Menu

Filters

Hoofdthema

Van onze redacties

Andere bronnen

Auteur

Rubriek

Soort materiaal

Kerkelijk jaar

Oude Testament

Nieuwe Testament

Lidmaatschap

Premium

Passage van de Heer

De instelling van het Pascha volgens Exodus 12 vormt de introductie op het grote verhaal van de uittocht. Deze instelling wordt gesitueerd tussen de aankondiging (11,1) en het ten uitvoer brengen van de tiende plaag (12:29). Nog voordat God de bevrijding van zijn volk uit Egypte van start laat gaan, vindt er een ‘religieuze anticipatie’ op dit heilsgebeuren plaats. Men kan er ten minste twee tijdsdimensies in onderkennen: een van onvoltooid verleden tijd én een van toekomende tijd. Zo wordt de viering van het Pascha een ‘heilshistorisch knooppunt’ in de tijd.

Premium

Gloria op Goede vrijdag

In het liturgische spel van de Veertigdagentijd, tijd van inkeer, boete en verzoening, worden grote lofzangen vermeden. Het ‘groot Gloria’ en het ‘Halleluja’ blijven achterwege. Het Gloria klinkt pas weer, voluit met klokgelui, aan het begin van het driedaagse Paasfeest, op de avond van Witte Donderdag. Het Halleluja, die feestelijke en bijna uitzinnige kreet, wordt pas aangeheven na het epistel in de Paasnacht, als aankondiging van het opstandingsevangelie. Goede Vrijdag lijkt ontdaan van lofzangen. Maar schijn bedriegt.

Premium

Halverwege de nacht

In het voorgaande hoofdstuk vertelde Mozes aan het volk wat de Heer had gezegd: ‘Halverwege de nacht (Gr.: peri mesas nuktas – Septuaginta) ben Ik het die uittocht houdt uit Egypte’ (Exodus 11:4 – Naardense Bijbel. Welnu, zodra er klinkt: ‘Het geschiedt halverwege de nacht’ (Gr.: egenèthè de mesousès tès nuktos – 12:29), weten wij: het beslissende moment is aangebroken. Want wat de Heer via Mozes aan het volk vertelde, staat nu te gebeuren. Hij zal uittocht doen uit Egypte. En wat de Heer verder nog in het voorgaande hoofdstuk vertelde, gebeurt eveneens.

Nieuwe boeken