Moet een christen op een christelijke partij stemmen?
Antwoord van een filosoof
De verkiezingen staan voor de deur en Nederlandse christenen worden weer geconfronteerd met een luxeprobleem. In ons land zijn er namelijk drie gevestigde partijen die zich als christelijk afficheren: de SGP, CDA en CU. Het is een diversiteit aan christenpolitiek die je in andere westerse democratieën niet meer ziet. Maar moet een christen ook op een christelijke partij stemmen?
Heeft stemmen überhaupt wel zin?
Laten we beginnen met een nóg fundamentelere vraag: moet een christen überhaupt wel stemmen? Denk aan passages uit het Nieuwe Testament zoals “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld” (Joh.18:36) of “De gedaante van deze wereld gaat voorbij” (1 Kor.7:31). Deze passages suggereren dat ons heil niet in maar buiten de wereld ligt. In het vroege christendom zien we dan ook een houding die men in de Duitse godsdienstfilosofie ‘Naherwartung’ (‘nabijheidsverwachting’) noemt: de verwachting is dat Gods koninkrijk elk moment kan komen. Dit zorgt voor een radicale devaluatie van deze wereld – of in elk geval van haar huidige vorm. Waarom zou je je zorgen maken om het lot van onze parlementaire democratie als de wereld elk moment kan worden weggevaagd?
Waarom zou je je zorgen maken om het lot van onze parlementaire democratie als de wereld elk moment kan worden weggevaagd?
Eschatologische verlamming
Carl Schmitt (1888-1985) – een omstreden maar invloedrijk denker op het gebied van ‘politieke theologie’ – beschrijft deze ‘nabijheidsverwachting’ als ‘eschatologische verlamming’. Als je gelooft dat de wereld elk moment kan eindigen, dan is het moeilijk om politiek handelen in de wereld als zinvol te beschouwen. Het christelijk geloof wordt volgens Schmitt pas politiek productief als dit ‘negatieve element’, het idee dat ons heil elders ligt, onderdrukt wordt.
Schmitt wil in zijn filosofie alleen die elementen van het christendom behouden die gebruikt kunnen worden om seculiere autoriteit te legitimeren. En eerlijk is eerlijk, er zijn wel passages uit het Nieuwe Testament aan te wijzen die een positievere houding ten opzichte van de wereldlijke macht voorschrijven. Bijvoorbeeld: “Er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld” (Rom. 13:1). Maar wat Schmitt daarmee ook wilde, is religie inzetten als middel om het politieke wij-zij onderscheid te versterken. Het ‘wij’-gevoel bestaat volgens hem bij de gratie van een ‘zij’: een vijand. Schmitt had daarom weinig op met de vele passages uit het Nieuwe Testament die daar haaks op staan, denk aan “Hebt uw vijanden lief” (Matt. 5:44).
Eschatologisch voorbehoud
De christelijke eindtijdsverwachting kan echter beter vertaald worden naar wat Erik Peterson (theoloog en criticus van Schmitt) het ‘eschatologische voorbehoud’ noemt. Dit duidt op het bekende credo dat een christen weliswaar ‘in de wereld’ en dus in de politiek kan participeren, maar niet ‘van de wereld’ is. Het eschatologische voorbehoud betekent dat een ‘wereldlijke’ politieke visie weliswaar onderschreven kan worden, maar dat het niet met het uiteindelijke heil of de verlossing vereenzelvigd kan worden. Hier wordt het ‘negatieve’ element dat Schmitt wilde onderdrukken – het idee dat ons heil elders ligt – juist productief gemaakt: dit voorbehoud kan een gezonde relativering van het politieke teweegbrengen, zonder dat het elk politiek handelen zinloos maakt.

Moet een christen op een christelijke partij stemmen?
Na deze politiek-theologische omweg kunnen we terugkeren naar de centrale vraag: moet een christen op een christelijke partij stemmen? Hoewel de ‘nabijheidsverwachting’ van de vroege christenen misschien niet meer zo relevant lijkt, nu de wederkomst al meer dan 2000 jaar op zich laat wachten, blijft het messiaanse principe overeind: “elke seconde is de kleine poort waardoor de Messias kan binnentreden”, aldus de filosoof Walter Benjamin. Het kan elk moment voorbij zijn en dat relativeert alles wat we doen in het hier-en-nu. Maar een voorbehoud is geen verlamming: als de wereld weliswaar als gebroken en tijdelijk maar niet als inherent slecht wordt voorgesteld, dan sluit de relativering van wereldlijke zaken de medeverantwoordelijkheid ervoor niet uit. Ook al is er geen verlossing in de politiek te vinden, het kan wel een plek zijn waar de ethiek van de Bergrede wordt uitgedragen. En dit is van belang om onze vraag te kunnen beantwoorden.
Ook al is er geen verlossing in de politiek te vinden, het kan wel een plek zijn waar de ethiek van de Bergrede wordt uitgedragen
Openheid voor interpretatie
Het ‘eschatologisch voorbehoud’ interpreteer ik als het idee dat een politiek programma of ideologie nooit gezien kan worden als een directe of volledige uitdrukking van de christelijke boodschap van verlossing. Dit betekent dat er altijd een afstand en daarmee een openheid voor interpretatie zal bestaan tussen het evangelie en politieke pogingen om er in het hier-en-nu gestalte aan te geven. Concreter denk ik dat, ondanks vele historische pogingen ertoe, theologisch gezien een ‘christelijke theocratie’ een contradictio in terminis is – sorry, SGP. De interpretatieve ruimte tussen evangelie en politiek betekent namelijk ook dat je als christen hetzelfde politieke idee kan onderschrijven als een atheïst of moslim, die dit idee vanuit een ander wereldbeeld zal motiveren.
De interpretatieve ruimte tussen evangelie en politiek betekent ook dat je als christen hetzelfde politieke idee kan onderschrijven als een atheïst of moslim
Een christen kan dus zeker legitieme redenen vinden om op een ‘seculiere’ partij te stemmen, vooral als zij/hij zich niet kan vinden in de manier waarop de christelijke partijen soms de afstand tussen evangelie en politiek proberen te verkleinen. Deze verkleining kan er namelijk voor zorgen dat er een bepaalde politieke claim wordt gelegd op de christelijke boodschap – alsof, bijvoorbeeld, de ‘rechts-theocratische’ interpretatie van de SGP de enige juiste is. Hiermee doe je het evangelie per definitie te kort. Of nog erger, wat mij betreft, is de manier waarop andere partijen (PVV, FvD) op Schmittiaanse wijze het ‘christendom’ gebruiken als stok om de ander mee te slaan, namelijk om bevolkingsgroepen die niet ‘geworteld’ zijn in ‘onze cultuur’ buiten de deur te houden.
Kortom, zorg ervoor dat de eschatologische verlamming niet toeslaat wanneer het tijd is om je stem uit te brengen!

Sjoerd Griffioen is docent aan de Faculteit Filosofie van de Rijksuniversiteit Groningen. In 2020 promoveerde hij op het Duitse secularisatiedebat, een filosofische polemiek over de relatie tussen moderniteit en christendom. Zijn onderzoek richt zich op de raakvlakken tussen politiek, religie en geschiedenis in moderne filosofie.
Meer lezen over christelijke politiek? Zie ook ‘Verlegen met en overtuigd van christelijke politiek‘, ‘Van de christelijke wereld wordt juist nu lef gevraagd‘ en ‘Geloof en politiek engagement‘.