Menu

Premium

Preekschets Marcus 15:1 – 5e zondag van de veertigdagentijd

Pilatus had de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten op verzoek van het volk (Marcus 15: 6).

Schriftlezing: Marcus 15:1-15

Zie ook

Het eigene van de veertigdagentijd

In de veertigdagentijd is het de tijd voor inkeer en terughoudendheid, zoals in het vasten tot uitdrukking komt. Kerk in Actie is ook altijd actief met verschillende projecten. Dit heeft alles te maken met de lijdensweg van Jezus, de weg van het offer, dat dienstbaar is en tot iets goeds leidt. Verzoening door Christus is een geschenk en motiveert tot verzoeningsgezindheid. Die samenhang kenmerkt het eigene van de christelijke levenshouding.

Uitleg

Marcus legt eigen accenten. De keuze voor Barabbas en de bespotting door de soldaten worden breed belicht. En opvallend vaak klinkt het woord koning (15: 2,9, 12,18,26,32). De onderhandelingen voor Pilatus krijgen juist weinig aandacht. Van de kruiswoorden van Jezus heeft Marcus alleen de verwijzing naar Psalm 22: Eloï, eloï, lama sabachtani? – mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij Mij? Het is de smartelijke toon van godverlatenheid, waarin zoveel mensen zich in aller-moeilijkste omstandigheden soms in kunnen herkennen. Toch is het goed om te zien, dat Marcus de overgave aan het kruis vooral beschrijft als de levensgang van Koning Jezus.

Vers 1
Opvallend is hoe Marcus schrijft: ‘deze overpriesters met de oudsten en wetgeleerden en heel het Sanhedrin’. Deze personen vormen het Sanhedrin. We mogen er het officiële karakter van de uitlevering in zien. Zeker ook tegen de achtergrond van ‘Bij het aanbreken van de dageraad’: het is net licht aan het worden en tot de duistere gang van de uitlevering kan nu besloten worden, want het sanhedrin kan als rechtscollege alleen overdag vergaderen. Het is een formaliteit – aan alles is gedacht om geen vormfout te maken. De uitkomst van het beraad is zichtbaar: Jezus wordt ‘gebonden’ en overgeleverd aan Pilatus. De Romeinse gezagsdragers zijn vroege vogels, dus je kunt meteen bij hen terecht. Er is de haast door het naderende Pesachfeest.

Vers 2

Pilatus stelt een vraag over het koningschap van Jezus, die met gebonden handen voor hem staat. Een gebonden koning? Pilatus krijgt als antwoord: ‘dat zegt ú’, of ook te vertalen met: ‘precies zoals u zegt’. Geen instemming, maar later (vers 9) blijkt Pilatus nog steeds te denken aan de ‘koning’ (der Joden). Pilatus ziet de Koning in ware gedaante – met boeien om de polsen, als lijdende koning voor zijn volk en voor de wereld.

Vers 3-5

Jezus laat zich zonder woorden zien aan Pilatus als gebonden en lijdende Koning. De overpriesters tonen zich als hoofdpersonen in hun beschuldigingen. Pilatus is weer verbaasd, dat Jezus zwijgt. Want normaal is dat mensen opvliegen als ze ten onrechte beschuldigd worden. Jezus kiest voor stilte als een schaap dat stom is voor zijn scheerders (vgl. Jesaja 53:7). Onbegrijpelijk voor Pilatus. In de verbaasde ogen van Pilatus weerkaatst de diepste profetische betekenis van deze Koning.

Vers 6-15

Om aan één gevangene gratie te verlenen op een Joodse feestdag is alleen in Bijbelse bronnen te vinden. Het hoeft geen algemeen Romeins gebruik te zijn om in Jeruzalem plaatst te kunnen vinden. Het kan een plaatselijke regeling zijn in Jeruzalem.

Barabbas komt in beeld. In Jeruzalem is op de Via Dolorosa tegenwoordig een klein bordje met de aanwijzing: gevangenis van Barabbas. Als de deur open staat, kun je zomaar de gevangenis betreden die diep onder de grond is: hoe dieper je afdaalt, hoe ouder de grond.

Wordt veelal vertaald: iemand met de naam Barabbas. Beter kan vertaald worden: ‘de genoemde Barabbas’. Daarbij kan Barabbas genoemd zijn, omdat hij is voorgedragen als vrij te laten gevangene. Dat past weer bij vers 6: ‘Pilatus liet hun een gevangene vrij die zij vroegen’. Die ‘hun’ en ‘zij’ kunnen de overpriesters zijn. Pilatus zal toch niet onvoorbereid een vrijlatingprocedure starten.

Barabbas wordt negatief getekend door Marcus: deze mede-oproerling heeft een moord begaan. (Matteüs noemt hem ‘berucht’, 27:16).

Het volk voelt aan, dat er een vrijlating op handen is en komt massaal opdagen.

Over de hoofden van de overpriesters richt Pilatus zich rechtstreeks tot de samengestroomde volksmassa. Jezus is immers om zijn populariteit bij het volk in onmin geraakt bij de overpriesters. Daarom ziet Pilatus zijn kans schoon om de koning der Joden plotseling voor te dragen in plaats van Barabbas.

Aanwijzingen voor de prediking

Marcus beschrijft levendig en je kunt je voorstellen, wat er gebeurt.

Pilatus doorziet in de overlevering van Jezus aan hem de afgunst van de overpriesters!

Afgunst en jaloers gedrag kunnen verblindend werken en afschuwelijke effecten hebben. Ook dat is in het lijdensverhaal van koning Jezus aan de orde. Pesten en treiteren kan het leven onmogelijk maken. We kennen voorbeelden uit de actualiteit.

Het zien van de ander als een geschenk van God, die gaven geeft aan een persoon ten dienste ook van elkaar – die kijk op het leven heeft alles te maken met waar Koning Jezus voor staat. Ook de gulden regel uit de Bergrede is kenmerkend voor Gods Koninkrijk: ‘Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten’ (Matteüs 7:12).

Het is niet goed om zielig te doen over Jezus. Hij is niet zielig. Hij zet Zich in. Hij geeft Zich omwille van onze redding. En heel anders dan het Sanhedrin en Pilatus denken blijkt Jezus geen schertskoning te zijn maar de Overste van de machten dezer aarde.

De grootmachten van deze wereld zijn toch ondergeschikt aan de macht van Christus als overste van deze wereld. Daarom is bezorgdheid niet geheel op zijn plaats.

Hoop is een goede drijfveer.

Wij kunnen een ander in zijn plaats voorstellen, zoals Pilatus heeft gedaan door Barabbas tegenover Jezus te zetten. Maar het geheim van het Koninkrijk van God is, dat Christus als enige in onze plaats kan komen te staan en dat niemand in de plaats van Christus kan komen. Een rolwisseling is niet mogelijk, ook al sta je daar niet bij stil of beleef je dat anders. Het gaat om deze feiten, die net zo stevig zijn in Gods Koninkrijk, als Pilatus denkt Jezus te kunnen vrijlaten in plaats van Barabbas.

Juist die niet in te wisselen rolverdeling, dat Jezus er is om te verzoenen en te bevrijden is de reden, dat we ons aan Hem kunnen toevertrouwen. Omdat we weten, dat zijn lijden een teken is, dat Hij weet wat het is om te lijden en ons zo kan bijstaan in onze lijden op weg naar de verzoening en bevrijding van onze beperktheden, kwalen, zonden en sterfelijkheid. Hij zal ons nooit te schande maken en een loopje met ons nemen en ons bespotten. Dat alles draagt Hij voor ons.

Daarom is het een uitdaging om aan het lijdensevangelie van Jezus Christus geen vijanddenken te koppelen. Revius heeft dat zo wonderschoon getoonzet: “’t En zijn de Joden niet Heer Jesu die u kruisten.’ En in de Matthaüs Passion klinkt niet voor niets dat koraal ‘Ik ben het, ik zou moeten boeten, aan handen en voeten’.

Maar niet wij, maar Hij heeft dit volbracht. Dat kenmerkt zijn koningschap!

Liturgische aanwijzingen

Een gesprek met de kinderen kan gaan over vrijheid en vrijlating van een gevangene. Hoe fijn dat is, als je ‘gratie’ krijgt, genade is, gein ook, als er een verrassende verandering ten goede komt! Waarom willen mensen Jezus niet vrijlaten? Zouden ze wel weten, wie Hij eigenlijk is? Denk aan wat Jezus Zelf zegt: ‘Niemand neemt mijn leven, Ik geef het zelf’ (Johannes 10: 18). En is het niet zijn roeping om ten volle te volbrengen waartoe zijn Vader hem gezonden heeft? Het lijden is voor Jezus een offer dat ons tot heil wordt gemaakt door God de Vader.

Om te zingen: Psalm 22: 1,2; Psalm 102: 3,4,8; kinderlied: ‘Heer, ik prijs uw grote naam’ (Hemelhoog, HH 177); Lied 544 (HH), Gezang 181 (LB), Lied 298 (HH).

Literatuur

  • M.H. Bolkestein, Het Evangelie naar Marcus, De prediking van het Nieuwe Testament, Nijkerk 1977

  • C.J. den Heijer, Marcus, een praktische bijbelverklaring, Tekst en Toelichting, Kampen 1985

  • Jakob van Bruggen, Marcus. Het evangelie volgens Petrus, Commentaar op het Nieuwe Testament, derde serie, Kampen 1988

  • Naast de commentaren noem ik graag nog het bijzondere tweeluik van A.A. van Ruler, waarin meditaties voor de AVRO-radio zijn gebundeld, onder de naam Marcus 14 en Marcus 14, 15 & 16, Kampen 1972

  • Ook is het drieluik van K. Schilder, Christus in zijn lijden (Kampen 1930) zeer de moeite waard. Het zijn wijdlopig geschreven meditaties met een diepgang en met uitstapjes naar filosofen en literaire schrijvers, waarvoor bewondering op zijn plaats is.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken