Menu

Basis

Krijgertjes

Niet iedereen kan zelf kiezen welke kleren hij of zij draagt. Sommige mensen zijn afhankelijk van wat ze van anderen krijgen toebedeeld. Door geldnood en schulden geplaagd kun je afhankelijk worden van bijvoorbeeld een kledingbank.

Afdankertjes van anderen hangen keurig bij elkaar, op maat gesorteerd, om door jou te worden meegenomen. Alles net een beetje ‘out of fashion’, maar wel van goede kwaliteit, gewassen en gestreken. Het is een gek gevoel om door de kleding van anderen te struinen met het idee dat jij er straks mee naar huis mag. Onwillekeurig denk je: zouden mensen hun shirt herkennen als ik erin rondloop? Of: kan ik het me zo toe-eigenen dat ze niet beseffen dat het van hen is geweest? Misschien ontmoet ik ze en zeggen ze: ‘Hé man, ik heb ook zo’n shirt gehad; net weg gedaan, het staat je goed.’ Hopelijk niet gevolgd door: ‘Waar heb jij het gekocht?’ Nee, ik onthoud het liefste: ‘het staat je goed.’ Een krijgertje, niets voor betaald en toch goed bij mij passend. Wauw. Top.

AANGEPASTE BROEK

Als derde zoon in een gezin dat het een tijdje niet zo breed heeft gehad, weet ik er alles van. Alle afdankertjes van mijn twee broers gingen naar mij. En geen gezeur over ‘te groot’. Mijn moeder ging achter de naaimachine en paste de broek aan. Met een nieuwe zoom zag die er de volgende dag ‘heel netjes’ uit. Ik heb me er nooit slecht in gevoeld. Het was niet anders; mijn ouders hadden het uitgelegd: er was geen geld voor nieuwe broeken. Voorlopig moest ik het hiermee doen. Als ik straks naar de middelbare school ging, zou ik een nieuwe broek krijgen, eerder niet.

ZO’N FRISSE KLEUR

Kleren maken de man. En dan wil je toch wat te kiezen hebben. Kleding is een verlengstuk van jezelf, laat zien hoe je je aan anderen wilt presenteren. Dat kan ook als je krijgertjes draagt. Belangrijk is hóé je jouw kleding draagt. Zo heb ik jarenlang een helblauwe winterjas van mijn jongere zus gedragen (met vrouwensluiting). Ik heb er niemand in negatieve zin over gehoord; ik kreeg alleen maar complimenten over zo’n leuke frisse kleur. De jas hoorde bij mij: ik wilde opvallend gekleed gaan, ik liep ermee te showen. En, eerlijk is eerlijk: ik wilde het ook niet koud hebben in de winter.

Walther Burgering is studentenpastor in Leiden, pastor-diaken in de H.Nicolaasparochie in Zoetermeer en redactielid van Open Deur.

Gratis geld

In zijn boek ‘Gratis geld voor iedereen’ geeft Rutger Bregman een heleboel voorbeelden van experimenten waarbij mensen gratis geld kregen. Vaak waren dat armen. En keer op keer blijkt dan: geld geven werkt. ‘In het boek ‘Just give money to the poor’ (2010) geven wetenschappers van de Universiteit van Manchester talloze voorbeelden van succesvol strooien met geld. In Namibië doken de cijfers voor ondervoeding (van 42 naar 10 procent), spijbelen (van 40 naar bijna 0 procent) en criminaliteit (min 42 procent) omlaag. In Malawi knalde het schoolbezoek van vrouwen en meisjes met 40 procent omhoog, waarbij het niet uitmaakte of er wel of geen voorwaarden werden gesteld.’ Het idee dat armen lui zijn of dom is hardnekkig. Maar uit alle studies blijkt dat armen die zomaar geld krijgen het geld niet aan alcohol of tabak besteden én meestal harder gaan werken. ‘In het eindrapport van het Namibische experiment geeft een bisschop daar een mooie Bijbelse verklaring voor. “Kijk eens goed naar Exodus 16”, schrijft hij. Daar wordt beschreven hoe de Israëlieten tijdens hun reis naar het Beloofde Land gratis manna ontvingen uit de hemel. “Maar dat maakte ze niet luier”, aldus de bisschop. “Integendeel, het hielp ze om in beweging te komen.”’

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken