Menu

Premium

Preekschets Filippenzen 4:5-6, 3e zondag van advent

Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden.

Filippenzen 4: 5-6

Schriftlezing: Filippenzen 4: 4-7

Zie ook

Het eigene van de zondag

De derde zondag van de Advent is een feestelijke zondag. Het roze kleed, dat het witte licht van het naderende Kerstfeest al door het purper van de inkeer doet schijnen, zal veel mensen een lust voor het oog zijn. Ook de naam Gaudete, verheugt u (citaat uit deze brief) stemt veel mensen tot blijdschap. Maar aan de andere kant ís het nog geen Kerst. Er is nog een zondag te gaan, en nog wel de zondag ‘Rorate’ (verschaf mij recht). Het kan pas ècht kerst zijn als dat ook bewerkstelligd is.

Uitleg

Het is een korte brief, de brief aan de Filippenzen. Paulus schrijft hem vanuit de gevangenis en het leven ziet er niet goed uit. Niet voor Paulus, maar ook niet voor de gemeenschap. Herhaaldelijk roept Paulus op om vooral rustig te blijven, hun blik te richten op Jezus en te worden als hij. In de beroemde Christus-hymne (Filippenzen 2) schrijft hij: ‘laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had’. Jezus wordt daar beschreven als iemand die zijn wezen losliet voor de wereld, die vernederd werd en daardoor verhoogd. De nederigheid waarover Paulus hier schrijft, is van begin af aan al duidelijk: niet voor niets kwam hij als een kwetsbaar en hulpeloos kind op de wereld.

Dit alles deed Jezus voor de mensheid, iets waar de mensheid tot op de dag van vandaag dankbaar voor mag zijn. Die dankbaarheid wordt hier verder uitgewerkt in deze perikoop: ‘verheug u in de Heer. Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen’. Dat lijkt makkelijker dan het is, want ook hier gaat het weer om een levenshouding, die, als je hem goed uitvoert, de vrede van God zal geven. Een vrede die ook je hele leven zal beheersen: de vrede van God die alle verstand te boven gaat, zal uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren (vers 7).

De hele brief is doortrokken van de verwachting dat Jezus op korte termijn terug zal komen. Wel is er enige reden voor bezorgdheid. Er zijn veel spanningen in de gemeente, Paulus’ bezoek om orde op zaken te stellen is uitgebleven en de bode die de gemeente aan Paulus gestuurd heeft, is ziek geworden. In de tussentijd is de Heer, wiens wederkomst men iedere dag verwachtte, nog steeds niet op aarde teruggekeerd. Het ‘verheugt u’ kan troostend werken, maar ook als een doekje voor het bloeden. Want wie blijft er nog verheugd als alles waarop je hoop gevestigd is, niet uitkomt of zelfs afbrokkelt? De opgave om vrolijk en vriendelijk blijven, is dan een hele grote.

Toch loont het de moeite volgens Paulus. Want wie een vriendelijk mens wordt, volgt volgens Paulus ook Jezus na. Hij trad veel mensen op zijn weg vriendelijk tegemoet, hielp ze waar hij kon (ook als ze keer op keer weigerden hem te begrijpen overigens), maar hij kon mensen ook goed de waarheid vertellen. Precies wat een vriend ook doet. Wie dit voorbeeld van Jezus volgt, zal merken dat hij of zij het zich zal kunnen veroorloven om zich tot een ander te wenden, hem of haar te helpen, zelfs te vergeven. Juist omdat de Heer nabij is.

Dat eschatologische gegeven relativeert veel. Als de Heer komt, wordt alles anders, zo zal de gedachtegang zijn. Die verwachting maakt dat christenen blij kunnen zijn. Hun vreugde komt van de Heer en die vreugde maakt hen vriendelijk. De wetenschap dat je bij Jezus hoort, maakt dat je anders kan leven: uit dankbaarheid en met vreugde voor wat je krijgt. Dat geeft een mens de moed om in zware tijden toch verder te leven, te hopen en te bidden.

Aanwijzingen voor de prediking

Wees blij! Het zal menig kerkganger vrolijk stemmen. Maar wie langer nadenkt over de oproep die hier uitgeroepen wordt, zal toch op zijn minst de wenkbrauwen fronsen. Hoe kan je blij zijn en je geen zorgen maken als er net een oordeel over je leven is gegeven door een arts? Hoe kunnen mensen je kennen als vriendelijke mensen als je iedere dag getreiterd wordt op school of werk? Hoe kan je je verheugen als alle hoop de bodem ingeslagen wordt?

Die spanning is precies wat deze zondag in de Advent in zich heeft: aan de ene kant mogen we ons verheugen over het feit dat het kerstfeest nabij is. Dat we samen mogen vieren dat Jezus op aarde is gekomen om ons voor te doen hoe te leven, te handelen en los te laten. Maar de wereld waarin dit gebeurt, is er een die haaks staat op dat gegeven. En de dankbaarheid voor Jezus’ daden kunnen vervagen als we verblind worden door de zaken die dagelijks onze aandacht opeisen.

Het gaat er dan in deze tekst ook niet om of we als christenen onze zorgen moeten wegwuiven met het argument dat Jezus ons toch wel zal bevrijden. Of om onder iedere tegenslag ongekend optimistisch en vrolijk te blijven. Het gaat er juist om dat we met ‘hulp van boven’ juist de instrumenten aangereikt krijgen om deze zorgen anders aan te pakken: ze bij God te leggen met het vertrouwen dat hij ze hoort, wat het ook is. Dat God zijn naam ‘ik zal er zijn’ altijd zal waarmaken, en dat hij dat op ultieme wijze in Jezus Christus heeft laten zien. Dat Jezus een vriend is, in alle betekenissen van het woord: helpen, maar ook de waarheid vertellen als dat nodig is. En dat geeft veel redenen tot dankbaarheid. God zij dank.

Liturgische aanwijzingen

NLB 450 is het lied bij uitstek om op deze zondag te zingen. Het geeft het karakter van de zondag aan en past naadloos bij deze tekst. De melodie is niet bekend, maar ook niet erg moeilijk. Ook NLB 448, Het volk dat wandelt in het duister, kan heel goed op deze zondag gezongen worden. De spanning tussen de moeilijke tijd waarin we nu leven en de dankbaarheid van het naderende komen van Jezus worden hier heel mooi naar voren gebracht. Het lied O kom, o kom Immanuël (Liedboek voor de Kerken 125) past ook mooi, vooral vanwege het ‘weest blij, weest blij’ in het couplet. Dit lied staat – in licht gewijzigde vorm – ook in het Liedboek uit 2013. Het lied laat daar meer het karakter van de O-antifonen zien (antifonen bij de Psalm die de laatste 7 dagen voor de kerst klinken en een acrostichon vormen. Alle eerste letters van de ‘titels’ van Jezus van achter naar voor gelezen levert de tekst ERO CRAS ‘ik kom morgen’ op), maar mist de herhaalde oproep uit deze tekst die in de ‘oude’ versie wel mooi naar voren komt.

Met de kinderen

Je kan met de kinderen op deze zondag heel goed nadenken wat hen vrolijk kan maken. Is dat alleen als er wat leuks gebeurt? Of zit daar altijd iets van dankbaarheid onder? Je kan de kinderen een glas in lood raam laten maken (met stokjes van ijslolly’s en gekleurd papier of met tekeningen die je later doorzichtig maakt met zonnebloemolie) van dingen waar ze dankbaar voor zijn. Het is vooral goed te zien als het licht/Licht door het glas schijnt.

Geraadpleegde literatuur

Het vierde deel uit de serie Woord in Beweging (Kampen, 1985). 


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken