Wil jij ook niet weggaan?
Gedachten bij een ongemakkelijke vraag
Jezus’ vraag is een uitdagende, en ook spannende vraag. Verwarrend ook, zo komt Zijn kerk toch niet tot stand? Er zijn ook wel redenen om te gaan… Maar toch, ook motieven om te blijven…
Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom: de vraag die Jezus stelt is een uitdagende vraag. ‘ Willen jullie soms ook weggaan?’ Het klinkt bijna als een uitnodiging. Hij zet de deur als het ware al open. ‘Kijk, je kunt gewoon gaan, zie je? Ik houd je niet tegen. De keuze is aan jou.’
Het is daarmee ook een spannende vraag. Want je zult maar net op de wip zitten: zal ik wel, zal ik niet…? Geen handige zet van Jezus, denk ik dan. Grote kans dat je nog meer mensen kwijtraakt. Er is geen enkele vorm van dwang; zelfs geen appel. Alleen die vraag.
Als de kerk een bedrijf was, gerund door mensen, was ik waarschijnlijk weggegaan
Ik had eerlijk gezegd verwacht dat Jezus zou zeggen: ‘Jullie willen toch ook niet weggaan? Al die mensen die mij in de steek laten, dat doen júllie toch niet? Op jullie kan Ik toch rekenen?’ Ik bespeur geen enkele vorm van onzekerheid of krampachtigheid.
Ik merk dat dit mij raakt. Lukt het mij om zo naar de kerk te kijken? Nee, of eigenlijk maar heel moeilijk. Zo zou ik het in elk geval nooit gezegd hebben. Mijn vraag zou niet zijn: ‘ Willen jullie soms ook weggaan?’, maar eerder: ‘Jullie willen toch óók niet weggaan? We zijn al zo klein. We hebben jullie nodig. Alsjeblieft…’
Verwarring
Wat is dat, dat Jezus zo spreekt? Ik merk dat het mij in verwarring brengt. Zo bouw je toch niets op? De laatste tijd zie ik regelmatig nieuwe gezichten in de kerk. Ik ben er blij mee. Aan de deur maak ik dan een praatje, ik vraag wie ze zijn en hoe ze hier gekomen zijn. Als ik ze vaker zie, maak ik een afspraak voor een bezoek. ‘Wij zijn nog aan het rondkijken, hoor’, krijg ik dan regelmatig te horen. Prima, ik weet dat het zo gaat. Je shopt eerst links en rechts rond, voordat je de knoop doorhakt. Maar weet dat je welkom bent.
Kan het mij helpen dat Jezus zo ontspannen reageert? Of is het eerder bedoeld als trigger? Wil Hij zijn volgelingen aan het denken zetten?
Weggaan?
Het zet mij in ieder geval wel aan het denken. Waarom blijf ik? Ik heb meerdere momenten gehad dat ik bij mezelf dacht: ik houd het voor gezien. Mij zie je hier niet meer. De vraag werd mij niet gesteld, ik stelde hem zelf: wil ik ook niet weggaan? Dat had te maken met opmerkingen van verschillende mensen: de verkeerde woorden op de verkeerde momenten.
Kwetsend, liefdeloos, grof soms. Woorden die veel pijn deden. Je intentie werd in twijfel getrokken, je woorden werden verdraaid. Taal is niet onschuldig.
Ik weet het, in de kerk kom je allerlei mensen tegen: betrokken mensen, vriendelijke en dienstbare mensen, maar ook lompe en harteloze mensen. Op liefdeloosheid en grofheid ben ik wel een aantal keer stuk gelopen. Er zijn genoeg redenen te bedenken om af te haken. Het gaat er in de kerk vaak al te menselijk aan toe. Ongezouten kritiek, dikke ego’s, machtsmisbruik – het komt allemaal voor. Toch ben ik gebleven. Waarom?
Geen bedrijf
Mijn voornaamste reden is dat ik Christus daar vind. En de kerk is van Hem. Dat is voor mij heel wezenlijk. Als de kerk een bedrijf was, gerund door mensen, dan had ik er waarschijnlijk niet meer bij gehoord. Dan had ik elders wel een plekje gevonden. Maar de kerk is van Christus. (Ons woord kerk is afgeleid van een Grieks woord: kuriake – wat van de Heer is, betekent het.)
De kerk is een lichaam, zegt Paulus. Het bestaat uit verschillende ledematen. Die verschillen zijn er niet om elkaar aan te vallen, maar om elkaar aan te vullen. Samen sta je sterk. Sterker nog: pas samen kun je functioneren. (Zoals ik deze woorden kan typen, omdat mijn hersens mijn vingers aansturen, mijn ogen het beeldscherm en toetsenbord zien, ik op een stoel achter mijn bureau zit, kan bedenken wat ik schrijf etc. Intussen klopt mijn hart en haal ik adem. Het is een intense vorm van samenwerking.)
Hoop
Ik blijf omdat het evangelie van Christus mij keer op keer raakt. Het is een boodschap van leven en hoop. Er zit een enorme kracht in die sterker is dan mijn vragen. Die vragen zijn er; regelmatig. Waar is God in ónze tijd? Wat merk je ervan dat Hij regeert, niet alleen in de hemel, maar ook op aarde?
‘We zijn nog aan het rondkijken, hoor!’ Je shopt eerst wat rond, voor je de knoop doorhakt…
Toch zijn die vragen nooit het laatste. Dat is een onverklaarbare aanwezigheid, een basisvertrouwen dat God er is, en dat Hij deze wereld (incl. mijn leven) in zijn hand houdt; en leidt naar zijn Koninkrijk. Uiteindelijk zal Hij alle machten overwinnen en het kwaad vernietigen. In de komst van Christus hebben we daar al een glimp van opgevangen. Daarom is het evangelie een boodschap van hoop en toekomst.
Liefde
Ik blijf omdat Hij met zijn geduld en liefde altijd sterker is dan mijn falen. Hierboven had ik het over lompe en liefdeloze mensen. Dat kan de suggestie wekken dat de fout bij de ander ligt. Ik ken mijzelf goed genoeg om te weten dat dit een enorme versimpeling is. Bij tijden kan ik ook lomp en liefdeloos reageren. Dat zit net zo goed ook in mij. Dan weet ik dat ik net zo goed als die ander leef van Jezus’ liefde. Er is niemand die mij beter kent, en die mij meer liefheeft dan Jezus – ondanks het feit dat ik mij nogal eens op verkeerde wegen begeef. Toch blijft Hij trouw, en komt Hij mij met zijn genade tegemoet. Ik weet mij gekend en geliefd. Dat vind ik nergens elders op deze manier. Bij Hem ontvang ik vergeving, ontdek ik bevrijding van schuld, is er een nieuw begin.
Oefenplaats
Ik blijf omdat ik telkens weer merk hoe waardevol het is om met elkaar de Bijbel te lezen; de woorden van God tot je te nemen en te overdenken. Ik blijf omdat ik daarvoor anderen nodig heb. Wellicht meer dan ooit is de gemeenschap voor mij belangrijk. Het samen zingen: het geloof inzingen en uitzingen; waarin lof en klacht een plek krijgen, waarin we God prijzen en Hem bestoken met onze vragen. Er gaat een helende werking van uit, hoor ik vaak.
Ik blijf omdat ik in de kerk leer wat ertoe doet; dat helpt mij om verder te kijken dan de waan van de dag, voorbij aan de hypes die ons leven vaak regeren. In de kerk leer ik onderscheiden tussen wat van waarde is en van waarde lijkt. Er is veel fake in onze wereld.
Ik blijf om van elkaar te leren. De gemeente is op het eerste gezicht niet de ideale vriendengroep. Je kiest elkaar niet uit. Er zitten altijd mensen bij die je niet liggen; mensen aan wie je je stoort. Toch trek je samen op. Het is voor mij een oefening in geduld, liefde, betrokkenheid. Bij alle verschillen heeft samen optrekken toch ook iets moois: je wordt bevraagd, uitgedaagd. Je leert van elkaar.
Ik blijf omdat het evangelie mij ertoe aanzet me in te zetten voor het goede; om niet alleen maar met mijzelf en mijn eigen idealen bezig te zijn. De kerk is daarom voor mij een oefenplaats om het goede leven te leven; leven zoals God het bedoeld heeft. Het leven dat Jezus ons liet zien. Juist dat inspireert mij enorm. Daarom blijf ik.