Menu

Basis

De kerk en de boer

De boeren in ons land zijn volop in the picture. En anders wel de vlaggen langs hun akkers of weilanden. Tal van problemen – crises, zeggen we vandaag – komen op hun bedrijven samen. Boeren maken ook deel uit van onze kerken en gemeenten, hun problemen raken ons allemaal. Hier wordt e.e.a. uitgerafeld, én krijgen we aanwijzingen voor ‘hoe verder?’…

Raakvlak kerken en landbouw

In dit artikel probeer ik antwoorden te zoeken op vragen als: Waar raken kerken en landbouw elkaar? Wat is de huidige stand van zaken? Waar loopt de boer tegenaan en wat heeft die nodig? Hoe kunnen we als christelijke gemeente veranderen? En tenslotte, wat kunnen we als gemeente doen? Het begin is heel praktisch: waar komen we de boeren tegen in de christelijke gemeente? In de eerste plaats als lid, daarnaast als vrijwilliger en als pachter/ gebruiker van grond die eigendom is van de kerkgemeenschap. Hoe je het ook wendt of keert, daar moet je iets mee. Hun probleem is ons probleem, we zijn betrokken en verbonden.

Maar het is ook breder. Landbouw is niet alleen een zaak van hen die erin werken, de wijze waarop wij met de landbouw omgaan raakt iedereen: het gaat over onze voeding, onze gezondheid, ons landschap, ons milieu en ook over ons geweten. Ik bedoel bij dit laatste de zorg over hoe wij met de dieren, de bodem en het milieu omgaan. Het is begrijpelijk dat iedereen wil meepraten. En het raakt ook ons geloof; hoe wij omgaan met Gods schepping.

De wijze waarop we met de landbouw omgaan raakt iedereen

Actuele situatie

Dat is momenteel wel een punt. Het lijkt erop dat tegenstellingen tussen groepen in de samenleving steeds groter worden. Het ‘wij’ tegenover ‘zij’, waarbij het wederzijds vertrouwen volledig verdwijnt. Zo worden boeren tegen burgers opgezet, de stad tegenover het platteland en de natuur tegenover de landbouw. We zien het overal gebeuren: in de media, in de onderlinge gesprekken en zelfs soms in de christelijke gemeente. In ieder geval dien je je binnen de eigen gemeente hiervan bewust te zijn.

In de hele discussie die nu wordt gevoerd over de landbouw en het milieu zien we de tegenstellingen steeds groter worden. Eén van de oorzaken daarvan is ‘het vertoog ’, dat wil zeggen: de wijze waarop wij over deze problematiek spreken. Daarbij vallen een aantal zaken op:

  • We spreken vaak over cijfers, maar het gaat over mensen.
  • De wijze waarop nu wordt gediscussieerd raakt alle boeren; het lijkt erop dat dat hun trots wegneemt en hun vertrouwen beschadigt.
  • De discussie is lang niet altijd zuiver; onder de noemer van ‘stikstofprobleem’ gaat het ineens over dierenwelzijn, ruimtegebrek in Nederland of over de noodzaak van export.

Het is daarbij goed om vast te stellen dat we dit probleem onszelf op de hals hebben gehaald. We wilden met elkaar vrij handelsverkeer over de gehele wereld met zo weinig mogelijk belemmeringen. Het gevolg was dat landbouw en industrie zich gingen richten op een sterke concurrentiepositie, met een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen een zo laag mogelijke prijs.

Deze handelwijze blijkt schadelijk te zijn voor bodem, lucht en biodiversiteit

De boer die afhankelijk is van de markt en de overheid speelde hierop in. De bedrijven werden groter en de gemengde bedrijven maakten plaats voor bedrijven met alleen koeien, alleen varkens of alleen akkerbouw. Inmiddels zijn we er achter gekomen dat deze wijze van handelen schadelijk is voor de bodem, voor de lucht en voor de verscheidenheid aan planten.

Gevolgen zijn dat de aarde opwarmt, dat grond onbruikbaar wordt en dat insecten en planten verdwijnen. Dat willen we met elkaar liever niet, dus moet er iets veranderen. Maar zoals dat meestal gaat: veranderingen doen pijn. We moeten kiezen voor een bewuster en duurzamer leven.

Waar loopt de boer tegenaan?

Hoe noodzakelijk de veranderingen ook zijn, je hebt wel met je eigen werkelijkheid te maken. Veel mensen weten hoe het moet: duurzame boodschappen, een elektrische auto en je eigen energie opwekken. Maar zo eenvoudig is dat nog niet. Je moet het geld er ook voor hebben, je neemt een verleden mee, je moet nog leningen afbetalen en voor veel mensen is er geen ideaal verdienmodel. Datzelfde zie je bij de boeren nu ook gebeuren: de wil om te veranderen is er wel, maar ze lopen tegen een aantal grenzen aan en dat zorgt ervoor dat ze het vertrouwen verliezen. Ik vat dat samen in drie punten:

  • De bedreiging van de continuïteit. De boer voelt zich verbonden met de grond, het gewas en het vee. Voor hem is continuïteit heel erg belangrijk, zo niet het belangrijkste. Er worden grote offers gebracht om het bedrijf in stand te houden. Voor een aantal boeren komt de voortzetting van hun bedrijf in gevaar.
  • Het onvermogen van de capaciteit. Agrarische bedrijven zijn relatief klein en zijn zeer verschillend. We denken aan pachtbedrijven en eigendom, we denken aan zwaar gefinancierde bedrijven en volledig eigendom, aan boeren met de juiste opleiding en zij die minder mogelijkheden hadden. Deze verscheidenheid brengt met zich mee dat boerenbedrijven geen speedboten zijn, maar eerder mammoettankers die tijd nodig hebben om in te spelen op de gewenste ontwikkelingen.
  • Het ervaren van onrechtvaardigheid. Op dit moment lijkt het wel of iedereen verstand heeft van vee, grond en water. Ervaring en opleiding schijnen niet meer te tellen. Veel theoretische kennis komt niet overeen met de ervaringen die men zelf in de sector heeft. Daarnaast spelen er veel andere zaken zoals schaarste aan grond, bureaucratie, belangen van andere partijen in de markt en onredelijke verlangens van burgers. Deze gevoelens van onrechtvaardigheid belemmeren de boeren om gemotiveerd hun vak te blijven uitoefenen en om noodzakelijke veranderingen door te voeren. De oplossing op de korte termijn heeft te maken met een redelijk verdienmodel, een duurzaam toekomstperspectief en een redelijke termijn om te veranderen.
Gevoelens van onrechtvaardigheid belemmeren boeren in hun motivatie

Hoe speelt de kerkelijke gemeente hierop in?

Aan de hand van vier punten probeer ik uit te leggen wat ons als christelijke gemeenschap te doen staat, wanneer het gaat om onze omgang met de boeren, maar mogelijk nog wel meer om hoe we omgaan met de schepping.

  • Zoeken naar verbinding. Begin bij de bijbelse bron, dat wat ons verbindt. Weiger om schuldigen aan te wijzen. Integendeel, probeer elkaar te inspireren, hoop te geven en mee te denken in oplossingen. Spreek uit waar je naar verlangt, benoem de barrières om daar te komen en beschrijf welke dingen je concreet kunt veranderen in je eigen situatie.
  • Heb aandacht voor elkaar. Agrariërs willen best veranderen, maar wat ze nodig hebben is zekerheid en een verdienmodel. Burgers zijn bereid om te veranderen als hun beurs dat toelaat en ze een nieuwe invulling kunnen geven aan zingeving. Bij beiden vergt dat tijd en moeten ze weerstanden overwinnen. Wat we nodig hebben is een wederzijds vertrouwen in elkaar, elkaar hoop geven en een toekomstperspectief bieden. Vrijwel altijd hebben we dezelfde verlangens naar harmonie en hebben we dezelfde zorgen over het milieu – alleen, om die idealen te bereiken denken we verschillend. Het is belangrijk om dat voor ogen te houden!
  • Op zoek naar nieuwe inspiratiebronnen. Lange tijd was de leidraad van onze samenleving economische groei, handhaving van de koopkracht en het de pijn om er te komen. En leg ook schuldgevoelens bij God neer, alleen bij Hem kun je vrij van schuld worden. En besef ook: God heeft de regie en houdt die ook. Hoe deze aarde zich zal ontwikkelen en waar we precies zitten op weg naar de eindtijd, weten we niet en moeten we aan God overlaten. Wij hoeven alleen maar gehoorzaam te zijn, te danken en God groot te maken. stimuleren van consumentisme.

Nu we bereid zijn om te veranderen en het te zoeken in de richting van een bewuster en een duurzamer leven, vraagt dit om een verandering van denken, andere prioriteiten stellen en een ander gedrag je aanmeten. Ten diepste zoeken we naar een zinvol bestaan dat ons door de Bijbel wordt voorgehouden.

Dat vraagt mogelijk ook om een andere wijze van bijbellezen. In onze uitleg van de Bijbel gaat het vooral om het behoud van onze zielen en het behoud van Israël. Veel is gericht op de toekomst. Maar wie de Bijbel leest met ‘groene’ ogen, komt tot andere inzichten. Wat God als goed zag en met liefde had gemaakt, dienen wij te onderhouden, met respect voor de Schepper en met respect voor alle schepsels.

In de Thora staat veel over hoe wij met de schepping dienen om te gaan

Zelf ben ik daar al een tijdje mee bezig. En wat ik zelf heb ontdekt is dit: alle bijbelschrijvers kennen de vijf boeken van Mozes, ook wel de Thora genoemd. Voor hen was de inhoud van die boeken vanzelfsprekend. Maar juist in die Thora staat heel veel over hoe wij met de schepping dienen om te gaan. Kort samengevat reikt de Thora ons zeven woorden aan om mee te leven: ontzag, afhankelijkheid, dankbaarheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid, matigheid en rust. En vanuit die woorden kunnen we elkaar inspireren.

  • Bidden. Durf leer en leven met elkaar te verbinden in het gebed. Benoem de diepste verlangens en benoem

Concrete aanbevelingen

Ik sluit af met een aantal concrete aanbevelingen:

  • Als er boeren lid zijn van je gemeente, schenk daar dan aandacht aan. Een bezoek aan het bedrijf is het beste en als dat niet lukt gewoon een kaartje. Dat je in ieder geval hun het gevoel geeft dat ze ertoe doen. Wees je er ook van bewust, dat niet iedereen over de deskundigheid beschikt om ingewikkelde problemen over stikstof (of andere milieuproblemen) op te lossen en ook niet altijd een pasklaar antwoord heeft voor iedere boer. Het gaat om luisteren en niet zozeer om oplossen.
  • Besteed er aandacht aan in de eredienst. In de gebeden, in de preek en in de keuze van de liederen. Het is ons aller zorg en we delen dit graag in de kerk. Daarnaast hebben we natuurlijk ook nog onze biden dankdagen en oogstvieringen. En we kunnen ook activiteiten organiseren waarbij we een bezoek brengen aan de boer, mogelijk verbonden met een wandeling of viering op de boerderij.
  • En de gemeente kan zelf alvast het goede voorbeeld geven. Bereid zijn om te offeren voor een bewuster en duurzamer leven. Goed voorbeeld doet immers goed volgen…!

Pieter Knijff is kerkelijk werker in de gemeenten Kollumerzwaag en Nij Althoenae. Daarnaast is hij landbouwpastor en maakt hij deel uit van de werkgroep ‘Kerken en landbouw Fryslân.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken