Menu

None

Welke bronnen heeft een preek?

Theologisch drieluik: wat is homiletiek? (deel 1)

In dit Theologisch drieluik introduceert Ciska Stark je met wat homiletiek is.

Deel 2: eigen spiritualiteit
Deel 3: effect prediking

Lees ook de reactie van Jos Moons op dit drieluik.

„Het verstaan, verklaren en verwoorden van bijbelse en andere bronnen, vraagt om consistente theologie.”

Ciska Stark

Preek, overdenking, verkondiging, meditatie: preken zijn er in soorten en maten. De verschillende benamingen hebben echter gemeen dat het aanduidingen zijn voor de toespraak die in een liturgische context – meestal een kerkdienst – gehouden wordt. In de christelijke traditie is de prediking misschien wel het meest gewaardeerde én het meest bekritiseerde element van de eredienst. Iedereen heeft er een mening over, meestal in termen van ‘goed’ of ‘slecht’.

Met een goede preek bedoelen mensen een preek die persoonlijk inspireert, motiveert en verrassend nieuw inzicht biedt. Wie spreekt over een ‘slechte’ preek denkt allereerst aan een langdradig, afstandelijk of ouderwets betoog waar geen eind aan lijkt te komen. In het alledaags taalgebruik heeft de term ‘preken’ dan ook de negatieve bijklank van moralisme en bevoogding.

Toch worden niet alle toespraken zo negatief bekeken. TED-talks zijn populair, terwijl ze soms verrassend veel op preken lijken: bevlogen monologen met een goede boodschap. Maar ook als een toespraak als ‘Spoken Word’, wordt aangekondigd, is belangstelling verzekerd. Preken in zo’n vorm is een krachtig en bijzonder medium, is ambacht en kunstvorm allebei.

Prediking als unieke vorm van bemiddeling van heil, is precies de reden waarom de preek in de protestantse traditie zo’n prominente plek heeft gekregen.

Dat past ook bij preken, ooit heette de bestudering van de prediking de ‘sacra retorica’, de heilige retoriek. Dat duidt op meer dan een willekeurige toespraak, het refereert aan een diepere laag, namelijk mensentaal die raakt aan het diepste wat er is: aan heiligheid, ofwel het geheimenis van goddelijke presentie. Dan is een preek het woord van een mens waarin de hoorder (een) Woord(en) van God mag ervaren.

Prediking als unieke vorm van bemiddeling van heil, is precies de reden waarom de preek in de protestantse traditie zo’n prominente plaats heeft gekregen. In dit drieluik verken ik achtereenvolgens de bronnen, de spiritualiteit en variaties van prediking vanuit het theologische vak van de preekkunde, oftewel de ‘homiletiek’. In deze aflevering gaat het over de bronnen.

Heilige teksten

De bron van preken is niet het spreken, maar het luisteren, het horen. Een preek wortelt in het zorgvuldig beluisteren van bronnen. Meestal zijn dat allereerst teksten: bijbelteksten die passen bij de liturgische jaarkalender of de seizoenen van het moment. Die bijbelteksten zijn voorgegeven. Het ‘script’ van een preek is een nieuwe schepping van de prediker, maar er ligt wel een fundament onder dat niet alleen aan de creativiteit van de prediker zelf ontspringt.

De prediker én de hoorders verhouden zich gezamenlijk tot deze bijbelteksten als bron. Daarmee wordt prediking een soort gezamenlijke leesoefening en is de preek niet het hoogst individuele kunstwerk van de prediker, maar eerder een vrucht van het proces waarin de prediker als ‘eerste hoorder’ de betreffende tekst in gesprek brengt met de actuele hoorders.

Vroeg of laat valt een prediker die preken blind overneemt, door de mand: het woord is niet door hen heengegaan en ontbeert een essentiële persoonlijke ‘touch’.

De basis ligt in het jodendom. De teksten zelf zijn deels ontsproten uit vormen van liturgisch ritueel en op hun beurt vormen ze zelf ook weer nieuw ritueel. Zo is bijvoorbeeld de klassieker van Huub Oosterhuis, het lied ‘de steppe zal bloeien,’ niet alleen een lied met poëtische hertaling van een profetie uit Jesasja, maar ook een Paaslied en voor veel christenen ook een lied dat bijzondere betekenis heeft gekregen in situaties van rouw. Bronteksten scheppen in nieuwe contexten ook weer nieuwe betekenissen, in en buiten de preek.

Ervaring en theologie

Bijbelteksten zijn echter niet de enige bronnen van de preek. Om de teksten te ontsluiten zijn er allerlei hulpmiddelen, commentaren en preekarchieven om uit eerdere preken te putten. Hoewel van Augustinus al gezegd werd dat hij liever had dat mensen zijn (goede) preken kopieerden dan dat ze zelf slechte preken maakten, neem je natuurlijk het liefst niet al te veel blind over van deze eerdere preken. Want vroeg of laat valt een prediker die uitsluitend kopieert door de mand; het woord is niet door hen heengegaan en ontbeert de persoonlijke ‘touch’ die preken uiteindelijk authentiek en geloofwaardig maakt.

Maar behalve de bijbelse bronnen en alles wat daaromheen geschreven is, vormt het leven zelf een bron voor de preek. De exegese die een prediker verricht is niet alleen exegese van de bijbel, maar ook van levenservaringen van mensen en van gebeurtenissen en processen in cultuur en samenleving. Zij vormen evenzeer inhoud en aanleiding van wat gepreekt wordt.

Vanouds kent de Reformatie ook het patroon van de ‘tijdrede’, waarin de prediker de actualiteit probeert te duiden in het licht van Gods (heils)geschiedenis. Hoewel mensen vandaag de dag voor het duiden van de tijdgeest allerlei andere media tot hun beschikking hebben, heeft de preek ergens altijd nog deze functie behouden. Elke prediker is in zekere zin ook een trendwatcher, niet om te showen met kennis van de nieuwste hypes, maar om de tijdgeest en de cultuur te doorgronden vanuit de geloofstraditie.

Hoge verwachtingen verlammen menig prediker.

Om dat goed en verantwoord te kunnen doen, is een stevige theologische basis nodig. Theologie is daarmee ook een bron van de prediking, want losse teksten en losse actualiteit leveren hooguit anekdotische preken op, maar geen consistente theologische visie op gelovig leven en samenleven en heil en onheil. Het verstaan, verklaren en verwoorden van bijbelse en andere bronnen, vraagt om consistente theologie.

Resonantie

Uiteindelijk gaat het in de prediking om het in gesprek brengen van verschillende bronnen in een consistent verhaal. Het verhaal kan verschillende doelen hebben: om mensen te overtuigen, zoals in apologetische prediking; om te bemoedigen zoals in pastorale prediking; om tot getuigenis en handelen aan te zetten zoals in opwekkingsprediking; of nog weer anders om te onderwijzen of om te vermanen in catechetische of profetische prediking. Maar in al deze vormen gaat het uiteindelijk om het zoeken naar een vorm van resonantie, zodat het leven uit de bronnen gaat resoneren met het leven van de prediker, de hoorders en de Heilige zelf. Pas dan ervaart men ‘Woord van God.’

Hoorders van de preek verlangen naar een woord dat hun ziel raakt, wellicht in het besef dat een preek van andere orde is dan de dagelijkse media die zij volgen. Maar datzelfde verlangen verlamt menig prediker, want hoe is het mogelijk om vandaag nog ‘van God’ te spreken?

Ciska Stark is Universitair Docent Liturgie en Homiletiek aan de Protestantse, Theologische Universiteit Amsterdam.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken