? We verkennen enkele bronnen over gekruisigde vrouwen en wat dat zegt over gender en kruisiging.

Gender en kruisiging in recent onderzoek

Er is verschrikkelijk veel geschreven over mannelijkheid en Jezus – en kruisiging – maar ik licht er slechts drie studies uit. Als eerste, Colleen Conway’s Behold the Man uit 2008, wat zo’n beetje de katalysator van mannelijkheidsstudies in het Nieuwe Testament is. Haar boek behandelt ook Jezus’ kruisdood, hoewel niet apart. Het woord ‘kruis’ en ‘kruisiging’ komen vooral naar voren in de hoofdstukken over hoe Paulus en Marcus Jezus’ mannelijkheid verwoorden. Daarin zegt ze bijvoorbeeld over Jezus:

Although not anatomically a woman, he dies an unmanly death, of manly death [verwijzend naar de Grieks-Romeinse nobele dood, RvW] and the emasculating crucifixion are not ideas that are easily held together in the gendered ideology of the first century.[3]

In het hoofdstuk over Marcus concludeert Conway:

the Gospel does not depict a noble death, but instead presents Jesus as crying out in anguish, exposed and vulnerable.[4]

Daarbij speelt schaamte een grote rol (kijk naar Marcus 8:38).

Als tweede, in Jesus and Other Men uit 2018 schrijft Susanna Asikainen ‘For the ancient Greco-Roman people, crucifixion was utterly offensive and shameful… Physical torture was not the only reason why this death was so despicable. The public humiliation made it even more so. The condemned was crucified while naked, which further added to the shame. The inability to control one’s bodily boundaries, as well as the loss of power, made the condemned unmasculine.’[5]

Peter-Ben Smit, die ook in dit nummer van Schrift schrijft, geeft de meest recente inzichten. Zijn boek Mannen in Marcus. Gender in de oudste biografie van Jezus, heeft mij geïnspireerd om over gender en kruisiging na te denken.[6] Smit heeft een hoofdstuk gewijd aan kruisiging en mannelijkheid, en laat daarin zien hoe Marcus’ beschrijving van Jezus’ kruisiging alles op zijn kop zet, ook het denken over mannelijkheid. Daarvan willen we een en ander van samenvatten om daar vervolgens op voort te bouwen. Zoals al eerder opgemerkt laat de manier waarop je sterft iets zien van je mannelijkheid, zo ook in Marcus. Smit noemt kruisiging ‘de onmannelijke dood bij uitstek’[7]. Waarom? Smit noemt een aantal redenen: naast een langzame en pijnlijke manier van doden, is vernederen een belangrijk aspect. Dat is volgens Smit goed te zien aan wie er gekruisigd werden: slaven, opstandelingen en piraten:

Het ontnam hun iedere vorm van waardigheid, iedere macht over anderen en ook zichzelf en daarmee ook iedere vorm van mannelijkheid.[8]

Ook de praktijken voorafgaand aan kruisiging dragen bij aan onmannelijkheid: geselen, waarbij ‘je meest weerloze kant’ wordt gegeseld, en waarvan je de littekens je leven lang draagt. Romeinse staatsburgers mochten dan ook niet gegeseld worden. Naast de geseling was bespotting natuurlijk ook vernederend. In de evangeliën wordt Jezus niet alleen door soldaten bespot, maar ook door voorbijgangers en prominenten uit het Joodse volk. De soldaten spugen hem in zijn gezicht, geven hem een klap en bespotten hem met spot-kleding. Smit zegt over kruisiging terecht: ‘het maakte zulke mensen als leider en als man kapot.’[9] Smit noemt ook de wanhopige schreeuw van Jezus: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ (Marcus 15:34). Zoals genoemd zijn dit de ‘typische’ aspecten van wat Jezus niet mannelijk maakt in Marcus.

In Lucas en Johannes zien we echter een heel andere Jezus aan het kruis: veel meer beheerst. Jezus kan zelfs nog converseren met ofwel zijn mede-gekruisigden (Lucas 23:39–43) ofwel met zijn leerling (Johannes 19:25-27).

Wat Smits bijdrage echter uniek maakt, is zijn paragraaf ‘Verkrachting aan het kruis?’[10] Daarin oppert hij de mogelijkheid, op basis van ander onderzoek, dat het mogelijk is dat Jezus slachtoffer was van seksueel misbruik. Onderzoekers hebben gesteld dat kruisiging kan worden voorgesteld als verkrachting, en het is zelfs niet uit te sluiten dat Jezus is verkracht door de soldaten, als onderdeel van de publieke vernedering en de ultieme vorm van ontmannelijking. In een toekomstige bijdrage wil ik hier nog uitgebreider op ingaan, maar de Smits aanduiding is duidelijk: kruisiging is een vorm van ontmannelijking: alles wordt je afgenomen. Maar er is een curieus aspect dat in al deze beschouwingen over kruisiging níét wordt besproken. Was kruisiging alleen ontmannelijking? Of werden er ook vrouwen gekruisigd?

Wie werden er gekruisigd?

Wie naar de klassieke bronnen over kruisiging kijkt, krijgt niet veel te zien over wie er specifiek werd gekruisigd. Oude bronnen zijn zeer spaarzaam om over kruisiging te spreken. Dat kwam waarschijnlijk deels door de schaamte en de vernedering die rondom kruisiging hing. Terecht heeft Susanna Asikainen opgemerkt dat het verschil met bijvoorbeeld andere straffen enorm is.[11] Zo wordt in 4 Makkabeeën de dood van de Joden uitgebreid en met misselijkmakende details beschreven (4 Makkabeeën 5:16-38, 6:17-29, 9:15-12:19). De evangeliën zijn er uiterst kort over en de bekende Romeinse redenaar Cicero (1e eeuw voor Christus) noemde kruisiging ‘de wreedste en walgelijkste manier van terechtstellen’ (Cicero, Verr. 2.5.165), en ‘de meest extreme en ergste straf voor slaven’ (Cicero, Verr. 5.66.169). In Pro Rabirio 5.16 zegt Cicero: ‘Laat het woord kruis alleen al niet slechts ver verwijderd zijn van het lichaam van Romeinse burgers, maar ook van hun denken, hun ogen en hun oren.’ Cicero is niet de enige, zo zien we ook de Joodse Josephus (Bell. 7.200-203) en Philo (Flaccus 9.72) hun afkeer tegen kruisiging uitspreken. Bij Joden speelde ook nog eens mee dat een gekruisigde werd gezien als vervloekt door God, zie Deuteronomium 21:23b: ‘Want op een gehangene rust Gods vloek’ (NBV21).

Maar wie werden er nu eigenlijk gekruisigd? Terecht noemen vrijwel alle schrijvers slaven (de gekruisigde slaaf was een ‘typetje’ in Romeinse blijspelen, vooral bij Plautus (derde, tweede eeuw voor Christus)). Ook worden bandieten, oproerkraaiers en piraten terecht genoemd. Wat is de gemene deler wanneer je al deze genoemde bronnen induikt? Inderdaad, het zijn alleen maar mannen die genoemd worden. Ook worden er groepen gekruisigden genoemd, bijvoorbeeld de zesduizend slaven die onder leiding van Spartacus in opstand waren gekomen (71 voor Christus) of een deel van de Joodse bevolking in Alexandrië onder Aulus Avillius Flaccus in 38 na Christus. Of Vespasianus die tijdens de belegering van Jeruzalem in 70 na Christus velen kruisigde.

Gekruisigde vrouwen?

Zouden bij de groepen gekruisigden geen vrouwen zitten? Die teksten geven er in ieder geval geen blijk van. Was dat dan ook zo? Petronius (1e eeuw na Christus) laat in zijn Satyrica wel doorschemeren dat sommigen, in ieder geval een van zijn karakters, Lychas, vinden dat vrouwen wel gekruisigd kunnen worden (Petronius, Satyrica 113.2-3[12]). Dit ging om een welgestelde Romeinse vrouw, een matrone van Efeze, en dus geen slavin. Maar dit is meer een uiting van ongenoegen over de onfatsoenlijke handelingen van de vrouw dan van praktijk. Evenzo stelt een van de rovers in de roman De gouden ezel van Apuleus (2e eeuw na Christus) die de in de ezel-veranderde Lucius gevangenhoudt, dat een gevangen meisje genaamd Charite gekruisigd zou moeten worden (tertius patibulo suffigi iuberet; Apuleius, Metamorfosen 6.31). Daarnaast hebben we nog Plautus’ karakter Euclio die zijn slavin Staphyla dreigt te kruisigen (dedam…cruci) als ze niet opschiet (Plautus, Aulularia 58-59). Maar de teksten betreffen fictie. Hoewel teksten de realiteit reflecteren kun je uit deze teksten nog niet concluderen dat vrouwen ook op het kruis belandden.

Maar, jawel, er zijn enkele antieke bronnen waarin de (potentiële) kruisiging van vrouwen wordt vermeld.[13] Maar deze krijgen weinig aandacht, ook in kruisigingstudies. Ik noem de bronnen die mij bekend zijn.

In 19 na Christus wil de Romeinse ridder Decius Mundus met de getrouwde Romeinse matrone Paulina vreemdgaan. Een vrijgemaakte genaamd Ida hielp hem met een list dit te volbrengen in de tempel van Isis in Rome. Nadat keizer Tiberius de priesters van de tempel had ondervraagd, liet hij de priesters én Ida kruisigen (Josephus, Antiquitates 18.65-80). Gezien de Germaanse herkomst van de naam Ida en haar staat als vrijgemaakte kunnen we concluderen dat ze géén Romeins staatsburger was; men had er blijkbaar geen moeite mee om haar te kruisigen.

Tom Gheldof schrijft op een blog in 2018 dat vrouwen en kinderen werden gekruisigd, zoals Tacitus beschrijft in Annales XIV.42-45.[14] Het geval was dat stadsprefect Pedanius Secundus door een van zijn eigen slaven werd vermoord. Volgens Tacitus was het oude gebruik dat in dat geval de gehele slavenpopulatie van de meester geëxecuteerd moest worden. Na een speech van Gaius Crassus zegt Tactitus dat er geroezemoes ontstond vanwege ‘zoveel slaven, zo jong nog en vrouwen

erbij’[15]. Het lijkt erop dat ze zijn gedood, maar van een specifieke kruisigingsterminologie is geen sprake (bijv. in crucem agere). Wel wordt het woord supplicium – (dood)straf – genoemd, maar niet het specifieke servile supplicium dat in de Latijnse volksmond als een synoniem voor kruisiging functioneerde. Het is mogelijk dat het inderdaad om kruisiging gaat, maar expliciet is het niet. Duidelijk is wel dat slaven, man en vrouw, gekruisigd konden worden, hoewel er in Tacitus’ tekst hevig verzet van de bevolking plaatsvindt.

Bij een gekraste afbeelding van een gekruisigde in Puteoli (Italië) uit de tweede eeuw vinden we een naam boven de persoon gegraveerd: Alkimila. Deze vrouwennaam lijkt met opzet gegraveerd te zijn zodat men de gekruisigde als vrouw ziet. Verder is er veel onduidelijk over deze afbeelding.[16]

In een eerste-eeuws papyrusfragment uit Oxyrhynchus (P.Oxy 2339) vinden we een verslag van een aanklacht waarbij vier personen, onder wie één vrouw, betrokken zijn. Zowel J.G. Cook (kruisigingsexpert) als C.H. Roberts (de vertaler en inleider van de papyrus) gaan ervan uit dat alle vier worden gekruisigd, maar dat is voor mij nog zeer de vraag. De papyrus is zo beschadigd en fragmentarisch dat we er nauwelijks wijzer uit kunnen worden.[17] De zin over kruisiging lijkt over een enkel mannelijk persoon te gaan, gezien de vorm πείσεται (futurum, derde persoon enkelvoud). Wellicht dezelfde persoon die eerder is gegeseld. Over anderen wordt niets gezegd, dus deze bron is twijfelachtig. We gaan door met een bijzonder duidelijke tekst.

De in Campanië (Italië) gevonden gegraveerde Lex Puteolana uit de Julio-Claudijnse dynastie (27 voor tot 68 na Christus), laat zien dat er voorzieningen werden getroffen voor begrafenisondernemers.[18] Daar staat, in verband met kruisiging, ‘Wanneer iemand een straf wil toedienen aan een mannelijke slaaf (servus) of vrouwelijke slaaf (serva) op eigen kosten…’ (Lex Puteolana 2.8). Dit lijkt dus de praktijk van vrouwenkruisiging te ondersteunen.

Leeg kruis. Gerard van Broekhuizen, 2002
Leeg kruis. Gerard van Broekhuizen, 2002

Gender en kruisiging heroverwogen

Wat zegt dit nu over kruisiging en gender? Kruisiging is in de moderne literatuur vooral als een ‘mannen’-straf gezien, bewust of onbewust ook al hebben we dan maar een paar voorbeelden uit de moderne literatuur genomen, het is een breder gedragen visie. Het gaat dan ook vooral om wat kruisiging met ‘mannelijkheid’ doet. Kruisiging zou dan een vorm van ontmannelijken zijn, en dan wordt er vooral gewezen naar Jezus’ kruisiging en de contrasten met kruisiging en hoe de evangelisten daarmee om zijn gegaan, ieder op hun eigen manier. Maar, ‘mannen’ hebben of mannelijkheid heeft geen monopolie op kruisiging. Vrouwen werden óók gekruisigd. Wat zegt dat over gender en kruisiging? Hoe moeten we dan de ontmannelijking zien? De consequenties voor het kijken naar kruisiging vanuit genderperspectief specifiek gericht op vrouwen laat dan een ander beeld zien. Voor zowel mannen als vrouwen gold dan dat men op ongekende wijze geweld werd aangedaan, niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal: zowel mannen als vrouwen werden naakt gekruisigd. Hoeveel te meer schaamte en vernedering gaf dat om zo tentoongesteld te worden? Het is de ultieme vernedering om zo op je meest kwetsbare zijn publiekelijk, vernederend zonder macht over je lichaam op een gruwelijke en pijnlijke manier zó tentoongesteld te worden, als een object om naar te wijzen en om van te gruwen. Voor mannen én vrouwen geldt dan niet meer een ontmannelijking, maar veel meer een ontmenselijking. We moeten niet vergeten dat kruisiging vooral een straf was om de Romeinse macht te laten zien, om ieder die het gezag van Rome ook maar enigszins tegenstond, af te schrikken; een machtsmiddel, door de ander zo te vernederen en van haar/zijn zelfbeschikking te ontdoen, ja zelfs van iedere menselijkheid ontdoen. Kruisiging gaat veel dieper dan ontmannelijking, het gaat om het ontnemen van je mens-zijn, van het leven zelf; immers, het is een executiemiddel.

Ruben van Wingerden is promovendus aan de Tilburg School of Catholic Theology, Departement Bijbelwetenschap en Kerkgeschiedenis.


[1] Enkele voorbeelden: Sverre Bøe, Cross-bearing in Luke, WUNT II 278 (Tübingen: Mohr Siebeck, 2010); Gunnar Samuelsson, Crucifixion in Antiquity: An Inquiry into the Background and Significance of the New Testament Terminology of Crucifixion, 2nd ed., WUNT II 310 (Tübingen: Mohr Siebeck, 2013); David W. Chapman and Eckhard J. Schnabel, The Trial and Crucifixion of Jesus: Texts and Commentary, WUNT 344 (Tübingen: Mohr Siebeck, 2015), 282-292; John Granger Cook, Crucifixion in the Mediterranean World, 2nd ed., WUNT 327 (Tübingen: Mohr Siebeck, 2019); Ruben van Wingerden, ‘Carrying a patibulum: A Reassessment of Non-Christian Latin Sources,’ NTS 66 (2020): 433-453; Ruben van Wingerden, ‘Carrying a σταυρός: A Re-Assessment of the Non-Christian Greek Sources,’ NTS 67 (2021): 336-355; Ruben van Wingerden, ‘Crucifixion Practices. How to Attach a patibulum to a stipes,’ NovT 64 (2022): 269-276.

[2] Twee voorbeelden: Colleen Conway, Behold the Man: Jesus and Greco-Roman Masculinity (Oxford: Oxford University Press, 2008); Susanna Asikainen, Jesus and Other Men: Ideal Masculinities in the Synoptic Gospels, BibInt 159 (Leiden: Brill, 2018).

[3] Conway, Behold the Man, 72 en 73.

[4] Conway, Behold the Man, 105-106.

[5] Asikainen, Jesus and Other Men, 173–174.

[6] Peter-Ben Smit, Mannen in Marcus. Gender in de oudste biografie van Jezus (Amsterdam: VU University Press, 2022).

[7] Smit, Mannen in Marcus, 114.

[8] Smit, Mannen in Marcus, 115.

[9] Smit, Mannen in Marcus, 117.

[10] Smit, Mannen in Marcus, 123-125.

[11] Asikainen, Jesus and Other Men, 173.

[12] Petronius, Satyrica, vertaald door Vincent Hunink (Amsterdam: Atheneum, 2017), 143-144: ‘Was de gouverneur rechtvaardig geweest,’ zei hij, ‘dan had hij het lichaam van die mijnheer in het graf teruggelegd en die vrouw aan het kruis geslagen.’

[13] John Granger Cook, Roman Crucifixions: From the Second Punic War to Constantine, ZNW 104 (2013): 1-32.

[14] Tom Gheldof, ‘Aan het kruis genageld: de kruisiging van Jezus in historisch perspectief,’ 5 april 2018: https://www.oudegeschiedenis.be/05/04/2018/aan-het-kruis-genageld-de-kruisiging-van-jezus-in-historisch-perspectief/.

[15] Vertaling Tacitus, Annalen, Ingeleid en vertaald door Vincent Hunink (Amsterdam: Atheneum, 2021), Latijn: numerum aut aetatem aut sexum ac plurimorum.

[16] Zie Cook, Crucifixion, afbeelding op 483-484.

[17] Zie http://163.1.169.40/cgi-bin/library?e=q-000-00—0POxy–00-0-0–0prompt-10—4—-ded–0-1l–1-en-50—20-about-2339–00031-001-1-0utfZz-8-00&a=d&c=POxy&cl=search&d=HASH0198ce3f840542b0c485e5eb voor de afbeeldingen van de papyri. Vrij toegankelijk.

[18] Cook, Crucifixion, 370-387.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken