Menu

Basis

Kerkcontouren: “Er wordt niet geoordeeld, en dat geeft veiligheid”

In gesprek met pionier Rikko Voorberg over kerk-zijn anno 2025

Rikko Voorberg

Wat verstaan we onder ‘de kerk’ anno 2025? Welke contouren tekenen zich af? In deze rubriek interviewen we vernieuwende denkers binnen kerk en geloof. Hoe zien zij de kerk? Hoe blijft de kerk betekenisvol en welke rol zou de kerk moeten innemen? Deze editie spreken we ‘theoloog in het wild’ Rikko Voorberg. In 2023 werd hij verkozen tot Amsterdammer van het jaar vanwege zijn sociale betrokkenheid in de stad. Zo initieerde hij de glazen kas voor Rouwen & Vieren die jaarlijks in december op het Mercatorplein staat en inmiddels ook in veel andere steden te zien is. Bezoekers kunnen er een kaarsje aansteken, een lintje ophangen en hun persoonlijke verhaal delen. Redacteur Maartje Amelink ging met Rikko in gesprek.

Wat is het succes van de kas voor Rouwen & Vieren, denk je?

‘Het voorziet in een behoefte die leeft in het land. Met PopUpWerk, mijn stichting, zijn we voortdurend bezig met allerlei projecten, sommige vallen dood, sommige roepen weerstand op en sommige worden gewaardeerd. Dat laatste is duidelijk gebeurd met Rouwen & Vieren.

‘Het idee ontstond in gesprek met Antje Robben, zij verloor haar dochtertje Hope twee dagen na haar geboorte. Antje vroeg me of ik een plek voor rouw kon creëren en dat ben ik met haar gaan uitzoeken. Wat was de behoefte precies, waar zat het verlangen, wat was het gemis? Al pratende kwamen we zo tot een vorm die paste en dat werd de glazen kas: een plek die zowel publiek als persoonlijk is, een ruimte die veilig is maar waar je ook zichtbaar bent. Een soort tussenruimte.’

De glazen kas op het Mercatorplein in Amsterdam
De glazen kas op het Mercatorplein in Amsterdam. Bron: Jonathan Breijer

Welke reactie hoor je het meest van bezoekers?

‘Mensen zijn vooral dankbaar dat de ruimte er is. Wat ik mooi vond: een beetje een lastige buurtgenoot liep naar de glazen kas in Amsterdam en zei tegen Anita Groenink, een van de organisatoren, ‘wat mot dit nou weer?!’. Dus Anita zei ‘je kunt hier een kaarsje branden voor iemand die je mist of iets waar je verdriet over hebt’. En je zág hem zachter worden. ‘Maar Anita, da’s mooi!’ zei hij, en hij liep naar binnen, stak een kaarsje aan voor zijn moeder en heeft over haar verteld. Dus ja, dat soort dingen, de stevigste figuren worden zacht.’

Sommige pastoors en predikanten denken misschien ‘maar wij rouwen en vieren ook iedere zondag op een publieke plek’. Waarom werkt een kas op een plein beter?

‘Het is natuurlijk een afgebakend project en iets totaal anders dan een kerk, maar belangrijk is denk ik dat we altijd hebben gezegd: de kas is een plek van niemand en voor iedereen. Dat is cruciaal. Soms wil een christelijke groep de glazen kas ergens neerzetten, en dan benadruk ik ook altijd dat het een plek ván iedereen, voor iedereen moet zijn. Dus als de lokale Humanitas en de zwemvereniging ook mee willen organiseren, moeten ze onderdeel kunnen worden van het team. Het moet honderd procent in dienst staan van de stad en de mensen.

We hebben altijd gezegd: de kas is een plek van niemand en voor iedereen

‘De kerk daarentegen voelt niet zonder meer als een publiek gebouw. Een dominee of pastoor kan duizend keer herhalen dat iedereen hartstikke welkom is, maar mensen voelen dat het hun gebouw niet is. Het is alsof je tegen mensen in je omgeving zegt ‘je mag altijd binnenlopen’, maar dat doen ze natuurlijk niet, we sturen elkaar berichtjes of het uitkomt en gaan naar feestjes en verjaardagen.’

Mensen schrijven een persoonlijk bericht in De glazen kas voor Rouwen en vieren.
Mensen schrijven een persoonlijk bericht in De glazen kas voor Rouwen en vieren. Bron: Jonathan Breijer

Jouw stichting heeft de naam PopUpWerk en onderdeel daarvan is de PopUpKerk. ‘Pop-up’ impliceert tijdelijkheid. Heeft de kerk dat nodig, denk je? Dat ze verschijnt, maar ook weer verdwijnt?

‘Het idee kwam in me op toen ik ooit een pop-up Hema zag in een vrij rauwe winkelstraat. Het was het uitproberen van die winkel op die plek, met alleen de kernproducten. Toen dacht ik: dat wil ik ook doen, maar dan met de kerk. Ik wil zoeken naar plekken waar het goede al gebeurt of waar de energie al zit en een aantal basiselementen van de kerk meenemen. En de vraag stellen: kunnen wij hier een tijdje kerk zijn?

‘Wij betaalden nooit voor een locatie, want we wilden van toegevoegde waarde zijn voor de locatie zelf. Zo niet, dan trokken we weer verder. Het was een beetje een spel, maar we waren klein en zodra we zouden betalen, zou het gesprek gaan over geld in plaats van wat je kon toevoegen als clubje. Dat is zo leuk aan pionieren, je kunt spelenderwijs van alles uitvinden. De PopUpKerk bleek aan te slaan, juist ook door dat tijdelijke ja, het komen en gaan, net als de glazen kas.’

Het doet me denken aan de tabernakel in de Hebreeuwse bijbel, die vervoerbaar en verplaatsbaar is.

‘Ja, een leuk beeld. En zelfs toen er een tempel werd gebouwd, stond de ark van het verbond met draagstokken in het heilige der heiligen. Dus inderdaad dat idee van niet gebonden zijn aan een plek, altijd verder kunnen trekken. Daarin waren monotheïstische religies ook wel uniek, dat opeens ergens in de bushbush een struik in brand kon staan, en dan bleek God daar op die plek te zijn. Dat stond haaks op de goden in de Oudheid die een vaste verblijfplaats hadden. 

‘Maar het is natuurlijk niet zo dat kerken nu pretenderen dat het kerkgebouw de enige heilige plek is. Dat God daar woont en de hele week zit te wachten totdat wij op zondag de deuren komen opendoen. Nee, kerken hebben juist altijd de herinnering levend gehouden dat de hele wereld een heilige plek is. Maar soms spreekt de architectuur harder dan de ideeën, en dan lijkt het toch alsof het allemaal daar moet gebeuren, in dat gebouw. Terwijl het nomadische aspect ook heel christelijk is.’

Maar het is natuurlijk niet zo dat kerken nu pretenderen dat het kerkgebouw de enige heilige plek is

Kan de christelijke traditie zonder kerkgebouw?

‘Ja, absoluut. Het kerkgebouw is pas ergens in de vierde of vijfde eeuw gemeengoed geworden. En het is belangrijk om daarop te reflecteren, zoals Witherington III doet in A Socio-Rethorical Commentary. Hij zegt bijvoorbeeld: als je de symbolen verandert, verander je de leer. Dus toen mensen zich vanuit hun huizen gingen verplaatsen naar een speciaal daarvoor ingerichte heilige plek – de kerk – was dat een bijzondere move. Daar waren praktische redenen voor, om buitenshuis samen te komen, maar of het ook inherent een goed idee was is niet per definitie gezegd. Het is zinnig om je af te vragen wat er toen is veranderd, wat er is achtergelaten.’

Wat denk jij?

‘De PopUpKerk die ik jarenlang organiseerde, gebeurde altijd rondom de gedekte tafel. Ik wilde uitdenken en uitproberen hoe een kerk zou zijn als je er samenkomt om te eten. Dan ontdek je dat er heel veel gebouwen zijn waar je relatief makkelijk met elkaar kunt eten, maar een kerk is er daar absoluut niet eentje van. De keuken is te klein, het galmt te hard, het is echt een gedoe. Als je dat afzet tegen een viering in huis of in een café, dan zie je dat zoiets als de maaltijd delen daar veel makkelijker gaat.

‘In de kerk heb je wel de symboliek van brood en wijn, maar niet het daadwerkelijke samen-eten. Terwijl er zoveel kan gebeuren aan tafel, het is echt een essentieel ritueel. Tijdens het eten stelden we bij de PopUpKerk onszelf en elkaar vragen over God – lastige vragen, confronterend, maar ook prikkelend, want wat hebben die oude christelijke teksten ons vandaag nog te zeggen?’

De gedekte tafel van de PopUpKerk
De gedekte tafel van de PopUpKerk. Bron: Rikko Voorberg

Je bent artistiek leider van Graceland Festival. Is Graceland een soort kerk voor jou?

‘Het is zeker een community. Mensen komen naar ons festival voor het geheel, en niet in eerste instantie voor de grote namen. Je merkt dat ze vooral verbinding zoeken en elkaar willen ontmoeten. De kerk was vroeger een plek voor iedereen, en ook een plek waar levensvragen voorbijkwamen. Wat kan ik bijdragen aan de wereld, welke zin heeft mijn (en ons) bestaan, hoe verhouden mijn buitenkant en mijn rommelige binnenkant zich tot elkaar? Er was een inbedding voor die thema’s – in de biecht, in de preek, in het gebed.

‘Dat is nog steeds zo in de kerk, maar voor veel mensen is die vanzelfsprekende structuur natuurlijk weggevallen. Ik denk dat we als festival een plek bieden waar je die vragen opnieuw kunt onderzoeken, samen en individueel, zodat je na afloop met je eigen antwoorden weer het leven in kunt stappen. En zodat je ervaart: ik ben niet de enige die hiermee rondloopt, ik ga dit met veel meer mensen aan.’

Is het niet juist iets nieuws om die levensvragen zo open te onderzoeken? Voor veel mensen is de kerk te sturend en invullend geweest op dat vlak.

‘Ja, veel mensen hebben dat zo ervaren. En ik denk ook dat er veel beroerde theologie en beroerd pastoraat is, maar ik denk ook dat er veel goede theologie en goed pastoraat is waarin er echt oprecht wordt geprobeerd om met mensen op te trekken. In persoonlijk contact is vaak veel meer openheid dan je aan de buitenkant van een kerkgebouw zou vermoeden. Niet altijd natuurlijk, maar vaak wel.

‘Maar goed, de kerk is ook een plek waar gepreekt wordt tegen een zwijgende meerderheid, wat al snel het effect heeft van ‘wij leggen op zondag uit hoe het zit en jullie luisteren’. Terwijl de preek liturgisch ook ingezet kan worden om te vieren. Bij Graceland Festival leggen we daar de nadruk op: we willen onze verschillen vieren en hoeven ze niet onder te brengen in één verhaal.’

Bij Graceland Festival leggen we daar de nadruk op: we willen onze verschillen vieren en hoeven ze niet onder te brengen in één verhaal

Sfeerimpressie van Graceland Festival.
Sfeerimpressie van Graceland Festival. Bron: Christian van den Belt

Hoe ontstaat zonder dat gezamenlijke verhaal toch die verbinding? 

‘We proberen een ruimte te creëren waarin je zelf kunt verkennen wat voor jou belangrijk is, of wat het goede is, en hoe je dat in je eigen tempo kunt vormgeven. Dat geeft mensen ademruimte. In onze enquête krijgen we ieder jaar de hoogste cijfers voor sfeer en veiligheid. Dat bevestigt voor ons de waarde en het belang om op deze manier als mensen met elkaar om te gaan.

‘Maar het is ook een gekke veiligheid, want iemand die bijvoorbeeld een dogmatisch-christelijke achtergrond heeft kan ook denken: mag dit allemaal wel wat hier gebeurt, hoort dit wel, kunnen we dit zomaar doen? Terwijl iemand anders het woord ‘God’ al eng vindt. Daar ontstaan tijdens het festival gesprekken over, en dat is denk ik het belangrijkste: er wordt niet geoordeeld, en dat geeft veiligheid.’

Dat is denk ik het belangrijkste: er wordt niet geoordeeld, en dat geeft veiligheid

Is op Graceland Festival ook ruimte voor mensen die niks met God hebben?

‘Zeker, ook op het podium. Er is dit jaar bijvoorbeeld een atheïstische filosoof die een lezing geeft en die vanuit nieuwsgierigheid gesprekken wil aangaan met agnosten en christenen. Als mensen zeggen: ik geloof niet in God, dan is voor mij de meest relevante vraag: wat of wie is die God waar je niet in gelooft? Dan krijg je een open gesprek. Vaak komt er pijn uit het verleden omhoog, negatieve ervaringen met de kerk, dogmatische ideeën. Vervolgens is het ook interessant om te vragen: en waar geloof je wel in?’

Is dit wellicht de toekomst van de kerk? Vragend, divers en open?

‘Met Graceland Festival zijn we een samenwerking aangegaan met pioniersplek Mosterd in Groningen. Zo verbinden we de taal van het festival met een lokale gemeenschap die ook verbindend en vierend wil zijn. Maar door mijn gemeente-stichtende werk weet ik ook: er is niet zoiets als één antwoord voor de toekomst.

‘Ik ben veel bezig met het vredesverhaal rondom Israël-Palestina, maar ook in Europa waar de oorlog zo ongeveer aan alle kanten op de deur klopt. Daarin leer ik ook dat er talloze vormen zijn voor het uitoefenen van vrede, en die diversiteit aan vredeswerk hebben we ongelofelijk hard nodig. Voor de kerk zie ik dat hetzelfde: je kunt onder de indruk zijn van een Oosters-orthodoxe viering en daarna van een pinksterbijeenkomst, vervolgens word je geraakt tijdens een katholieke mis of in een evangelische dienst – het is allemaal nodig.’

A World of Neighbours Annual Summit, professionals uit meer dan twintig landen die werken met vluchtelingen in Europa.
A World of Neighbours Annual Summit, professionals uit meer dan twintig landen die werken met vluchtelingen in Europa. Bron: Rikko Voorberg

Rikko Voorberg is theoloog en kerkpionier. Hij is oprichter van Stichting PopUpWerk, initiatiefnemer van We Gaan Ze Halen en auteur van meerdere boeken, waaronder Onzeker weten. Ook is hij artistiek leider van Graceland Festival.

Relevante boeken

Relevante artikelen

Meer Kerkcontouren lezen?

Wellicht ook interessant

Lachende vrouwen
Lachende vrouwen
Basis

Reflecties op CSW69: Samen op weg naar gendergelijkheid en empowerment

In maart 2025 vond in New York de 69e zitting plaats van de VN-Commissie inzake de Status van de Vrouw (CSW69). Deze editie viel samen met een bijzonder jubileum: de dertigste verjaardag van het historische Beijing Declaration and Platform for Action (1995), beter bekend als de Beijing+30. Een mijlpaal die oproept tot reflectie: hoe staat het wereldwijd met gendergelijkheid, en waar stokt de vooruitgang? Theoloog Thandi Soko-de Jong was aanwezig als lid van de referentiegroep Gender Justice van de Wereldraad van Kerken. In dit verslag deelt zij haar indrukken.

Petra Schipper portret
Petra Schipper portret
Basis

Korte Metten: “Ieder mens draagt iets van God in zich”

We schrijven, praten, becommentariëren en roepen wat af — ook als theologen en theologie-geïnteresseerden. Columns doen lustig een duit in het zakje. Er valt ook veel te reflecteren, te duiden en te bevragen, ook in de kerk. Deze weken vliegen de vergaderingen, studiedagen, rapporten en bezinningsbrochures me om de oren. Alsof we in de kerk ongemerkt steeds harder gaan roepen, om boven het lawaai uit te komen. We praten veel, maar wat zeggen we eigenlijk? Verliezen we ons in onze woordenbrij? En… waar blijft onze stem tegen onrecht, vernieling en militarisering?

Mariann Budde
Mariann Budde
None

Mariann Budde: was haar ‘final plea’ passend?

Toen bisschop Mariann Budde president Trump persoonlijk aansprak in haar inauguratiepreek, werd ze na afloop geprezen en verguisd. Haar oproep tot genade bleek de verdeeldheid onder Amerikanen bloot te leggen. Emeritus-predikant Rein Bos bestudeerde de preek en eredienst en bemerkte een innerlijke verschuiving bij hemzelf. Waar hij eerst volmondig achter Buddes slotpleidooi stond, bekropen hem toch twijfels over de wijze en de plek waarop ze zich had uitgedrukt. Lees hieronder zijn analyse.

Nieuwe boeken