De penningmeester
We kennen er allemaal wel één of meer, van die bevlogen mensen die vol enthousiasme ‘ervoor gaan’. In de kerk, in onze gemeenten of omgeving zetten ze zich in voor de/een goede zaak. Deze keer wordt Willem in het licht gezet, een ‘bevlogen mens’ die het liefst stil en bescheiden z’n taak doet, maar o zo onmisbaar is…
Bij alle taken in de kerk is die van penningmeester wel een heel bijzondere. Willem heeft intussen zijn sporen wel driedubbel verdiend. Hij vierde ooit zijn twaalfeneenhalfjarig penningmeesterschap. Die jaren werden verdubbeld en inmiddels gaat het over bijna 35 jaar penningmeester zijn. Willem maakte eigenlijk alle veranderingen mee: van handgeschreven de boeken bijhouden tot nu de nieuwste digitale en vereiste programma’s bedienen.
In gesprek met Willem vroeg ik hoe hij dat cijferwerk voor de kerk toch zo lang en zo stilletjes volhoudt. ‘Weet je,’ zei hij, ‘we zijn kerk met z’n allen en ieder doet iets. Ik houd nou één keer van cijfertjes en dat een beetje bijhouden. Het klinkt misschien gek, maar dat vind ik leuk en dat kan ik. Ik ben niet geschikt voor ouderling of diaken en ik houd helemaal niet van praten en eindeloos vergaderen. Dat laatste, daar hoef ik nu niet per se aan mee te doen en toch lever ik een concrete bijdrage in het vrijwilligerswerk voor de kerk. Ik vind het fijn om resultaat van m’n werk te zien. Het penningmeesterschap zit helemaal in m’n systeem en ritme.
Vroeger kon ik het op mijn eigen manier doen, dat gaat nu niet meer…
En ik kan het mooi op m’n eigen tijd doen. Iedere zaterdagmorgen tussen half tien en half één ben ik ermee bezig. Op de dagen door de week kijk ik er af en toe even naar. Mooi als het jaaroverzicht en de begroting weer kloppend zijn. Dat is altijd een heel gepuzzel, maar juist die puzzel vind ik wel leuk om te doen.’
‘Nou ja,’ zei ik, ‘het is vast en zeker gemakkelijker en tijdbesparender geworden nu alles via de computer gaat.’ ‘Was dat maar waar,’ verzucht Willem. ‘ Vroeger kon ik het op mijn eigen manier doen. Dat gaat nu niet meer. Het is eigenlijk ingewikkelder geworden. De Landelijke Dienstenorganisatie vraagt wel heel veel van ons en ik vraag me af of ze dat wel in de gaten hebben. Het is dat ik op de bank werkte en mijn werkervaring meebreng en me wel red met de programmatuur… maar anders…? Niet dat ik mijzelf zo bijzonder vind, hoor, en het nog heel veel jaren wil doen, maar als ik in onze gemeente rondkijk, zou ik niet weten wie mij zomaar kan opvolgen. Zowel qua tijdsinvestering als qua kennis.’
We praten daar nog eens even op door. Volgens Willem zou er in een volgende situatie naast de penningmeester een betaalde externe boekhouder aangetrokken moeten worden. Maar ja, dat is weer een kostenpost, terwijl de penningmeester toch al woekert met teruglopende vrijwillige bijdragen. De kerk van Willem heeft kortgeleden nog een erfenis ontvangen. Ook dat komt gelukkig voor. ‘Bijzonder, hoor, voor de gemeente en ook voor de penningmeester en het geeft lucht,’ zegt Willem, ‘daar zouden we elkaar wel weer eens op kunnen attenderen als het gaat om schenken. Dat is ook een verandering bij vroeger, toen was dat heel gewoon om te doen.’
We hebben het nog even over acties die ontwikkeld worden rondom kerkbalans en de veranderingen ook op dit terrein. Volgens Willem helpt een persoonlijk praatje toch altijd nog het best. Maar ja, ook hier geldt: wie kan dat praatje houden en wie snapt dat praatje nog? ‘Komt tijd, komt raad’, zegt Willem, en: ‘Ik ga nog even door.’
Mathilde de Graaff is als predikant verbonden aan de Protestantse Gemeente ET-10 op Terschelling. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.