Menu

Premium

Moeder

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Geloofstaal & cultuurtaal

Wat iemand bij het woord ‘moeder’ denkt, is vaak afhankelijk van de ervaringen die men heeft gehad met een aardse moeder. In onze tijd is de invulling van de moederrol sterk aan verandering onderhevig. Geeft de Bijbel aanleiding om moeders vooral binnenshuis aan het werk te zien? In de kerkelijke cultuur is het vaak de moeder geweest die geacht werd de godsdienstige opvoeding te verzorgen. Vinden we dat ook terug in de Bijbel? Het is belangrijk gebruiken en tradities te toetsen aan de Bijbel.

Woorden

‘Moeder’ wordt in het Hebreeuws aangeduidmet eem; in het Grieks wordt doorgaans mitzr gebruikt. Het Hebreeuws kent geen woord voor ‘ouders’ – anders dan het Grieks. Steeds wordt ‘vader en moeder’ gebruikt en een enkele keer wordt de moeder eerst genoemd. In het Nieuwe Testament is ‘ouders’ de vertaling van goneis.

Betekenis in context

Oude Testament

Moederschap

In het Oude Testament wordt het woord ‘moeder’ in de biologische zin van het woord op dezelfde manier gebruikt als wij dat doen. Niet alleen word je opgeroepen om je biologische vader te eren, maar ook je moeder. Uitdrukkelijk worden zij samen genoemd. In Leviticus 19:3 wordt de moeder als eerste genoemd: ‘Ieder zal voor zijn moeder en zijn vader ontzag hebben’. Het is duidelijk dat een moeder op evenveel respect van haar kinderen mag rekenen als een vader. Zij is niet minder in waarde, en zeker geen ‘sloofje voor het huishouden’!

In Deuteronomium 21:18-21 wordt een extreem geval genoemd van een zoon die zijn familie te gronde richt door zijn gedrag. Het gaat daar dus niet om iemand die het niet eens was met zijn ouders, of een keer ongehoorzaam was, maar om een situatie die bedreigend was voor de hele familie. Wat van de vader geldt, geldt ook van de moeder: het individu in Israël was heel sterk verbonden met de familie waartoe hij of zij behoorde. Van de ouders wordt verwacht dat zij hun kinderen terechtwijzen (vs. 18), zoals we dat vaker tegenkomen in de Bijbel, maar in dit geval helpt niets. Dan komt er een moment waarop zij de zaak uit handen geven aan de ‘oudsten bij de poort’, de ‘hoofden’ van de verschillende families die in Israël als rechters optraden. De vader en moeder moeten het daar beiden over eens zijn. De moeder heeft hier evenveel te zeggen als de vader. Een driftige vader mag dus niet zomaar zijn zoon voor het gerecht slepen, en mishandeling is al helemaal uit den boze. Het oordeel – in dit geval de doodstraf – is een beslissing van die oudsten.

Voor onze eigen tijd kan dit voorbeeld ons leren dat ouders op een gegeven moment hulp nodig kunnen hebben van een grotere gemeenschap, bijvoorbeeld de kerkelijke gemeente, wanneer zaken uit de hand dreigen te lopen. Uiteraard is dit gedeelte niet bedoeld als aansporing om kinderen die ondeugend zijn te slaan, of zelfs om de doodstraf weer in te voeren!

Over een eventuele taakverdeling tussen een vader en moeder geeft het Oude Testament niet veel informatie. De moeder is uiteraard degene die de kinderen ter wereld brengt en ze meestal ook zoogt, maar er waren ook wel voedsters die dat deden. Rebekka mag haar voedster meenemen als ze met Abrahams knecht meegaat om met Isaäk te trouwen (Gen. 24:59). In Spreuken 1:8; 6:20 en 31:1-9 is sprake van onderwijs dat gegeven wordt door de moeder, in de eerste twee teksten naast dat van de vader. Moeders van koningen (‘koningin-moeders’) konden een behoorlijke invloed hebben (1 Kon. 1:11-21).

Op verschillende plaatsen in het Oude Testament wordt gezegd dat God mensen kent vóór hun geboorte, in de ‘schoot van hun moeder’, zoals in Psalm 139:13-15 en in Jere-mia 1:5. In Jesaja 44:2 wordt dat van Jakob gezegd, die als vertegenwoordiger van het volk Israël wordt aangesproken. Het woord ‘troost’ en de gedachte aan rustgevende aanwezigheid wordt verbonden met moeders, zoals in Psalm 131:2 (zie ook hieronder: God als moeder?).

Stammoeders

In Genesis 3:20 wordt Eva de ‘moeder van alle levenden’ genoemd. Daarmee is zij dus een soort ‘stammoeder’ van elk mens, omdat zij het eerste kind gebaard heeft. Het volk Israël ziet ook Sara als ‘moeder’, zoals Abraham hun ‘vader’ is (Jes. 51:2). Sara wordt niet gezien als een vrouw uit een ver verleden, maar zij maakt deel uit van een en hetzelfde geslacht. Zo sterk is de verbinding dat tegen haar afstammelingen eeuwen later wordt gezegd dat Sara hen ‘baarde’. In Israël hoorde men, zoals bij het woord vader is besproken, bij ‘het huis van zijn vader’, maar een enkele keer is er sprake van ‘het huis van de moeder’, zoals in Genesis 24:28; Ruth 1:8; Hooglied 3:4 en 8:2.

Moeder als beeld

Ook in figuurlijke zin werden mensen moeder genoemd. De richteres Debora was ‘als een moeder in Israël’ (Ri. 5:7), een uitdrukking die vooral op het geven van raad betrekking heeft.

Eveneens figuurlijk is het gebruik van het woord moeder voor het volk Israël, zoals in Hosea 2:1, 4 en Jesaja 50:1. Het volk wordt dan dus als persoon voorgesteld, een meer directe manier van spreken dan wanneer alleen ‘Israël’ wordt gezegd. Ook steden worden wel aangeduid als moeder (2 Sam. 20:19; Jer. 50:12, Babel als stad en als land; Ez. 16:20).

God als Moeder?

Wordt God ook ‘Moeder’ genoemd, zoals Hij ‘Vader’ wordt genoemd? Dit is een vraag waarmee feministische theologen zich uitvoerig bezighouden. In de Bijbel wordt God wel Vader genoemd, maar niet Moeder. Het Oude Testament is gereserveerd in het spreken over moederlijke trekken van God. Daarmee onderscheidt het zich bewust van de Umwelt, waarin men moeder-godinnen aanbad. Een voorbeeld van een vrouwelijke god is Asjera in de Baälcultus, die zo vaak een bedreiging vormde voor het geloof in de enige ware God (zie 1 Kon. 18:19 en 2 Kon. 21:3 en 7). Toch worden er wel vergelijkingen getrokken tussen God en moeders om duidelijk te maken hoe God is. Het gaat dan met name om de troost en de zorg die Hij geeft. ‘Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten…’ (Jes. 66:13). In Jesaja 49:14-15 vinden we nog een vergelijking waarin een moeder voorkomt: ‘Maar Sion zegt: De Here heeft mij verlaten en de Here heeft mij vergeten. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot?’ Het antwoord zou moeten zijn: Nee, natuurlijk vergeet een vrouw haar baby niet. Maar stel dat dat toch gebeurt en een vrouw haar baby in de steek laat, dan volgt de uitspraak in dit vers: ‘Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet’.

Nieuwe Testament

Eren van moeders

In het Nieuwe Testament blijft het gebod uit het Oude Testament (Ex. 20:12) van kracht om vader en moeder te eren (Ef. 6:1-3). Dat betekent niet dat de ouders koste wat kost vóór alles gaan. Jezus maakt duidelijk dat Hij en het Koninkrijk van God op de eerste plaats behoren te komen: ‘Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig’ (Mat. 10:37). Ook Jezus’ eigen familieleden worden door Hem op hun plaats gezet: zij kunnen zich op geen enkele manier laten voorstaan op hun familierelatie met Hem. In Lucas 8:1921 zegt Jezus zelfs: ‘Mijn moeder en mijn broeders zijn dezen, die het woord Gods horen en doen’ (vs. 21). Voortaan zijn zij die in Christus geloven één familie.

Dat wil niet zeggen dat Jezus zijn moeder Maria niet eerde. Over zijn jonge jaren staat er dat Hij zijn ouders ‘onderdanig’ was (Luc.2:51). Dit staat aan het eind van het verhaal over zijn achterblijven in de tempel als twaalfjarige. Dat was geen daad van rebellie, maar het maakte duidelijk dat Hij in de eerste plaats een Zoon van de Vader in de hemel was.

Maria als moeder

De moeder van Jezus heeft een bijzondere plaats in de Bijbel. Zij wordt vooral in het begin van de Evangeliën van Matteüs en Lucas genoemd en beschreven als een gelovige vrouw die zich gewillig schikt in wat God van haar vraagt. Er staat verschillende keren dat zij de woorden en de gebeurtenissen van die eerste tijd in haar hart bewaart (Luc. 2:19, 51). Simeon vertelt haar in Lucas 2:35 dat er door haar eigen hart ‘een zwaard’ zal gaan. Dat is zeker gebeurd toen Jezus aan het kruis hing, maar wellicht ook op andere momenten. Aan dat kruis toont Jezus zijn zorg voor zijn moeder door haar een plaats te geven in het huis van Johannes, zijn geliefde leerling (Joh. 19:26-27). Daarmee respecteert Hij haar. In Handelingen 1:14 komen we Maria weer tegen als een van de volgelingen van Jezus die wachten op de uitstorting van de HeiligeGeest. Maria heeft als ‘gewone’ gelovige (en daarin is ze ‘buitengewoon’) haar plaats ingenomen, zonder zich erop te laten voorstaan dat zij de moeder van Jezus was.

Hoeveel moeders kunnen betekenen voor het geloofsleven van hun kinderen blijkt uit wat Paulus tegen Timoteüs zegt over het geloof van zijn moeder Eunike (en zijn oma Loïs; 2 Tim. 1:5).

Kern

Moeders worden in de Bijbel net zo gerespecteerd als vaders. De rol van de moeder was zeker zo belangrijk als die van de vader. De Bijbel geeft weinig concrete taakinvulling voor moeders en schrijft zeker niet voor dat zij alleen ‘in de keuken’ thuishoren. In beeldspraak komt vooral hun zorg en de troostende nabijheid ter sprake en daarmee wordt ook de zorg van God voor zijn volk vergeleken.

Verwijzing

Zie voor verwante en/of aanvullend te bestuderen woorden: kind, vader, vrouw.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken