Menu

Premium

Preekschets Psalm 135

Loof de HEER, want hij is goed, bezing zijn naam, zo lieflijk van klank.
De HEER heeft Jakob uitgekozen, Israël als zijn kostbaar bezit.

Psalm 135:3-4

Het eigene van de zondag

Deze zondag valt in de weken na Trinitatis, voor het einde van het jaar. Traditioneel de tijd voor preekstof uit het Oude Testament.
In sommige kerken wordt in deze periode Israëlzondag gevierd. De keuze voor Psalm 135 sluit daarbij aan. Het is een loflied op de God van Israël, waarin het zelfverstaan van het volk sterk gekoppeld wordt aan de daden van de Heer.

Uitleg

Direct na de pelgrimsliederen in het boek van de Psalmen (Psalm 120-134) is Psalm 135 een lied om te zingen op het tempelplein. De psalm wordt begonnen en afgesloten met een oproep de Heer te loven: Halleluja! En de stemming van de psalm blijft in zijn geheel op de toonhoogte van de lofzang. Het lijkt wel dat de zon is opgegaan in deze psalm (Rothuizen). Het is goed mogelijk dat dit lied gezongen werd tijdens bepaalde feesten rondom de tempel. Vooral de mensen die werkzaam zijn in en rond de tempel worden opgeroepen de Heer te loven (vers 1-2). Zijn zij wellicht het meest vatbaar om te vergeten God te loven? Lopen zij het meeste risico ‘beroepsgelovigen’ te worden? De oproep aan de dienaren van God maakt dat deze psalm regelmatig gebruikt wordt bij de bevestiging van ambtsdragers: verlies je niet in je verantwoordelijkheden als ouderling en diaken, maar blijf God loven. Uiteindelijk wordt het hele volk, inclusief priester en levieten, en ook de proselieten opgeroepen de Heer te prijzen (vers 19-20).

Psalm 135 is te typeren als een mozaïek van teksten die ook al op andere plaatsen in de bijbel voorkomen (Goldingay). Vanuit diverse psalmen, zoals Psalm 113, Psalm 134, Psalm 136 en Psalm 54, zijn citaten opgenomen. Psalm 115:3-11 komt zelfs in zijn geheel terug in deze psalm (vers 6a en 15-20). Maar ook vanuit de thora (Exodus 19:5; Deuteronomium 7:6; Exodus 3:15; Deuteronomium 32:36) en vanuit de profeten (Jeremia 10:13; Jeremia 51:16) zijn stukken overgenomen. Dit wijst op een late datering van deze psalm. Door deze teksten samen te voegen, ontstaat een bloemlezing ten dienste van de tempeldienst. In het loven van God draait het niet om originaliteit, maar om levende herinnering. Oude woorden krijgen in het heden nieuwe zeggingskracht.

Zo geeft Psalm 135 redenen om God te loven: Hij is goed. Deze goedheid blijkt vooral in wat hij gedaan heeft voor Israël. Hij heeft hen uitgekozen. Zij zijn kostbaar in zijn bezit. Dit wordt vervolgens uitgewerkt in het gegeven dat God de wereld geschapen heeft (vers 6-7) en dat hij zijn volk naar het beloofde land heeft geleid en voor hen ruimte heeft gecreëerd om te leven (vers 8-12; vgl. Exodus 7:14-13:31 en Numeri 21:21-35). In schepping en geschiedenis blijkt Gods grootheid. Daarmee wint hij elke vergelijking met andere goden (vers 5 en 15-18).

Voor het zelfverstaan van Israël is het fundamenteel te weten dat hij het uitverkoren volk van God van is. Dit kan gemakkelijk leiden tot hoogmoed, zelfingenomenheid en minachting voor anderen (Rinkel). Maar dat is precies het tegenovergestelde van uitverkoren zijn. Het hangt namelijk af van ‘Gods welbehagen’ (vers 6 NBG 51) en dus niet van iets wat Israël of wij zelf zijn, hebben of hebben gedaan. Pas als we scherp hebben gezien wat Gods uitverkiezing inhoudt, kan de lofzang losbarsten. Vandaar ook de merkwaardige inleidende woorden op het hoofddeel van de psalm: ‘Ik weet het’ (vers 5). Door de herinnering levend te houden, krijgt de psalm het karakter van een oproep om in te stemmen en mee te loven.

Juist in de aanbidding van God krijgen we het juiste beeld van onszelf: we bestaan vanwege Gods zorg. Hij heeft onze leefwereld gemaakt en schept ruimte om daarop te leven. Dit te weten en hieruit te leven is het grote verschil met bouwen op zelfbedachte zekerheden, de goden van onze cultuur. Het zijn stuk voor stuk levenloze instituten, waarden of dingen: niet in staat ons zelfverstaan te verdiepen. Vandaar ook dat Psalm 135 zegt dat je wordt als de goden die je zelf gecreëerd hebt of waarop je vertrouwt: nietig en doods. Wie daarop vertrouwt, gaat op de goden lijken en dat zal je ruïneren (Beale, 46).

Psalm 135 stelt ons daarmee voor de vraag waardoor wij onze identiteit laten bepalen. En de psalm gaat ons voor in het gebruik van de Schriften van oude en nieuwe testament om God te prijzen. Zij leveren het materiaal om God te prijzen en vormen wanneer ze zo gebruikt worden het zelfverstaan van de kinderen van God uit Joden en heidenen.

Aanwijzingen voor de prediking

De psalm roept op God te loven. Voor veel mensen is dat door allerlei omstandigheden een ingewikkelde oproep. In de preek zou de vraag gesteld kunnen worden of dit niet komt door een zelfverstaan waaruit God als degene die ons heeft uitverkoren, verdwenen is of naar de marge is verschoven. De geschiedenis van Israël culminerend in het sterven en opstaan van Jezus Christus is ook het verleden van de kerk vandaag. Dat verleden biedt ons stof tot aanbidding. Zo levert de bijbel het materiaal om God te prijzen (Goldingay, 586). Zoals God eens het volk Israël bevrijdde en levensruimte gaf, zo geeft hij ons dat vandaag nog steeds. Zo krijgen we het juiste zicht op onszelf en stemmen we in met de lof die in deze psalm op God wordt gezongen.

Een iets andere insteek zou kunnen zijn om de zekerheden in het leven van mensen aan de orde te stellen. Waarop bouw je je zekerheid? Geld, aanzien, welvaart etc. Het zijn de zelfgemaakte goden van onze cultuur. Daartegenover plaatst deze psalm de zekerheid van God die groot is. Alles begint bij hem: schepping en geschiedenis.

Nog weer een andere insteek zou kunnen zijn om het bijbelse spreken over uitverkiezing over het voetlicht te brengen. Niet het tobberige van veel van onze gedachtes daarover, maar een loflied op Gods goedheid ondanks ons (vgl. Efeziërs 1:3-14). Uitverkiezing is niet een moeilijk vraagstuk maar een reden om God te loven te prijzen. Dit is dan ook direct het verschil met andere goden. Bij hen hangt ‘uitverkiezing’ altijd af van wat wij hen geven.

Voor kinderen

De gedachte dat de bijbel een boek is dat ons helpt om God te prijzen, kan ook aan kinderen worden uitgelegd: de bijbel vertelt verhalen om ons te leren hoe goed God is, als we leren hoe God goed is, kunnen we ook zelf op hem vertrouwen en hem gaan loven. De bijbelse verhalen nodigen ons uit ook zelf mee te gaan doen.

Een iets andere insteek zou kunnen zijn: iets te vertellen over de tempeldienst en hoe het volk bijeenkwam op het tempelplein om mee te doen met de priesters en levieten om God te dienen.

Liturgische aanwijzingen

Naast Psalm 135 zelf kan er een tweede Schriftlezing gekozen worden die handelt over Gods daden bij Israëls bevrijding uit Egypte (bijvoorbeeld Exodus 19:1-6). Een nieuw-testamentische lezing zou Titus 2:11-14 (over God die ons tot zijn volk maakt) of Efeziërs 1:3-14 (een loflied op Gods uitverkiezing in nieuw-testamentisch perspectief) of Openbaring 9:13-21 (over mensen die ondanks alles vasthouden aan zelfgemaakte goden, een immoreel leven leiden en daardoor ten onder gaan) kunnen zijn.

Het ligt voor de hand om uit Psalm 135 zelf een paar verzen te zingen. Een preek over een psalm bereidt de gemeente voor op het zingen ervan. Andere psalmen die gezongen kunnen worden zijn Ps.115 vanwege de parallellen die er met die psalm zijn of een deel uit Ps.78 omdat ook in die psalm de geschiedenis van de uittocht bezongen wordt.

Een nieuw-testamentische verwerking van ‘zijn naam, zo lieflijk van klank’ is HH 326 (= EvLB 381). De tegenstelling tussen jezelf toevertrouwen aan Gods zorg of vertrouwen op eigen idolen, komt mooi uit in Opw. 727 (= Psalmen voor Nu 16).

Geraadpleegd

  • G.K. Beale, We become what we worship; A biblical theology of idolatry. Downers Grove, 2008.

  • J. Goldingay, Psalms, Volume 3; Baker Commentary on the Old Testament. Grand Rapids, 2008.

  • H.-J. Kraus, Psalmen, 2. Teilband; Biblischer Kommentar Altes Testament. Neukirchen, 1960.

  • Rinkel, Psalter; Beschouwingen over de psalmen, Tweede deel. Zutphen, 1937.

  • G.Th. Rothuizen, Landschap; een bundel gedachten over de psalmen, Derde vijftigtal. Kampen, 1968.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken