Menu

None

Preekschets Jesaja 40:1-11 – 2e zondag van Advent

Schriftlezingen: Jesaja 40:1-11, Johannes 1:19-28 (of Marcus 1:1-8), 2 Petrus 3:8-13

Het eigene van deze zondag

Deze zondag wordt wel Populus Sion – Volk van Sion – genoemd naar de beginwoorden van de introïtusantifoon van deze zondag (Jesaja 19: 19): Volk van Jeruzalem, dat op de Sion woont, je hoeft niet meer te huilen… De combinatie met Psalmen 80, ook een vaste psalm voor deze zondag is sprekend: Laat uw kracht ontwaken, kom, en red ons. Keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.

Op de tweede zondag van advent beweegt de verwachting zich in de richting van Christus’ eerste komst. Het geluk waar God mee komt – denk aan de toekomstdroom van Jesaja 2 – begint werkelijkheid te worden als Gods Zoon op aarde komt. In Jesaja 40 klinken stemmen die in die richting wijzen. Vijf eeuwen later klinkt de stem van Johannes de doper, de wegbereider voor de Heer. De kracht van een sprekende profetie (Jesaja 40) en een markante Godsman (Johannes de doper) beheersen deze tweede adventszondag.

Aanwijzingen voor de liturgie

De klassieke introïtus of openingspsalm voor de eerste zondag van Advent is Psalmen 80: 2,3,18,20. De tekst van de antifoon is ontleend aan Jesaja 30: 19. In de berijmde versie worden de coupletten 1 en 2 gezongen. Dat kan gecombineerd worden met de antifoon bij de berijmde psalm in (Nieuw) Liedboek voor de kerken 2013, 432b.

Als evangelielezing voor deze zondag geeft het Oecumenisch leesrooster Johannes 1: 19-28 aan. Als alternatief kan in dit Marcusjaar ook gekozen worden voor Marcus 1: 1-8 waar, evenals in Johannes 1, de doper geïdentificeerd wordt met de stem uit Jesaja 40.

Liedsuggesties:

  • Bij Jesaja 40 is bijzonder op zijn plek (Nieuw) Liedboek voor de kerken 2013, 439 ‘Soms breekt uw licht’ (NB met voorzang).

  • Verder liederen over Johannes de Doper, zoals bijvoorbeeld (Nieuw) Liedboek voor de kerken 2013, 456a of b.

  • Zie ook (Nieuw) Liedboek voor de kerken 2013, 315 ‘Heb dank, o God van alle leven’ (zie o.a. couplet 3).

  • (Nieuw) Liedboek voor de kerken 2013, 797 ‘Ach hoe vluchtig, ach hoe nietig’ (zie str. 4).

  • (Nieuw) Liedboek voor de kerken 23 ‘Ik wil van God als van mijn Herder spreken’

  • Gereformeerd Kerkboek 191 ‘O hemels licht dat mijn bestaan doorschijnt’, Gereformeerd Kerkboek 244 ‘Alle mensen moeten sterven’

Aanwijzingen voor exegese en prediking

In Jesaja 40: 1-11 komt de adventsboodschapper voor het voetlicht. Het beste nieuws heeft stemmen nodig die het laten horen. Jesaja 40: 1-11 komt in dit leesrooster tegen de achtergrond te staan van de profetie van Jesaja 1-39, geconcentreerd in de tekst van vorige week: Jesaja 2: 1-5. We ontdekken verbanden binnen Jesaja en ‘Deutero-Jesaja’.

De vraag wie Jesaja 40-66 geschreven heeft is theologische interessant. Is het een toevoeging aan het boek Jesaja door één of meer profeten uit de traditie van Jesaja? Of heeft Jesaja zelf teksten geschreven die pas later bekend gemaakt werden? Voor de prediking maakt het niet veel uit. Vast staat wel dat dat er inhoudelijke verbanden zijn. Nu in deze adventsperiode dit rooster – Het beste nieuw. Adventsberichten – en ook het NBG-leesrooster uit het eerste deel van Jesaja en uit Jesaja 40-66 lezen is dit een mooie kans om die verbanden te laten zien.

Wie Jesaja 2: 1-5 en 40: 1-11 naast elkaar legt ziet in beide gedeelten Jeruzalem, de stad waar God bij zijn volk woont. Het is het middelpunt waar alles naar toe beweegt. In Jesaja 2 is dit een toekomstdroom, in Jesaja 40 klinken stemmen om het goede nieuws te brengen in de ellendige situatie van de ballingschap. Het klinkt als een opdracht en een bemoediging.

Sprekend is in hoofdstuk 40 het contrast tussen de menselijke zwakheid en de kracht waarmee God in actie komt. Deze actie begint met de terugreis vanuit Babel naar Jeruzalem, maar blijkt daarmee niet voltooid te zijn. Johannes de doper kan de woorden uit vers 3 op zichzelf toepassen (Johannes 1: 23). Het komt vaker voor dat profetenwoorden nog maar een begin van vervulling krijgen als Israël terugkeert uit de ballingschap. Pas als Christus komt en een gemeente uit alle volken rond hem samen komt zie je die beweging groter worden. Dan worden ook wij er onderdeel van.

Wie gaat er op weg? Welke weg moet gebaand worden? Veel uitleggers denken aan de weg om door de woestijn naar Jeruzalem te reizen, maar J.L. Koole (in zijn commentaar op Jesaja in de serie Commentaar op het Oude Testament) verdedigt op goede exegetische gronden dat vers 3 in de oudtestamentische context moet betekenen dat God naar zijn volk toe komt. Daarvoor moet de weg bereid worden. Deze uitleg past goed wanneer de doper deze tekst op zichzelf toepast. Voorbereiding op het komen van God tot zijn volk. Dat is ook de boodschap van de tekst in onze tijd. Vers 4 is de opdracht de (geestelijke) obstakels uit de weg te ruimen. Hier beweegt de exegese zich als vanzelf in de richting van de preek. Denk aan Christus komst in de dagen van Johannes de doper. En aan zijn komst in ons leven. Aan welke obstakels moet je dan denken? Welke wonderen moeten er gebeuren om die op te ruimen? Wat is het goede bericht?

Zie ook:

Preekschets Jesaja 2:1-5 – 1e zondag van Advent

Preekschets Jesaja 65:17-25 – 3e zondag van Advent

Preekschets Jesaja 49:1-6 – 4e zondag van Advent

Preekschets Jesaja 9:5,6 – Kerstnacht

Preekschets Jesaja 52:7-10 – Kerstdag

Preekschets Jesaja 56:8 – Zondag na Kerst

Preekschets Jesaja 59:21 – Oudjaar

Preekschets Jesaja 60: 1-6 – Zondag Epifanie

Deze tekst is afkomstig uit ‘Het beste nieuws. Adventsberichten. Handreiking voor Advent & Kerst & Epifanie’ van het Steunpunt Liturgie GKV.

De complete handreiking is daar te downloaden.

Verder is beschikbaar: een Bijbelleesrooster voor alledag (met afbeeldingen), een coronaproof Inspiratie- en ideeënboekje, Vespers voor Advent en Epifanie, en een eenvoudige liturgie rond het aansteken van de adventskaarsen. Wie het Bijbelleesrooster en de Vespers koopt, krijgt het Inspiratie- en ideeënboekje gratis meegestuurd. Zie www.steunpuntliturgie.gkv.nl.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken