Jezus, Koning namens God
Op Goede Vrijdag lezen we in onze gemeente de schriftlezingen, afgewisseld met meditatieve muziek of gemeentezang.
Op Goede Vrijdag lezen we in onze gemeente de schriftlezingen, afgewisseld met meditatieve muziek of gemeentezang.
Het Oecumenisch Leesrooster heeft dit jaar gekozen voor het Johannesevangelie als Alternatief Spoor.
De instelling van het Pascha volgens Exodus 12 vormt de introductie op het grote verhaal van de uittocht. Deze instelling wordt gesitueerd tussen de aankondiging (11,1) en het ten uitvoer brengen van de tiende plaag (12:29). Nog voordat God de bevrijding van zijn volk uit Egypte van start laat gaan, vindt er een ‘religieuze anticipatie’ op dit heilsgebeuren plaats. Men kan er ten minste twee tijdsdimensies in onderkennen: een van onvoltooid verleden tijd én een van toekomende tijd. Zo wordt de viering van het Pascha een ‘heilshistorisch knooppunt’ in de tijd.
In deze preekschets voor Goede Vrijdag speelt de dorst naar drinken die meteen dorst naar gerechtigheid, vrede en heelheid is, een grote rol. Hoe Goede Vrijdag én Pasen twee kanten van één en dezelfde munt zijn, maakt Johan Lotterman in deze preekschets duidelijk.
Indrukwekkend blijft op Goede Vrijdag stil te staan bij Jezus’ lijden en meteen hoe weinig wij verschillen van de omstanders bij het kruis waaraan Jezus leed. Wij verschillen weinig in ons uiteenlopend omgaan met lijden in ons leven, bij anderen of onszelf. Deze preekschets van Raymond Hausoul helpt het inleven dichtbij onszelf te brengen.
In het liturgische spel van de Veertigdagentijd, tijd van inkeer, boete en verzoening, worden grote lofzangen vermeden. Het ‘groot Gloria’ en het ‘Halleluja’ blijven achterwege. Het Gloria klinkt pas weer, voluit met klokgelui, aan het begin van het driedaagse Paasfeest, op de avond van Witte Donderdag. Het Halleluja, die feestelijke en bijna uitzinnige kreet, wordt pas aangeheven na het epistel in de Paasnacht, als aankondiging van het opstandingsevangelie. Goede Vrijdag lijkt ontdaan van lofzangen. Maar schijn bedriegt.
In het voorgaande hoofdstuk vertelde Mozes aan het volk wat de Heer had gezegd: ‘Halverwege de nacht (Gr.: peri mesas nuktas – Septuaginta) ben Ik het die uittocht houdt uit Egypte’ (Exodus 11:4 – Naardense Bijbel. Welnu, zodra er klinkt: ‘Het geschiedt halverwege de nacht’ (Gr.: egenèthè de mesousès tès nuktos – 12:29), weten wij: het beslissende moment is aangebroken. Want wat de Heer via Mozes aan het volk vertelde, staat nu te gebeuren. Hij zal uittocht doen uit Egypte. En wat de Heer verder nog in het voorgaande hoofdstuk vertelde, gebeurt eveneens.
De viering van Goede Vrijdag is de tweede van het Paastriduüm en gaat verder, waar we donderdag zijn gebleven. Traditioneel wordt er niet ‘gepreekt’ op Goede Vrijdag, maar leest men het lijdens-evangelie óf mediteert aan de hand van de kruiswegstaties óf de zeven kruiswoorden.
Het verhaal van de uitlevering, veroordeling en kruisiging van Jezus vindt in verschillende scènes plaats. De plaatsaanduidingen vormen een kader waarbinnen de auteur van Johannes de verhouding van de betrokkenen tegenover Jezus schetst, evenals de houding van Jezus zelf.