Menu

None

Amos en Micha

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bijbelse en moderne profeten

De eerste de beste profeet en een schijnbaar mislukte profeet

Heeft u dat ook wel eens: profetische neigingen? Vooral predikanten schijnen daar nogal eens last van te hebben. Wie wil er nu niet eens flink de waarheid zeggen? En het is helemaal mooi als je dat kunt in de overtuiging dat je namens God spreekt of – iets minder hoogdravend – met bijbels gezag. Juist de Bijbel leert ons echter ook dat wie zich geroepen voelt tot profeet het zwaar kan krijgen en soms ook aan zichzelf kan gaan twijfelen.

Amos en Micha. Detail van de bronzen deur van San Ranieri (romaans) aan de dom van Pisa, Italië (foto: GvB).

In dit nummer van Schrift gaat het vooral over Amos. Men kan hem de eerste en beste profeet noemen. In de Hebreeuwse Bijbel moet hij de grote profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiël voor laten gaan en van de daarop volgende Twaalf Profeten is hij de derde in de rij. Dat geeft een vertekend beeld. Zeker als men die Twaalf ook nog als Kleine Profeten aanduidt.

Historisch gezien is Amos de eerste van de profeten wier woorden in de Hebreeuwse Bijbel zijn overgeleverd. Hij heeft in woord en daad de toon gezet. In zijn bijdrage geeft Bob Becking een helder overzicht van de boodschap van Amos tegen de historische en sociologische achtergrond van zijn tijd. De profeet wijst op ernstige economische en godsdienstige misstanden waardoor het gelijkheidsideaal zoals dat te vinden is in de Wet van Mozes uit het zicht geraakt.

Rudy Van Moere zoomt in zijn bijdrage vervolgens in op de slothoofdstukken van het naar Amos vernoemde boek. In vijf visioenen laat God aan Amos en via de profeet aan zijn hoorders/lezers zien hoe slecht het met Israël gesteld is. Israël hoeft niet te denken dat het vanwege zijn uitzonderingspositie bij God zomaar alles kan maken. Volgens het beroemde/beruchte vers 9:7 is Israël voor God zelfs gelijk aan Filistijnen.

Willien van Wieringen heeft die tekst nog eens nauwkeurig nagelezen. Het lijkt er toch op dat de Filistijnen gezien moeten worden als de vijanden bij uitstek. Lees het hier.

Veel aandacht is er in dit nummer voor de oude Griekse vertalingen. Dries de Crom geeft een heldere inleiding over de eigen aard van de verschillende vertalingen. Ze laten zien dat ze ook opgevat kunnen worden als een eerste interpretatie, waarbij opvalt dat er zowel in de vertaling van Amos als in die van Micha meer ruimte is voor de volken. Ook recente nieuwe vondsten van oude manuscripten passeren de revue.

Nog meer vroege interpretatie komt aan de orde in de bijdrage van Arco den Heijer. Hij doet uit de doeken waarom het citaat van Amos 9:11-12 in de redevoering van Jakobus in Handelingen 15 zo afwijkt van de tekst in de Hebreeuwse Bijbel. Daarbij voert hij de lezer langs boeiende omwegen van Septuaginta, Qumran en Rabbijnse teksten.

Daarna krijgt dan eindelijk Micha de aandacht. Klaas Spronk laat in zijn artikel zien dat Micha het nog moeilijker moet hebben gehad dan zijn voorganger Amos. Net als Amos ondervond Micha veel tegenstand van zijn omgeving, maar Micha zal daarbij ook aan zichzelf zijn gaan twijfelen. Het leek namelijk of zijn onheilsprofetie niet uitkwam. Zou hij zich hebben vergist? Jeremia wist later wel beter. Micha is zijn voorbeeld, maar dan zijn we al wel 150 jaar later.

Klaas Spronk is blijkens zijn bespreking erg enthousiast over het boek van Marleen Reynders over de Exodus. U kunt het hier nalezen.

Gerard van Broekhuizen laat ten slotte in zijn Bijschrift zien wie de bijbelse profeet in werkelijkheid was. De Spaanse kunstenaar Pablo Gargallo zag dat beter dan heel moderne bijbellezers.

We hopen met dit 308e nummer van Schrift bij te dragen aan zo’n goede kijk. Misschien helpen we daarmee ook om goed om te gaan met onze eigen neiging tot profetie.

Klaas Spronk is hoogleraar Oude Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit Amsterdam en hoofdredacteur van Schrift.


Inhoudsopgave

De boze boer uit Tekoa
Over maatschappijkritiek in het boek Amos
Bob Becking

Amos’ hartzeer voor Israël
Rudy Van Moere

Filistijnen als onkruid
Nadenken over een volk naar aanleiding van Amos 9:7
Willien van Wieringen

Amos en Micha in de Septuaginta
Dries De Crom

Het gebruik van Amos 9:11-12 door Jakobus in Handelingen 15
Arco den Heijer

Micha – van ‘valse’ tot ware profeet
Klaas Spronk

Exodus. De impact van een Bijbelse migratie – Reynders
Klaas Spronk

Bijschrift
Profeet
Gerard van Broekhuizen


Amos en Micha
Schrift 2022, nr. 4

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken’

Het vijfde boek van Mozes spreekt in hoofdstuk 4 dankbare verbazing uit over Gods verbondenheid met zijn volk in Mozes. In de hele geschiedenis van God met de mensheid kwam zo’n unieke verbondenheid niet voor (Deuteronomium 4:32-33). De beproevingen logen er niet om, maar ook Gods wonderdaden niet (4:34). Jullie boffen dat jullie dit te zien gekregen hebben (4:35) en je hebt zijn woorden ook nog mogen horen (4:36). God zelf heeft jullie bevrijd (4:37). Onderhoud dan zijn geboden, dan is deze band niet kapot te krijgen en zal het jullie goed gaan (4:40).

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

Brood genoeg voor iedereen

In het Evangelie van Johannes heeft Pasen een belangrijke plek. ‘De inzichten van na Pasen zijn leidinggevend in dit Evangelie en hebben hun stempel gedrukt op het verhaal van Jezus vóór Pasen,’ schrijft professor Martin de Boer. Je moet dus niet alleen de gebeurtenissen rond Pasen, maar ook de rest van het Evangelie lezen in dat licht. Het teken van het brood in Johannes 6 kan dan ook gelezen worden als een opmaat naar Pasen. En zo is er in de uitleg ook een verbinding te maken naar het eten van het Pesachmaal in Jozua 5.

Nieuwe boeken