Menu

Premium

Preekschets Romeinen 8:23

Pinksteren

En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.

Romeinen 8:23

Schriftlezing: Romeinen 8:18-30
Thema: In blijde verwachting

Zie ook

Het eigene van de zondag

Het Pinksterfeest is het tweede grote feest van Israël na Pesach. Dit feest is oorspronkelijk een oogstfeest en draagt ook wel de naam ‘feest van de weken’ of ‘feest van de eerstelingen’. In Leviticus 23:15-21 vind je het meest uitgewerkte ritueel waarbij de nadruk ligt op het aanbieden van een gave uit de eerste opbrengst van de oogst. Dat gebeurde zeven volle weken en één dag na het aanbieden van de eerste oogst. Via het Griekse woord voor vijftig, pentêkostê, kennen wij het als Pinksterfeest. Het oude Pinksterfeest was een feest waarbij mensen een eerste deel van de oogst offerden aan God. Een gebruik dat in allerlei andere godsdiensten bekend was. Deze verbinding is vandaag van groot belang.

Uitleg

Eigenlijk zou deze grote perikoop thematisch in meerdere delen kunnen worden opgesplitst (18-23: het lijden als barensnood; 24-25: de hoop en volharding; 26-27: het gebed en de Geest; 28-30: de weg tot verheerlijking). De reden dat deze tekst toch als geheel gelezen kan worden is door de inclusio in vers 18 en vers 30: we beginnen en eindigen met luister en delen in zijn luister (het zelfstandig naamwoord doxan en het werkwoord edoxasen).

Aan het begin van onze tekst wordt direct een tegenstelling gecreëerd: het lijden tegenover de luister. Maar Paulus doet iets opmerkelijks. Hij plaatst het lijden in een heel specifieke context. Het kernvers daarbij is vers 23 waarin ons gevraagd wordt deze perspectiefwisseling mee te maken. Het kwaad en het lijden dat wij in dit leven en in deze wereld ondergaan is niet zinloze noodlottigheid (de slavernij van de vergankelijkheid, vers 21). Paulus laat ons het beeld zien van een vrouw die in barensnood is. Het kind dat in haar is moet geboren worden, maar deze geboorte gaat niet vanzelfsprekend. Iedereen die zelf een kind mocht dragen of een kind ter wereld heeft zien komen, kan het beeld ervaren ofwel herkennen. Paulus gebruikt juist deze voorstelling om het lijden van deze tijd te duiden. Het lijden is dus niet de erkenning van de machten van verwoesting en vernietiging, maar dat wat wij lijden is een teken aangevende dat er iets nieuws staat te gebeuren (de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt, vers 21). Daar wacht de schepping op, ze zucht en lijdt. Maar niet alleen zij, ook de gelovigen die hopen op dat nieuwe, zuchten in afwachting van die onthulling (vers 23). Het lijden wordt hiermee niet instrumenteel gemaakt alsof het een bepaald doel zou dienen, maar het wordt wel gezien als kenmerk van de weg naar verheerlijking. De waaromvraag wordt zo niet beantwoord, maar wel de vraag “waartoe?”.

In deze spanning tussen vergankelijkheid en luister, tussen lijden en verheerlijking, bevindt de gelovige zich. Maar niet zomaar. We kennen in dit leven niet slechts het lijden, maar we hebben de Geest van God gekregen. Die Geest noemt Paulus een voorschot (vers 23). Het lijden is dus geen voorschot op volledige vergankelijkheid, maar de Geest is het voorschot op volledige verheerlijking. Met dat woord ‘voorschot’ (aparchê) opent hij een hele wereld aan betekenis. In de LXX is voorschot het woord dat gebruikt wordt voor de eerstelingsgave die het volk moet aanbieden op het Pinksterfeest (onder andere Exodus 23:16; 34:22; Leviticus 23:15-21). Onze tekst is dus met recht een tekst voor Pinksteren!

Tijdens het Pinksterfeest werd een gave van de nieuwe oogst aan God aangeboden als dankbaarheid voor de oogst. De seculiere variant vinden we ook vandaag nog in Frankrijk met de Beaujolais Primeur en in Nederland met de Hollandse Nieuwe. Wanneer deze laatste op de markt komt wordt voor het eerste vaatje een enorm bedrag betaald (90.000 euro in 2016; het geld gaat naar een goed doel). Deze eerstelingsgave is waardevol omdat ze de hele oogst, productie of vangst representeren. Het gaat dus niet alleen om het temporele aspect, met het offer van het eerste aan God wordt pars pro toto de hele oogst aan hem gewijd.

Maar Paulus speelt met zijn hoorders! Want gek genoeg zijn het niet wij die aan God offeren op dit Pinksterfeest. Romeinen 8:23 zegt dat God ons zijn eerstelingsgave offert! De omgekeerde wereld. Gods aanbieding deze morgen is de eerstelingsgave van zijn volkomen toekomst. En met dit voorschot belooft Hij ons de hele oogst!

In de verkondiging kan zich nu op tweeërlei wijze een opmerkelijke omkering of ontdekking ontvouwen.

Aanwijzingen voor de prediking

Een vooronderstelling voor de verkondiging is dat we in een dubbelzinnige werkelijkheid leven. Tussen lijden en luister in. In hetzelfde ziekenhuis wordt de intense vreugde van genezing en herstel ervaren naast het diepste verdriet van afscheid en loslaten. In dezelfde straat gaat de vlag uit vanwege een gehaald examen en leeft achter een dichte deur de angst vanwege huiselijk geweld. In hetzelfde mensenleven kan liefde gevonden worden en verloren gaan. Dat is ons bestaan. De eerste ontdekking die hier geboden wordt is de perspectiefwisseling van lijden in slavernij aan de vergankelijkheid tot lijden in het perspectief van verheerlijking. De barensweeën van de schepping en het zuchten van gelovigen. De geboorte van eigen kinderen kan als voorbeeld dienen, mits met pastorale gevoeligheid gebracht. In vrijwel elke gemeente zijn mensen gewild of ongewild kinderloos en velen kennen het verdriet van stukgelopen verwachting. In de literatuur zijn veel sterke voorbeelden te vinden. Ik denk aan de prachtige debuutroman van Kris van Steenbergen, Woesten (2013), waar de geboortepijn ruw gevoeld wordt en doorwerkt in de rest van de levens van de boorlingen. Tenslotte zijn zwangerschap en geboorte zijn populaire thema’s in films.

Maar totdat het kind geboren is, midden in de ambivalentie, is daar de Geest als voorschot. Hier komt het opnieuw aan op ontdekking. De hoorders mogen in deze tweede ontdekking meegenomen worden in de betekeniswereld van dat ene woord “voorschot”. Met het thematiseren van de Geest maken we een brug tot het Pinksterfeest waarvan we de achtergrond kunnen uitleggen als oogstfeest waarbij de eerstelingsgaven aangeboden worden (eventueel met verwijzingen naar het Eerste Testament). Deze kennisoverdracht is niet direct spannend. Maar zij legt het vloertje waarop de ontdekking gebouwd kan worden. Want Paulus sluit in onze tekst met zijn “voorschot” aan bij dit bekende gebruik, dat niet alleen bij Jood, maar ook bij heiden als bekend verondersteld mag worden.

Maar dit is een bijzonder Pinksterfeest. Want vandaag bieden niet wij onze eerstelingsgaven aan God. Nee, vandaag biedt God ons zijn eerstelingsgave, de heilige Geest. Daarmee krijgt het werk van de Geest een voorlopig en een vooruitwijzend karakter. Voorlopig, omdat de eerstelingsgave maar een klein deel van de daadwerkelijke oogst betreft. We mogen het voorschot van de Geest niet verwarren met de voltooiing. Om in het beeld van zwangerschap te blijven dat Paulus ons aanreikt: als aanstaande ouders naar de verloskundige gaan en daar de hartslag kunnen horen van het ongeboren kindje, of via een echoscopie het kindje kunnen zien en mogen zien dat het gezond en goed groeit, dan is dat reden tot grote blijdschap. De groei van de buik en de eerste gevoelde beweging van het kindje kunnen ouders reden tot vreugde geven. Tegelijkertijd is dit blijdschap met een voorlopig en vooruitwijzend karakter. De vreugde om deze eerste tekenen vindt haar bestendiging in iets dat nog staat te gebeuren: de geboorte van het kind. De tekenen van de geboorte van Gods toekomst mogen dus ook in ons bestaan al zichtbaar worden. Daar waar recht en vrijheid heersen in onze wereld. Daar waar mensen elkaar in vrede ontmoeten. Daar waar mensen in verbondenheid met alle heiligen God zoeken. Maar ook daar waar mensen op gewone en buitengewone wijze Gods troost en kracht mogen ervaren in hun leven. Dat alles mag ons vreugde geven omdat het een ondubbelzinnige aankondiging van een nieuwe wereld is.

We mogen het voorschot dus niet verwarren met de oogst. De mooie signalen van de zwangerschap (Paulus laat, zo zagen we al, ook het lijden zien als de pijnlijke signalen, barensweeën) niet met de geboorte van het kind.

Afhankelijk van je eigen kerkelijke context wordt van je gevraagd om meer of minder nadruk te leggen op de blijdschap om het voorschot of de voorlopigheid ervan. Daar waar niet of niet meer verwacht wordt en de gemeente de geest gegeven heeft, mag benadrukt worden dat God ons nu dit voorschot aanbiedt. Daar waar te veel verwacht wordt en de gebroken werkelijkheid vanuit geestdrift genegeerd wordt, mag gezegd worden dat het voorschot en de oogst niet hetzelfde zijn. Wachten en lijden horen bij de weg tot de voltooiing.

Ideeën voor kinderen en tieners

De focus van de preek is dat de Geest als klein deel van de grote toekomst van God nu al aan ons gegeven is. Een mooi voorbeeld om dat duidelijk te maken is met een sleutel die toegang geeft tot een groter iets. Een fiets en een fietssleutel, bijvoorbeeld. Als je het aanschouwelijk wilt maken zet je de fiets op slot in de kerkzaal. Je vraagt de kinderen of ze de fiets willen halen. Zonder sleutel lukt dat niet. Maar als je ze de sleutel geeft, krijgen ze mogelijkheid om de fiets mee te nemen. Dit kan je verbreden met andere voorbeelden. Vraag aan de volwassenen in de kerk welke sleutels ze in hun zak hebben en waar die voor dienen (om niet de druk alleen maar bij de kinderen te leggen). Geef desnoods zelf voorbeelden: als ik je de sleutel tot mijn huis geef, geef ik je daarmee toegang tot mijn huis. En de sleutel van de kerkzaal geeft toegang tot de kerk. Als kinderliederen kunnen gezongen worden HH 222) en OpwK227.

Liturgische aanwijzingen

Als eerste lezing kan gekozen worden voor de beschrijving van het Wekenfeest in Leviticus 23:15-21. Ps 126 is een prachtige psalm voor dit Pinksterfeest (vooral vers 3). Ook in NLB 672:1,3,7 wordt het ‘feest der eerstelingen’ aangehaald. Verder Ps 33:1,2,7. Een mooi contrast tussen onze offers aan God en Gods gave aan ons vind je in Ps 66:5 en 7. NLB 971:3 maakt een mooie verbinding tussen de gaven die Christus nu uitdeelt en de voltooiing: “Kom, Here Jezus, kom” (maranatha).

Geraadpleegd

  • De Vaux, R.(19783). Hoe het Oude Israël Leefde. De instellingen van het Oude Testament. Deel 2. Utrecht: Wristers.

  • Dunn, J.D.G. (1988). Romans 1-8 (WBC). Dallas, TX: Word Books.

  • Jewett R. & Kotansky R.D. (2007). A Commentary on the Book of Romans (Hermeneia). Minneapolis: Fortress Press.

  • Redactie (2016). “Eerste vaatje haring brengt 90 duizend euro op”. De Volkskrant, 14 juni 2016. Geraadpleegd 20 maart 2017 op http://www.volkskrant.nl/economie/eerste-vaatje-haring-brengt-90-duizend-euro-op~a4320231/

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken