Menu

Premium

Preekschets Romeinen 15:7 – 2e zondag van Advent

Tweede zondag van de Advent

Romeinen 15: 7

Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard

Schriftlezing: Romeinen 15: 4-13

Zie ook

Het eigene van de zondag

De tweede zondag van de Advent wordt gekleurd door Psalm 80, waar het gaat over het volk van Sion, dat opgeroepen wordt om zich te richten op God die komt om alle naties te redden. In de brief aan de Romeinen lezen we een indrukwekkende preek waar met een behoorlijke hoeveelheid jargon wordt herinnerd aan dit gegeven. Het lijkt erop dat de ontvangers van de brief zijn vergeten voor wie Christus op de aarde is gekomen: voor de joden die van jongs af aan al met de religie van de aartsvaders zijn opgegroeid, en voor de ‘heidenen’, de mensen die op latere leeftijd een bekering hebben doorgemaakt. In de brief wordt dus gepleit voor vrede op aarde voor alle mensen. 


Uitleg

In de brief staat een indrukwekkende hoeveelheid jargon en lange zinnen. Dit kan voor de lezer moeilijk zijn om in eerste instantie te doorgronden. Ook wordt er behoorlijk veel uit het Oude Testament geciteerd. Het lijkt erop alsof de ontvangers van deze brief hun Bijbelse geschiedenis goed beheersen en hun weg weten in de Bijbel. Maar met die citaten hoopt de briefschrijver wel te kunnen bewerkstelligen wat er moet gaan gebeuren: dat alle groepen in de gemeente gelijk zullen zijn.

Als we kijken naar de context, zien we dat dit het laatste stuk is van deze brief. In dit laatste stuk gaat het over hoe je je als christen op dient te stellen. In eerste instantie richting de overheid en de buitenwereld (hoofdstuk 12 en 13), later richt hij zicht ook op de interne gemeenschap (hoofdstuk 14 en 15). Dat doet vermoeden dat er aanleiding is om vermanende woorden over dit onderwerp te schrijven.

Blijkbaar is er een conflict gaande tussen de joods-christeljike minderheid en een heiden-christelijke meerderheid. De eerste groep heeft nog allerlei tradities, kennis (van de schriften!) en rituelen overgenomen uit de traditie waar zij vandaan komen. Tradities die een exclusieve uitwerking kunnen hebben op de laatste groep. Die groep (de ‘heidenen’) laten zich er weer op voorstaan, dat zij zich bekeerd hebben en bewust hebben gekozen.

De brief wijst de groep (niet voor de eerste keer) naar Christus. Sinds hij onder de mensen is verschenen, is het niet meer van belang of je nu een joodse afkomst hebt of niet, of je de bijbel van kaft tot kaft kent of je aan de juiste regels houdt. Het gaat erom, om één gemeente in zijn naam te zijn. Met elkaar vormt de gemeenschap het lichaam van Christus, en ieder heeft een eigen stem. De kloof die in het verleden tussen de verschillende groepen liep, is door Christus gedicht. Iedereen kan zich, via Jezus, tot God wenden.

Het is de schrijver van groot belang dit alles in te bedden in de schriften. Daarom citeert hij uit alle boeken: Tora (Deuteronomium), Nebiim (Jesaja) en Chetubim (de Psalmen). Steeds weer blijft hij benadrukken dat Jezus de schriften naar de letter vervuld heeft, om zo duidelijk te maken dat iedereen in het heil mag delen. Dat hij dat ietwat creatief doet, dat moge duidelijk zijn… Het doet hier niet ter zake, de schrijver wil een punt maken en hoogstwaarschijnlijk heeft hij dat met deze citaten voor elkaar gekregen.

Aanwijzingen voor de prediking

Als de hoorders door de woordenbrij heen gekomen zijn, zullen ze zich zeker herkennen in de situatie van mensen die elkaar om wat voor reden ook uitsluiten van deelname aan iets. Ze zullen al snel een bepaald conflict uit hun eigen leven op hun netvlies zien verschijnen: die vervelende collega, de buurman die hen geen recht van overpad wil verschaffen of een andere situatie waar mensen elkaar het leven zuur kunnen maken.

Net als bij de vorige hoofdstukken mag men het weer dichterbij zoeken. Het gaat hier om onenigheid tussen groepen binnen de gemeenschap. Tussen mensen die hebben aangegeven met elkaar Jezus te willen volgen, die elkaar daarin ook hard nodig hebben (toen, met een opstartende gemeenschap, maar nu weer nu de ledenaantallen rap dalen). In de brief wordt hier nadruk gelegd dat de leden van de gemeenschappen aan elkaar zijn gegeven en dat ze het met elkaar hebben uit te houden.

Ook al leven wij duizenden jaren verder, deze situaties is ons niet vreemd. Ook in onze eigen gemeenten zijn genoeg groepen aan te wijzen die zichzelf beter vinden dan anderen, die vinden dat ze meer rechten hebben of die menen dat de rest vooral rekening heeft te houden met hen. En dát is volgens deze briefschrijver nou nèt niet de bedoeling. Want gerommel binnen in de gemeente, baant zich gemakkelijk een weg naar buiten. En het kan er ook nog voor zorgen dat de sfeer zodanig verziekt wordt, dat mensen eigen gemeenschappen gaan stichten en er grote verdeeldheid ontstaat.

Het is wellicht nog lastig om dit in verband te brengen met de Advent, hoewel vers 12 naar de beroemde tekst uit Jesaja citeert waar een telg uit Isaï zal voortkomen en tegelijkertijd ook aanhaalt dat de Messias verschenen is aan iedereen. Daarnaast is het zo, dat alle christenen zich in de periode voor kerst (zeker nu Sint Nicolaas ook ons land weer verlaten heeft) richten op het feest waar één boodschap duidelijk centraal staat. Jezus Christus is geboren, te midden van een verdeelde wereld opdat er vrede op aarde zal zijn voor alle mensen. Christus is niet van één groep, maar voor alle mensen. Dit heeft hij maar al te vaak laten zien tijdens zijn leven op aarde.

Die wereld, waarover wij met Kerst weer zullen zingen, lijkt onbereikbaar. Maar in deze brief worden we met de neus op de feiten gedrukt: wij kunnen ervoor zorgen dat binnen de gemeenschap van Christus wel degelijk plek is voor alle mensen, welke achtergrond ze ook hebben.

Liturgische aanwijzingen


Niet een typisch lied voor de Advent, wel passend is lied 498 uit Gezangen voor Liturgie, Mogen allen één zijn, een gebed voor de eenheid van de christenen. Als kyrielied kan op deze zondag, als de nadruk zo op eenheid en heling ligt, NLB 462, Zal er ooit een dag van vrede klinken. Bij deze lezing is het tweede vers van NLB 455, Het zal geschieden in de laatste dagen geschreven. Hierin komt vooral de rol van Jezus als bruggenbouwer mooi tot uitdrukking.

Met de kinderen

In de tekst ligt de nadruk vooral op het feit dat Jezus voor iedereen naar de wereld is gekomen, niet alleen maar voor een bepaalde groep. Je zou met de kinderen kunnen bedenken wat je op een uitnodiging zou kunnen zetten om alle mensen voor het kerstfeest uit te nodigen.

Geraadpleegde literatuur

  • Het vierde deel uit de serie Woord in Beweging (Kampen, 1985). 


  • Een dwarse brief. De brief aan de Romeinen, Abma, A. en Ruiter, H. (Kampen, 1992)

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken