Menu

Premium

Preekschets Psalm 91:15b – Zieken bezoeken – 1e zondag van de veertigdagen

‘… in de nood zal ik bij je zijn…’
Psalm 91:15b

Deze preekschets komt uit de handreiking ‘Ik ben er voor jou’ van het Steunpunt liturgie.

Het eigene van deze zondag

De eerste zondag in de Veertigdagentijd, zes weken voor Pasen, wordt in vrijwel alle leesroosters beheerst door het evangelie van de verzoeking in de woestijn (Marcus 1: 12-15) en Psalm 91, de psalm die Satan bij die gelegenheid aanhaalt. Aan deze Psalm ontleent de zondag ook de naam Invocabit, ‘hij roept mij aan’ (Psalm 91: 15). Een zekere ingetogenheid kenmerkt de kerkdiensten op deze en de volgende zondagen. Denk daarbij niet direct aan lijdenszondagen. We beginnen aan een periode van inkeer op weg naar Pasen, sterven én opstanding. Vanouds zijn de laatste twee zondagen voor Pasen de passiezondagen.

We starten deze zondag met de zeven werken van barmhartigheid. In de coronatijd nemen we het bezoeken van zieken als eerste werk.

Aanwijzingen voor exegese en prediking

Eerst over de tekstkeus: De komende weken wordt steeds een evangelieperikoop als uitgangpunt genomen voor de prediking. We nemen hiervoor de evangelieperikoop die het Oecumenisch leesrooster aanreikt. Deze biedt ruim de gelegenheid om aandacht te geven aan het werk van barmhartigheid dat die week aan de beurt is. Op deze eerste zondag wijken we hiervan af. Er is geen direct verband tussen de verzoeking in de woestijn en het bezoeken van zieken. Wel is er zo’n verband met de psalm van deze zondag. Psalm 91 noemt God als beschermer als de pest rondwaart. Vers 15b spreekt over het aanwezig zijn in de nood. Deze korte tekst, in het Hebreeuws de drie woorden immu-anochi betsarah kunnen als tekst voor de preek dienen. Daarbij speelt de evangelietekst waarin Psalm 91 wordt aangehaald een rol op de achtergrond. Hierdoor komt de Psalm in nieuwtestamentisch perspectief te staan.

In de psalm als geheel speelt de pest een belangrijke rol. De besmettelijke ziekte wordt genoemd in vers 3,6 en 10. De psalm is zo geformuleerd dat hij ook bij andere dreigingen troost kan bieden. Woorden als kwaad en plaag (vers 10) kunnen op de pest slaan maar ook op andere gevaren. In vers 8 en 11-13 wordt Gods bescherming expliciet verbreedt. Nu wij opnieuw in een tijd van besmettelijke ziekte leven, is het mooi om met de beelden van deze psalm Gods overmacht te tekenen. Uit de psalm spreekt een intens vertrouwen op God. Let op de interactie: eerst een oproep om God als beschermer te belijden (vers 1,2) daarna een uiteenzetting over zijn bescherming (vers 3-8) als ondersteuning van de oproep, uitlopend op opnieuw een belijdenis (vers 9a), en na een nieuwe uiteenzetting (vers 9b-13) tenslotte een bemoedigend woord van God zelf (vers 14-16). Maar is het niet te mooi om waar te zijn? Geloof lijkt een simpel recept voor een pijnloos leven waarin je alles onder controle hebt, zelfs de engelen van God. Een soort vaccin, maar dan religieus. Maar in de praktijk merk je dat ook toegewijde gelovigen getroffen worden door het virus.

Jezus maakt duidelijk dat je de psalm zo niet moet lezen. Op een dag probeert Satan hem te verleiden dit wel te doen: ‘Spring van het dak naar beneden, dan stuurt God wel engelen om je te beschermen’ (Matteüs 4: 5,6). Maar Gods engelen zijn niet op afroep beschikbaar om je een pijnloos leven te bezorgen. Dat is ook niet waar Jezus voor gekomen is. Hij wil juist in de nood bij ons zijn (Psalm 91: 15). Hij laat zich niet verleiden om van het dak te springen. Dan verdwijnt Satan en dan komen de engelen toch om Hem te dienen (Matteüs 4: 11). God vervult zijn beloften niet op onze manier, maar op zijn manier. Op Gods manier wordt ook ik gered van corona en alle andere ziekten. Het is juist Christus die me laat weten dat ik na dit leven een toekomst krijg van volmaakte gezondheid. Hij heeft onze ziekten op zich genomen. Zijn striemen brengen ons genezing. (Jesaja 53: 4,5). Als ik gezond blijf, maar ook als ik ziek wordt, en zelfs als ik moet sterven vertrouw ik op Gods belofte uit vers 15 en 16: ‘in de nood zal Ik bij je zijn’ ‘Ik zal je redding zijn’.

Vers 15b geeft de prediker en de hoorder houvast bij de verkondiging van dit evangelie. Begin maar met de woorden ‘nood’ (tsarah) en ‘Ik’ (anochi) en neem de tijd om God als beschermer in de nood van de pest te tekenen. Denk daarbij na over de gevolgen van besmettelijke ziekte als de pest of COVID19 en van ziekte in het algemeen. (Kijk bij dit werk van barmhartigheid breder dan corona). Dan komt vanzelf het moment dat de vraag zich opdringt of dit niet te mooi is om waar te zijn. Je gaat de hoorder de vraag stellen of hij/zij inderdaad dit vertrouwen heeft. Je stelt de worsteling met Gods bescherming aan de orde. Dit is het moment om de tekst in nieuwtestamentisch perspectief te plaatsen (zie boven). In het gesprek met Satan laat Christus zien dat deze tekst geen pijnloos leven belooft. Hij is gekomen om in de nood bij ons te zijn. Het hoogtepunt van de preek komt bij het eerste woord van de tekst ‘bij u’ (immu). Een laatste move doet een appel op de hoorder om, in het spoor van Christus, in de nood van de ziekte nabij te zijn.

Wanneer de preek gehouden wordt door een voorganger die zelf ervaring heeft met ziekenbezoek (misschien ook met ziekte) komen er als vanzelf praktische aanwijzingen mee. Laat dit niet ten koste gaan van de verkondiging.

Deze preekschets is afkomstig uit de Handreiking voor voorgangers, predikers en liturgiecommissies bij het project ‘Ik ben er voor jou. Te groot voor het geluk alleen. Werken vol barmhartigheid’ voor de Veertigdagentijd & Pasen 2021.
Naast deze handreiking zijn ook Vespers voor de Stille Week beschikbaar, een Bijbelleesrooster voor alledag en een Inspiratie en ideeënboekje (met allerlei ideeën, werkvormen e.a. voor thuis of in kleine kring. Met ruime aandacht voor kinderen en jongeren suggesties voor kinderen en jongeren).
Al dit materiaal is te bestellen bij het Steunpunt Liturgie.

Materiaal dat hierbij aansluit, is dat van Kerkinactie voor de Veertigdagentijd (vernieuwde link voor 2022).

Zie ook:

Preekschets Psalm 25: 6 – Naakten kleden – 2e zondag van de veertigdagen

Preekschets Psalm 25: 15 – Vreemdelingen onderdak geven – 3e zondag van de veertigdagen

Preekschets Jesaja 66: 10 – Hongerigen eten en drinken geven – 4e zondag van de veertigdagen

Preekschets Psalm 43: 1 – Begraven van de doden – 5e zondag van de veertigdagen

Preekschets Marcus 11: 1-11 – Palmzondag – 6e van de veertigdagen

Preekschets Lucas 23: 13-26 – Goede Vrijdag – veertigdagen

Preekschets Lucas 24: 13-35 – Halleluja, de Heer is waarlijk opgestaan – Zondag van Pasen

Preekschets Matteüs 25: 31-46 – Als pasgeboren kinderen – Tweede Zondag van Pasen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken