Menu

Premium

Preekschets Lucas 2:31

Lucas 2:31

Zondag na Kerstmis

Want met eigen ogen heb ik de redding gezien…

Schriftlezing: Lucas 2:22-40

Het eigene van de zondag

Na de vele gasten in de kerstnacht en op de kerstmorgen is op deze zondag de gemeente weer ‘op zichzelf, zij het dat ook sommige gemeenteleden deze zondag als een ‘adempauze’ gebruiken en thuis blijven. Dat is jammer, want in de liturgische traditie heeft elk feest ook zijn nawerking. De kerstvieringen zelf zijn geen eindpunt. Deze zondag valt dan ook onder het octaaf, de acht dagen, van kerst. Het is doorgaans na alle feestvreugde een wat stille en ingetogen dienst.

Daarbij past heel goed de lezing van de lofzang van Simeon. Een lofzang die in de kloosters een plek heeft gekregen in de completen, de laatste dienst voorafgaande aan de stilte van de nacht. Het is deze stilte, het stil worden van de ziel, die volop aandacht mag krijgen in de liturgie.

Uitleg

Heel de lectio divina loopt uit op de contemplatio, het schouwen; het is de fase waarin wij niets meer kunnen doen, maar slechts ontvangen, en wel de zoetheid.

Iets dergelijks gebeurt vandaag bij Simeon. Een zoetheid die zo intens is dat Simeon in vrede wenst heen te gaan. Kan de figuur van Simeon daarmee voor ons ook een gids zijn op de weg naar God?

Het zijn de ouders van Jezus die het kind de tempel binnendragen. Het lijkt alsof alles volgens de gewoonte van die dagen geschiedt, maar tegelijkertijd is het ook een vervulling van oude profetieën (‘Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien’, Mal. 3). Ook de mensen die Jezus zullen herkennen (Simeon en Anna) zijn duidelijk profetische gestalten. Hoewel beiden gebrekkig (blind, oud, weduwe), wil Lucas toch hun betrouwbaarheid onderstrepen door ze in het verhaal samen te laten optreden (Deut. 9:15).

Na eerst nog iets gezegd te hebben over welk offer er wordt gebracht (waaruit we kunnen afleiden dat Jozef en Maria niet rijk waren, Lev. 12:8), wordt dan in vers 25 Simeon geïntroduceerd. Zijn naam betekent zoiets als ‘luisteraar’. De traditie neemt aan dat het ging om een oude grijsaard (vanwege zijn verlangen te mogen sterven na het zien van Jezus), maar feitelijk wordt er niets over zijn leeftijd gezegd. Het is goed om ons steeds weer bewust te zijn van de bril waarmee we deze verhalen lezen. Simeon woont in Jeruzalem (hij kan daarmee pars pro toto staan voor het verlangend uitzien van heel het volk Israël). Over hemworden vier dingen gezegd: hij is rechtvaardig, hij is vroom, hij zag uit naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken en de Heilige Geest rustte op hem. Met deze vier typeringen en de betekenis van zijn naam maakt Lucas duidelijk dat dit een man was die zich in alle opzichten hield aan de joodse wet.

Bij de term ‘rechtvaardig’ (dikaios) moeten we denken aan het Hebreeuwse tsaddik. Daarbij gaat het om een begrip dat het wezen en de bestemming van iets of iemand aanduidt. Dat gaat veel verder dan gehoorzaam zijn aan regels. Je zou bijvoorbeeld kunnen spreken over een rechtvaardige pen. Daarmee wordt dan bedoeld dat deze pen rechtvaardig is als deze wordt gebruikt om te schrijven (overeenkomstig zijn wezen en bestemming). Simeon is dus allereerst de mens zoals God hem gedacht heeft.

Daarnaast wordt gezegd dat Simeon vroom (eulabes) is. Het woord ‘vroom’ kan bij ons ook een negatieve klank hebben. In de hellenistische wereld betekende eulabes vooral voorzichtig, consciëntieus. Zo ook in het NT. Simeon is dus consciëntieus ten aanzien van de wet.

Het uitzien naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken is een omschrijving van het uitzien naar de vervulling van de messiaanse hoop. Zijn bestemming en wezen zijn niet alleen consciëntieus, maar hebben ook een richting. Ze zien uit naar de komst van de Messias.

Toch is dat alles bij Simeon niet alleen menselijke verdienste. Als laatste wordt namelijk over hem gezegd dat de Heilige Geest op (epi) hem rustte. Het is ook de Geest die hem geopenbaard heeft dat hij de Messias zou zien voor hij zou sterven en ten slotte is het de Geest die hem in de tempel brengt waar hij Jezus aantreft met zijn ouders. Het doet me denken aan de schrijvers van mystieke teksten die keer op keer weer benadrukken dat het ‘zien’ van God niet een eigen verdienste is, maar je als genade toevalt.

In de tempel neemt Simeon het kind in de armen en looft God. De woorden ‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan’ mogen gelezen worden als een eufemisme voor ‘nu kan ik sterven’, wat terugverwijst naar vers 26. Opvallend is het woord dat Lucas hier gebruikt voor ‘Heer’. In het Grieks is dat despota. Daarnaast gebruikt Lucas het woord doulos, slaaf, voor wat bij ons vertaald wordt als ‘dienaar’. Deze beide woorden hebben zo een veel negatievere klank. Sommige uitleggers (Nielsen) leiden daaruit af dat ‘Simeon zich in de verhouding van slaaf tot meester ziet en dat hij nu het einde in zicht heeft van een langdurige en harde dienst met bespotting van de kant van velen, met teleurstellingen en ontgoochelingen’. Mij doet dat denken aan de donkere nacht waarover mystici schrijven. Het weten dat God er is (hier de belofte) en vervolgens jarenlang niets meer ervaren. Lucas onderstreept echter dat God zijn belofte houdt, zodat Simeon uiteindelijk kan zeggen: ‘Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken.’

Aanwijzingen voor de prediking

Natuurlijk gaat het in deze perikoop in de eerste plaats om de verkonding van Christus. Jezus wordt door twee getuigen aangewezen als de Messias waarop zo lang werd gewacht. Toch kan het ook goed zijn om in de preek eens wat uitvoeriger stil te staan bij de figuur van Simeon. Hij roept iets op wat veel mensen zullen herkennen. Het vurige verlangen God te zien en tegelijkertijd de dorheid en droogheid in het geloofsleven. Lucas beschrijft dat zelfs met negatieve woorden als ‘slaaf worden van een despoot’.

In het pastoraat kan soms blijken dat mensen gebukt kunnen gaan onder een dubbele last. Namelijk gebukt onder de last dat de troost uitblijft en tegelijkertijd gebukt onder de last dat het aan henzelf zou kunnen liggen. Het is goed om in de preek te onderstrepen dat uitblijven van de troost niet per se hoeft te liggen aan een verkeerde grondhouding van de mensen. Simeon maakt duidelijk dat zelfs het tegendeel waar is. Zijn grondhouding is als het ware voorbeeldig: hij is rechtvaardig, vroom, leeft in verwachting en bovendien rust de Geest op hem. En toch is het ook voor hem wachten. In de preek kan dit ook groter getrokken worden: niet alleen het wachten op verlossing van de enkeling, maar ook van het volk Israël, ja, van heel onze wereld.

In een tv-documentaire vertelde een Engelse kloosterzuster dat zij al jaren een geestelijke dorheid ervoer. Toch gaf ze het niet op, bleef ze in het klooster en vervulde de taken die haar waren toebedeeld. Ook dat doet Simeon. Hij blijft. Op zijn post in Jeruzalem. Daar waar de Messias zal komen. De ‘troost’ die in deze tekst voor de hoorders besloten ligt, is dat het uiteindelijk God zelf is (de Geest die Simeon naar de tempel bracht) die de aan hem gedane belofte in vervulling doet gaan. Zo wordt ook het komen van Jezus als de Christus beschreven als een komen van God uit. Dat alles mag als een bemoediging worden ervaren, maar ook is er de tijd van het nu, van het doen wat gedaan moet worden, wachten en op je post blijven. Dat laatste betekent niet afwachten in passieve zin; er valt ondertussen nog heel wat werk te verzetten aan onze grondhouding zonder dat het werkheiligheid wordt.

Liturgische aanwijzingen

Natuurlijk kan op deze zondag de lofzang van Simeon niet ontbreken. Een lied dat mooi vertolkt dat het aangeraakt zijn door God niet altijd een plezierige ervaring is, is Gezang 484 uit het liedboek. Op een andere manier verhaalt het van de dorheid en de moeiten die we op de geloofsweg kunnen tegenkomen. Voor de lezingen uit het Oude Testament valt te denken aan enkele Psalmen (bijvoorbeeld 42 en 63) waarin de houding van het uitzien naar sterk naar voren komt.

Geraadpleegde literatuur

J.T. Nielsen, Het evangelie naar Lucas 11986 (pnt).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken