Menu

Basis

Je horizon verleggen

Veel jongeren willen hun horizon verleggen en zien dit als een bijzondere uitdaging. Ze doen dit dikwijls vlak na het afronden van hun studie of voor het begin van een nieuwe opleiding. Soms lassen ze een tussenjaar in of vereist de studie onderzoek in het buitenland, waardoor ze op een bijzondere manier kennis kunnen nemen van andere mensen en culturen. Herademing sprak met een van hen en met een stel dat er met hun twee jonge kinderen een tijd tussenuit trok. Wat bezielt hen en wat brengt het?

‘Mijn weg ontvouwt zich wel’

Iris Wierstra (25) heeft al een flink deel van de wereld gezien. Het is niet alleen nieuwsgierigheid die haar drijft, maar oprechte belangstelling voor verschillende mensen, leefwijzen en religies zet haar aan tot haar ontdekkingstocht. Opvallend is de openheid waarmee ze anderen tegemoet treedt. Het heeft haar de afgelopen jaren veel en ver gebracht.

Andere werelden

Voordat Iris na de middelbare school aan haar vervolgopleiding begon, ging ze in de zomervakantie zes weken naar Ghana, waar ze zich inzette voor een project waarvan een van haar leraren de initiator is. ‘Het was een bijzondere ervaring die mij bevestigde in mijn keuze voor de studie Culturele Antropologie,’ aldus Iris. Deze studie rondde ze binnen de tijd met goed gevolg af. Vooral het religieuze aspect binnen de antropologie boeit Iris. Haar bachelorfase bracht haar een halfjaar in Marokko, waar ze zich aan het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR) verdiepte in Sociale Wetenschappen van Marokko en zich vooral toelegde op de veranderde geloofsbeleving van jongeren aldaar. Ook haar tweede onderzoek, waarvoor ze in datzelfde studiejaar zes weken naar India ging, spitste zich toe op religie. Voor haar onderzoek naar het belang van yoga en meditatie voor gezondheid en spiritualiteit, begon ze de dag ’s morgens om zeven uur met yoga oefeningen: ‘En dat in een hitte van 40 graden, terwijl ik voor het eerst aan yoga deed.’ Daarnaast interviewde ze verschillende mensen in hun thuissituatie over dit onderwerp. Het werden boeiende en leerzame ontmoetingen.

Vluchtelingen

Tijdens haar studie werd het Iris duidelijk dat elementen van de uiterlijke reis, het ver weg gaan en nieuwe horizonnen verkennen, ook kunnen spelen bij een innerlijke reis. Toen ze voor haar Master Sociale en Culturele wetenschappen door omstandigheden niet in de gelegenheid was naar verre oorden af te reizen, richtte ze zich met haar onderzoek dan ook graag op de geleefde religie van vluchtelingen in Nederland en de invloed daarvan op hun integratie. Met veel verschillende vluchtelingen had ze gesprekken, vooral met mensen die in Heumensoord verbleven, vlak naast de Universiteit van Nijmegen. Dat was in die periode een groot opvangcentrum voor asielzoekers. Daarnaast was zij ook als vrijwilliger verbonden aan de Stichting Wereldvrouwenhuis, een opvang voor uitgeprocedeerde vrouwen met veel verschillende achtergronden. Bij haar onderzoek betrok Iris ook de vrijwilligers die hielpen de vluchtelingen te integreren.

Na haar afstuderen ‘kriebelde’ het weer en trok ze samen met een vriendin vijf maanden door Zuidoost-Azië. Een bijzondere periode als overgang voordat ze ‘echt’ aan het werk zou gaan.

Drijfveren

‘Op reis hoef je niet zoveel,’ aldus Iris. ‘In Nederland ben ik altijd bezig; dingen doen, moeten, op tijd ergens zijn, vrijwilligerswerk, studie. Op reis laat ik dat los en kan ik meer focussen op waar ik zelf zin in heb.’ Afstand nemen doet haar iedere keer weer goed. Daarnaast valt het haar in de landen die ze bezoekt op dat mensen meer ontspannen zijn, minder gehaast. Het leert haar relativeren. Ook maakt reizen haar ‘scherp’, want onderweg zijn vereist een zekere alertheid. Ze geniet van de talloze verschillende ontmoetingen, mensen die haar zomaar toelaten in hun huis en leven, en haar hun verhaal toevertrouwen. Haar nieuwsgierigheid en leergierigheid worden gevoed door een diep verlangen. Ze wil weten wat mensen ten diepste beweegt, waarom ze op een bepaalde manier leven of een bepaalde levensovertuiging hebben. Misschien om daarna te weten waar ze zelf staat, wat bij haar past.

Terugkijkend ziet ze hoe haar open, niet religieuze opvoeding heeft bijgedragen aan haar open houding. En hoe een bezoek aan Taizé, toen ze zestien was, de basis heeft gelegd voor haar belangstelling voor mensen en religie. Ook de studentenkerk in Nijmegen betekende veel voor haar. Nu ze als WMOadviseur bij een grote gemeente werkt, heeft ze veel profijt van haar reizen en vooral van alles wat ze van de mensen die ze tegenkwam leerde. Het was en is een verrijkend proces, dat steeds verder gaat.

En de toekomst? Misschien een vervolg studie religiewetenschappen? ‘Het is open,’ zegt Iris. Eerst een paar weken reizen in Japan en volgend jaar naar Amerika. ‘Mijn weg ontvouwt zich wel.’

Creatief omgaan met de omgeving

Een paar jaar geleden besloten Karianne van Biezen en Arjan Heusdens, toen allebei 38 jaar oud, hun bedrijf te verkopen en een grote reis te maken. Deels was het een beloning voor het harde werken dat hoort bij een eigen bedrijf, deels was het een mooi proces om die drukke periode en het bedrijf achter zich te laten. Een ‘rite de passage’, die een nieuwe horizon zou openen. Hun twee kinderen van twee en vijf jaar gingen mee, met toestemming van de onderwijsinspectie. De reis duurde vier maanden.

Risico’s

Mede gezien hun toen nog (zeer) jonge kinderen lag de bestemming al snel vast en kozen ze voor zo veilig mogelijke plaatsen en landen: Los Angeles en San Diego in de Verenigde Staten, de Fiji-eilanden, Australië, Nieuw-Zeeland en de Cookeilanden. Ook kozen ze voor landen waarvan ze de taal machtig waren. Werelddelen als Afrika en China vielen hierdoor af. De kinderen hadden uiteraard weinig inbreng in de plannen. Hun ouders reageerden niet direct erg positief, maar een broer en zus juichten de reis toe en met behulp van skype onderhielden ze contacten met het thuisfront.

De reis werd grondig voorbereid, ze namen, zoals gezegd, geen risico’s. Accommodaties voor en na een vlucht boekten ze vooraf en in Australië reisden ze per camper. Karianne en Arjan verhuurden hun huis in Nederland aan een bevriend gezin en met de school van de kinderen spraken ze af dat ze na de reis weer terug konden komen. Natuurlijk waren er gevaren aan de reis verbonden: de gevaren van de natuur, veel regen, moeilijk begaanbare wegen, een aardbeving net toen ze in Nieuw-Zeeland waren.

Gemeenschap

Het was een mooie en bijzondere ervaring om vier maanden achtereen met het gezin 24 uur per dag samen te zijn en daarnaast was het ook organisatorisch een uitdaging. Voor de kinderen was het een groot avontuur en de ouders hadden de taak om de kinderen op te voeden en te beschermen, maar tegelijkertijd ook te genieten van wat ze tegenkwamen. Hun samenzijn was niet moeilijk, ze vulden elkaar op een natuurlijke wijze aan.

Daarnaast ervaarden ze de ontmoetingen met andere culturen en gewoonten als een grote verrijking. Australiërs en Nieuw-Zeelanders leven op een andere manier met elkaar. De mensen voelen zich verantwoordelijk voor de gehele gemeenschap, zo houden ze samen het dorp schoon. Vooral in Nieuw-Zeeland is het leven gericht op buiten-zijn en overleven met wat je hebt. De afstanden zijn groot en mensen zijn vooral gericht op eigen dorp of stad. In Australië zorgt de gemeenschap veel meer voor elkaar dan in Nederland.

Ook het contact met de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland en Australië verruimde hun blikveld en gaf hun een ander zicht op de onderdrukking die vele eeuwen heeft plaatsgevonden. De blanken overheersten eeuwenlang de Maori’s. Pas in 1976 werden deze mensen – geregeld bij wet – niet meer als dieren gezien. Ook hoefden ze toen niet meer de meest rottige banen te accepteren.

Symbolen en mythen

Op meerdere fronten was de reis een verrijking. Doordat ze zich steeds verplaatsten van dorp naar stad, van strand naar bos, leerden ze creatief omgaan met de omgeving, met eten en drinken. Het voelde soms als een soort ‘overleven’. Om een voorbeeld te geven: in de winkels ligt geen vis te koop omdat het gewoon is dat iedereen zijn eigen vissen vangt. Ook het ontdekken van een heel andere wereld, zowel cultureel als spiritueel, met name op de Fiji-eilanden (ca.3000 eilandjes in het totaal) en de Cookeilanden raakte hen. Als de man van een gezin daar overleed, werd hij in de tuin aan de voorkant van het huis begraven en zette men een eenvoudige steen op het graf. De vrouwen werden in het achterste gedeelte van de tuin ter aarde besteld. Op deze manier wilde een man laten weten dat hij weer ‘vrij’ was. Deze traditie geven de bewoners aan de nieuwe generaties door.

Karianne en Arjan maakten kennis met een niet-christelijke godsdienst die zich iedere dag manifesteerde in het openbare leven. Dit in tegenstelling tot Nederland. Nieuw-Zeeland heeft van oorsprong geen heilig boek, het is geen boekreligie. Wel herkent men in de natuur overal symbolen en kent men veel mythen. Zo ziet men in Nieuw-Zeeland vanuit de hemel dat dit land de vorm heeft van een langgerekte ‘wolk’ en dit soort symbooltaal geeft hun een boodschap door.

Tijdens hun reis werden Karianne en Arjan zich bewust van de westerse, gehaaste manier van leven. De meer relaxte manier waarop veel mensen aan de andere kant van de wereld met elkaar omgaan, is voor hen een ervaring om nooit te vergeten. Ze hadden gehoopt dit mee te nemen naar Nederland, maar dat valt niet mee. Toch proberen ze in alles wat ze nu doen, te denken aan hoe ze het daar zouden hebben gedaan. De ervaring van het buitenleven houden ze wel vast, vandaar de buitenkeuken bij hun huidige woning. Af en toe denken ze aan een nieuwe reis, maar nog niet heel serieus. Voor de kinderen was het een mooie manier om iets van de wereld te zien en de oudste heeft er nog veel herinneringen aan.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken