Menu

Premium

Preekschets Johannes 10:3

8e zondag van de zomer

Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.
Johannes 10:3

Schriftlezing: Johannes 10:1-10
Thema: De juiste stem

Het eigene van de zondag

We bevinden ons in de zomertijd, de eerste helft van augustus. Vanuit het kerkelijk jaar een doorgangstijd zonder bijzonderheden. De kleur is groen, zoals de natuur doorgerijpt zomergroen is geworden. Alle schoolregio’s in Nederland hebben zomervakantie. Schaapskudden kunnen in het echt worden gezien en bezocht. We gaan er zelf op uit. We vertragen ons tempo en verminderen onze activiteiten. We hebben tijd en ruimte om na te denken door wie en wat we onze keuzes laten bepalen.

Uitleg

Dit verhaal wordt door Johannes geplaatst tijdens de derde en laatste reis van Jezus naar Jeruzalem. Er is steeds afwisseling tussen uitspraken van Jezus over zijn identiteit en conflicten met de farizeeën en sadduceeën. Na onze lezing volgt er opnieuw een conflict met hen. Vanaf hoofdstuk 11 komt Jezus aan in Jeruzalem en volgt de gang naar de kruisiging. De toonzetting van Jezus is in deze lezing fel en polemisch (vers 8).

De climax van het verhaal ligt daarin dat Jezus zijn schapen het leven wil geven in al zijn volheid. Er wordt hier een overtreffende trap gebruik (perisson), met de betekenis van ‘buitengewoon’/‘overmatig groot’. Dat doet eerder denken aan de uitbundigheid van de natuur, waar duizenden zaadjes van een boom komen om er enkele groot te laten groeien, dan aan onze denkwijze van efficiency.

Dit tekstgedeelte is vervat in de perikoop die doorgaans de titel ‘De goede herder’ meekrijgt. Dit gedeelte bevat echter een andere tegenstelling dan die tussen de goede en de slechte herder. De tegenstelling is hier die tussen de herder en de rover. De derde actieve partij in dit verhaal wordt gevormd door de schapen zelf. Zij zijn degenen die luisteren naar de stem en volgen, of juist niet.

Er is sprake van een wachter die binnen is, achter de deur. Ook hij reageert pas als hij de stem herkent van de herder. Vanuit de historische context moeten we ons een stenen gebouw voorstellen, met een houten deur en ramen erin. De schaapskooien van bijvoorbeeld plekken op de Hoge Veluwe geven er een hedendaags beeld bij. In de tweede helft van de lezing (vanaf vers 7) komt er een wending in de gelijkenis. Jezus noemt zichzelf dan de deur van de schaapskooi. Dat is wonderlijk, maar hier kan de historische context soelaas bieden. Gedegen schaapskooien waren volledige gebouwen. Eenmaal in het veld of in de heuvels moest men zich behelpen als men overnachtte ver weg van de eigen schaapskooi. Met rotsblokken gemaakte omheiningen gaven dan beschutting. De herder ging in de opening liggen als levende deur.

Opvallend is het beeld waarin geschetst wordt dat de herder vooroploopt en de schapen volgen. Een herder loopt doorgaans achter de kudde om overzicht te houden en de kudde bijeen te drijven. Wie voorop loopt moet er maar op vertrouwen dat hij of zij gevolgd wordt.

In de tegenstelling met de rover wordt tweemaal duidelijk gemaakt dat de schapen zijn stem niet herkennen en hem niet volgen. In de tweede helft maakt Jezus het persoonlijk en voegt toe dat degenen die vóór Hem waren gekomen dieven en rovers waren. Dat is stevige taal en een sneer naar de geestelijke leiding van die tijd. Vervolgens wordt ook expliciet gemaakt wat het verschil is tussen wat beiden doen voor de schapen: de dief slacht en vernietigt, de herder brengt naar weidegrond en naar het leven in al zijn volheid.

Aanwijzingen voor de prediking

De tekst biedt maar liefst zeven mogelijkheden tot identificatie: de kooi, de deur, de wachter, de schapen, de herder, Jezus, de rover. In deze beeldspraak is het net zo goed mogelijk een object te zijn, net zoals Jezus zichzelf de deur noemt.

In het verlengde van Jezus als herder kan de lijn doorgetrokken worden naar wie vandaag naar de volheid van het leven leiden. Als voorganger kun je het persoonlijk maken door jezelf aan deze rol te spiegelen, of je legt de focus op inspirerende figuren die naar de volheid van het leven hebben geleid.

Het gebouw van de schaapskooi biedt mogelijkheden voor een beschouwing van wie wij zijn. Zoals het lichaam de tempel van de ziel genoemd wordt, zo kan de schaapskooi het ‘huis’ zijn waar wij in wonen. De deur is dan de metafoor voor wat en wie wij binnenlaten, of juist negeren. Het ligt voor de hand die deur met ons hart te vereenzelvigen: wat laat je toe in je hart en wat niet? Daarnaast kan de schaapskooi symbool staan voor de kerk met haar gemeenschap.

De wachter is een andere figuur dan de herder. De wachter is te spiegelen aan ons oordeelsvermogen. We luisteren en overwegen wat op ons afkomt en maken de keus voor betrouwbaar of onbetrouwbaar. Daar komt verstand bij kijken, maar net zo goed intuïtie en gevoel.

De rover is een uitgesproken foute figuur. De hoorders daarmee vergelijken brengt je al gauw in een dal waar je niet meer uit komt. Zinvoller is het de rover te identificeren met een abstract gevaar dat iedereen wel aanvoelt, maar dat niet aan een concrete figuur gekoppeld kan worden. Het gevaar van armoede, misbruik door instanties, bestookt worden door grote bedrijven, de angst voor terrorisme. De ervaring ‘genomen te worden’ in onze samenleving ligt bij velen aan de oppervlakte: je persoonlijke data op internet, phishing mails, loterijen, bezuinigingen, lastiger rondkomen, wetgeving. De ervaring een inbreker in huis gehad te hebben is eveneens bruikbaar.

De schapen tot slot zijn een meervoud. Dat dwingt niet noodzakelijkerwijs tot het identificeren met een groep. Als individu kun je een hele kudde zijn, met al de lijnen in je leven en de rollen die daarbij horen. Je relatie met je partner, kinderen of familie. Collega’s op het werk. Buren, clubgenoten, vrienden en vriendinnen. Taken als vrijwilliger binnen en buiten de kerk, noem maar op. Ons leven is een kudde van schapen die allemaal gevoed en verzorgd moeten worden.

De sleutel om te onderscheiden tussen de rover en de herder is de stem. Herkenning van de stem opent de deur en doet de schapen volgen. Geen herkenning houdt de deur dicht en voorkomt dat de schapen volgen. Daarna is er nog het risico dat de rover binnendringt en de schapen haalt en consumeert en daarmee vernietigt. Hoe herken je nu de juiste stem tussen al die stemmen die tot ons spreken? Want er is een overdaad aan informatie beschikbaar, vaak zinvol en overtuigend, maar voor velen moeilijk te wegen vanwege de onmogelijkheid overal verstand van te hebben. De juiste verzekeringen, de juiste carrièrekeuze, de juiste partner, de juiste school voor je kinderen, de juiste taak als vrijwilliger, de juiste cursus of opleiding voor een betere toekomst, ga zo maar door. Je zou gebruik kunnen maken van de kwaliteit van honden dat ze de stem van hun baas herkennen. Dat roept wat op, zeker in combinatie met de herder.

Het is de kunst de hoorders te brengen bij hun eigen filters waarop ze zich openstellen of zich juist afsluiten met betrekking tot geloof. Herkenning van de stem van de herder geeft vreugde, blijdschap. Dat zijn criteria om op te filteren bij onze keuzes in geloof.

Liturgische aanwijzingen

Deze lezing laat zich uitermate goed combineren met zowel Ezechiël 34:1-14 als met Psalm 23.

Een lied dat mooi past bij het als schapen verstaan van de stem is NLB 653, verzen 1, 6 en 7. NLB 654 speelt fraai met de licht-en-duister-symboliek van Johannes. Een acclamatie kan zijn NLB 331: hoe we verlangen dat God onze namen roept.

Zelf heb ik gebruikgemaakt van mijn eigen hond in een kerkdienst. Hij luisterde goed naar commando’s en deed dat bij vreemden net zo braaf als bij mij. Ik liet hem zonder riem met een spontane vrijwilliger uit de kerk na het herhalen van de commando’s van ‘zit’ en ‘voet’ de kerk uit lopen. Vlak bij de deur riep ik hem en meteen rende hij naar mij toe. Brave hond, luistert naar iedereen, maar weet heel goed wie zijn echte baas is. Magnifiek ook als kindermoment.

Met kinderen heb ik eens een verhaal gedaan over een vader en een zoon die in oude tijden in Israël de nacht doorbrachten met hun kudde. De zoon was mee omdat de onbetrouwbare knecht een dealtje had gesloten met rovers. Dit verhaal komt te zijner tijd bij het kindermateriaal op deze site.

Maak je gebruik van popmuziek, dan is ‘Het woord is aan’ van Acda en De Munnik passend. Het is Nederlandstalig, dus goed te verstaan en in muziekstijl niet te heftig. Dit lied geeft een ongezouten invulling aan alle stemmen die ons verleiden om mee te gaan met dat wat niet goed voor ons is.

Geraadpleegde literatuur

Via www.textweek.com:

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Blijf in mijn liefde’

De zesde zondag na Pasen, de laatste voor Hemelvaartsdag: in de ‘oude bedeling’ (waar zijn al die mooie, veelzeggende Latijnse zondagsnamen toch gebleven?) heet deze zondag Rogate, bidt! Willem Barnard schreef ooit: ‘Na Pasen gaat het van jubelen, Jubilate, via zingen, Cantate, naar bidden, Rogate.’ Zo is het en niet andersom: van expressie naar impressie, van de uitbundige jubel om zijn daden naar het ingekeerde gebed om Gods nabijheid… juist wanneer afscheid nadert.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Nieuwe boeken