Wie gaat dat betalen?
Het oudste nummer van het Ouderlingenblad dat ik in bezit heb, is van december 2001, nr. 911. Het is een themanummer met de titel ‘Hoe laag zijn de drempels?’ Dat is een boeiende en belangrijke vraag. Je wilt een open kerk zijn, maar niet aan uitverkoop doen. Maar hoe doe je dat? Dat vraagt om wijs beleid, inclusief passende drempels.
Ik laat het thema echter rusten en richt me op de opening van het nummer, geschreven door Gerben Heitink. Inmiddels is hij al lang en breed emeritushoogleraar, maar toen was hij nog werkzaam aan de VU en voorzitter van de redactie. Hij heeft heel veel voor de theologie en de kerk betekend.
In zijn redactioneel vooraf windt hij zich op over de hoge kosten van het nieuwe landelijke kantoor. Dat was 2 jaar daarvoor geopend in het voormalige Militair Hospitaal aan de Utrechtse Joseph Haydnlaan. Daarnaast waren er allerlei regionale dienstencentra gekomen. Van meet af aan was er kritiek: trekken we niet een te grote broek aan met zo’n groot gebouw en die vele regionale centra? Wie gaat dit allemaal betalen? Heitink vermeldt dat de kosten op dat moment 21,05 gulden per kerklid zijn. Hij vindt dat echt teveel.
Al heel gauw blijkt dat de broek voor de krimpende kerk inderdaad te groot is. De broekriem moet fors worden aangetrokken: de regionale dienstencentra worden gesloten en in Utrecht vallen veel ontslagen. Heitink had dat goed gezien.
Inmiddels zijn we ruim 20 jaar verder en is de landelijke organisatie verder gekrompen. Nog steeds is ‘Utrecht’ voor velen in de kerk ver weg, maar het is wel de plek waar veel kerkenwerk wordt ondersteund en waar ook belangrijke impulsen voor vernieuwing vandaan komen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het ontstaan van de pioniersbeweging. Na de fusie van de drie SoWkerken ontstond er een nieuw missionair elan. De fusie hadden meer dan genoeg aandacht gehad, het werd tijd om de blik weer naar buiten te richten.
Eén van de bijzondere zaken daarbij was het vrijmaken van geld voor het pionieren. De kerk bezuinigde meer dan noodzakelijk was en besteedde het vrijkomende geld aan pioniersinitiatieven. Ik heb dat altijd een gedurfde en moedige stap gevonden. Veel pioniersplekken hebben zich ontpopt als laboratoria voor toekomstig kerk-zijn. We mogen blij zijn met al die plekken waar pioniers zoeken naar het delen van het Evangelie met mensen die we in onze meer traditionele gemeenten niet zo snel zullen tegenkomen. Met dank dus aan ‘Utrecht’.
Sake Stoppels is lector Theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Hij is tevens lid van de redactie van Ouderlingenblad.