Menu

Premium

10. Een blik op de achtergrond

Spreken over preken gaat voornamelijk over processen: hoe kun je die zo vormgeven dat ze bijdragen aan het doel? Dan heb je het nog niet over inhoud. Maar als je de processen wilt invullen met voorbeelden en onderwerpen, ontkom je er niet aan je te verantwoorden over je keuzen. Dat doe ik hier kort. Je hoeft het overigens niet met mij eens te zijn om toch goed met het boek te kunnen werken.

Veel van de voorbeelden en de zelftest zijn gerelateerd aan een studie naar de wijze waarop Jezus preekte, zoals beschreven in de vier evangeliën. In Hem zien we een fantastisch voorbeeld van het communiceren van het evangelie. Want Hij is God maar was tegelijk mens. En dat wat Jezus bij de voetwassing zegt, mag volgens mij ook worden toegepast als het gaat om de prediking van het evangelie: ‘Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook gij doet, gelijk Ik u gedaan heb’ (Johannes 13:15).

Jezus’ optreden als prediker

Als je Jezus, de rondreizende prediker, op de voet volgt, kun je ook zien hoe hij het evangelie brengt: wat zegt hij, hoe zegt hij dat, wat wil hij bereiken? Hierna beschrijven we zijn manier van optreden en met name zijn wijze van preken: hoe bracht hij het evangelie voor de mensen? Daaruit we de volgende typeringen af over zijn optreden. Daarna geven we enkele kenmerken van zijn manier van (s)preken.

Jezus is een leider vol liefde

Jezus brengt de blijde boodschap van bevrijding. Hij spreekt tot de mensen en doet dat niet zomaar. Hij heeft een doel en werkt daarheen. Zijn komst was al eeuwen geleden voorbereid en zorgvuldig gepland, Hij kwam precies op tijd op de juiste plaats. In zo’n optreden kunnen wij ook een plan herkennen, een aanpak waarmee Hij aan de mensen bekend maakt wie Hij is en wat Hij doet.

Als we kijken naar de persoon van Jezus als prediker, kunnen we vaststellen dat die gekenmerkt wordt door liefde, door een meer dan warme belangstelling voor en een oprecht medeleven met de mensen. Heel zijn persoon en al zijn tijd besteedt Hij aan zijn luisteraars. Altijd is Hij tot luisteren en helpen bereid. Zelfs als Hij even naar ‘een stille plaats’ gaat, is dat om nieuwe krachten op te doen, om nieuwe moed te vatten voor zijn werk.

Behalve die alles opofferende liefde, spreekt uit zijn optreden ook kracht en moed. Hij manifesteert zich als een man met gezag, als een leider die precies weet waarover hij spreekt en aan het volk vertelt wat hij van ze wil. En blijkbaar voorziet dat in een enorme behoefte: Hij inspireert mensen, ze volgen Hem na en laten zich door Hem veranderen. Logisch dat Hij ook weerstanden oproept, bijvoorbeeld bij de toenmalige leiders. Maar ook hen treedt Jezus open tegemoet en Hij spreekt ze aan op hun gedrag en verantwoordelijkheden.

Verder herken je als grote lijn dat Hij ervoor zorgt dat er leerlingen komen aan wie Hij uitlegt wie Hij is en wat Hij wil. Uit die grote groep maakt Jezus een selectie van mannen met een bijzondere taak. Zij moesten rondtrekken en actief mensen benaderen en ze vertellen dat Jezus hun leven wil redden.

Ook op het niveau van het optreden van Jezus kunnen we een aantal constanten herkennen. Voor een deel zijn die bepaald door de tijd en cultuur. Jezus was een rabbi die als andere rabbi’s rondtrok door het land met een groep volgelingen achter zich aan. Aan hun aantal kon je afleiden of de rabbi een aansprekende boodschap had. Het past niet echt in onze tijd en cultuur om ook zo het land rond te gaan met een schare volgelingen achter je aan. Maar wel kun je zeggen dat het blijkbaar van belang is om met mensen in persoonlijk contact té treden en met ze in gesprek te komen.

Jezus stuurt erop aan dat mensen zelf kiezen uit de mogelijkheden die Hij aan hen voorlegt.

Jezus is een echte onderwijzer

Zijn prediking kun je typeren als ‘onderwijs’. Hij legt dingen uit, laat mensen iets zien, geeft voorbeelden, stelt vragen, legt problemen voor aan de mensen en beantwoordt hun vragen. Jezus manifesteert zich zo als een echte onderwijzer. Hij zet middelen in om zijn boodschap te verhelderen en begrijpelijk te maken en zorgt ervoor dat mensen zich die boodschap zullen blijven herinneren. Veel zaken die wij nu terugvinden in de didactiek, kenmerken Jezus’ optreden. Zaken, die ook nu in het onderwijs nog vanzelf spreken. Voorbeelden te over. Zo gaat Jezus uit van het concrete en sluit hij aan bij de ideeën en beleving van de mensen. Hij schakelt meerdere zintuigen in om zijn boodschap over te brengen en herhaalt zijn boodschap op allerlei niveaus, rekening houdend met zijn publiek. Zo vertelt Jezus in Lucas 15 drie gelijkenissen, van het verloren schaap, het verloren geldstuk en de verloren zoon, om daarmee eigenlijk steeds hetzelfde te laten zien: Gods blijdschap over mensen die zich vanuit hun verloren positie aan hem overgeven.

Jezus is uit op wezenlijke verandering

Maar Jezus doet meer dan onderwijzen alleen. Bij onderwijs staat het veranderen van kennis, vaardigheden en houdingen centraal: de leerlingen moeten meer weten, meer kunnen of een andere houding aannemen. Maar Jezus wil mensen zover brengen dat ze gaan kiezen. te kunnen kiezen, moet je wel iets weten. Als je bijvoorbeeld wilt stoppen met roken, moet je wel weten dat roken slecht is voor je gezondheid. Maar veel mensen die dat weten, stoppen toch niet. Als je echt wilt veranderen, is er meer nodig.

Voor wezenlijke en blijvende verandering moet je doordringen tot het hart van mensen. En dat doet Jezus. Hij dringt door tot het hart, tot het diepste innerlijk van de mensen. Dan gaat het niet alleen om de omstandigheden waarin ze verkeren en die zo tegen zitten, om hun gedrag, de dingen die ze goed kunnen of juist steeds fout doen. Hij gaat ook verder dan hun mening, hun argumenten voor of tegen iets of iemand. Jezus gaat veel verder en wil uitkomen bij hun diepere vragen: wat vind je er echt van, wat wil je bereiken, waar ben je bang voor of wat is je ideaal?

Jezus dwingt mensen tot antwoorden op die vragen, en tot het aanvaarden van consequenties ervan voor hun eigen gedrag en leven. Jezus vraagt daar ook vaak expliciet naar: wat wil je dat Ik doe, wie denk je dat Ik ben? Bijvoorbeeld bij de rijke jongeman of in zijn gesprekken met de schriftgeleerden. Vaak legt Jezus in zijn onderwijs hun ikgerichtheid bloot of hun eerzucht, de controle die ze willen blijven uitoefenen en die hen tegenhoudt om hun leven over te geven aan Jezus.

Jezus dwingt tot een keuze

Bij dat doordringen komt Jezus uit bij wat er leeft in het hart van mensen: wat beweegt je, wat zijn je motieven, wat wil je nu eigenlijk echt van mij? Uiteindelijk is de belangrijkste vraag: wil je echt dat ik in je leven kom? Hij laat aan zijn toehoorders merken wat de consequenties zijn van hun keuze voor of tegen Hem: kies je voor Mij, laat je Mij in je leven toe dan Ik je genezen, dan zal je leven rijker worden. En dan zul jij veranderen: je gaat je geld weggeven, je zult de ander uitnemender achten dan jezelf.

Jezus stelt zo de mensen voor een keus voor of tegen Hem. Hij vraagt ze om ervan af te zien zichzelf te willen redden en Hem te accepteren als bevrijder. Uiteindelijk komt het neer op de persoon van Jezus, de Zoon van God die is gekomen om Gods reddingsplan uit te voeren. Accepteer je Hem, vertrouw je Hem en neem je zijn reddende boodschap aan? Alleen vanuit die keus voor Jezus komt immers echte verandering tot stand.

Dat is niet alleen een rationele keus, een keus van het verstand. Het gaat ook om je gedrag en meer nog om je houding: wil je een relatie aangaan met Jezus? Je krijgt Jezus lief om wie Hij is, om wat Hij doet, om wat Hij wil bereiken met jou en met de wereld. Uit die betrokkenheid bij Jezus en dat vertrouwen in hem kies je vanuit je hart. Vanuit die keus ga je met Hem mee, word je zijn volgeling. Dan doe je dingen wel of niet, ‘gewoon’ omdat je van Hem houdt, omdat je weet dat het goed komt met en door Hem. Dan veranderen je motieven, je ideeën over het leven en je leven van vandaag. Dan komen je keuzen in een ander licht te staan omdat het perspectief, de richting van je leven compleet isomgekeerd. Je spreekt, handelt, denkt en kiest zoals Jezus je dat ingeeft. Daar wil Jezus heen met zijn optreden, dat is het doel van zijn spreken en handelen.

Een schets van Jezus’ manier van (s)preken

Jezus treedt op als prediker in Israël voor mensen die tweeduizend jaar geleden loefden. Er is verrassend veel te leren van zijn manier van spreken en preken ook voor de evangelieverkondiging van nu. Een rondgang door de vier evangeliën levert een aantal karakteristieken op van Jezus’ wijze van communiceren.

Hij zoekt de mensen op in hun omstandigheden

Hij treft ze in hun eigen omgeving, hun eigen woonplaats. Hij komt bij mensen thuis, zoekt ze op bij hun dagelijkse bezigheden, in hun beroep. Hij ziet wat ze doen, waar ze mee zitten, waarover ze nadenken, wat hen moeite of blijdschap oplevert, wat hun denken en wereldbeeld vormt.

Hij heeft oog voor de omstandigheden van de mensen

Als iemand bang is om publiek naar voren te komen, ontmoet hij hem ‘s nachts of op een rustige plaats. Jezus zoekt die situatie waarin mensen het best aanspreekbaar zijn. Met leiders van het volk spreekt hij in het openbaar, maar voor de geringen zoekt hij andere omstandigheden. Niet dat hij zich daarbij neerlegt, maar hij gaat vanuit die omstandigheden verder met ze.

Hij sluit aan bij situaties en problemen uit het leven van mensen

Een vraag waarvoor mensen een oplossing zoeken, een zieke die vraagt om genezing, een strikvraag waarmee schriftgeleerden hem proberen klem te zetten, al die omstandigheden in de communicatieve situatie vormen voor Jezus een aanleiding en een kans om zijn boodschap te concretiseren.

Hij sluit daarmee aan bij het concept, de opvatting en het beeld van de mensen met wie Hij communiceert. Hij plaatst wat Hij zegt in hun wereld, in de beroepen en verhoudingen die zij (her)kennen. Het gaat over de keizer, boeren, een gezinssituatieen ziekten. Door daarbij aan te sluiten, zijn boodschap ook handen en voeten krijgen in het dagelijkse leven van mensen. Ze kunnen er zo mee aan het werk.

Hij past zijn spreken aan aan het publiek

Jezus spreekt met mensen uit alle lagen van de bevolking. Hij laat telkens weer zien wie Hij is voor ieder van hen. Daarbij past Hij zijn spreken aan bij zijn gesprekspartners. Bij een Romeinse hoofdman gebruikt hij andere woorden en voorbeelden dan bij een rijke jongeman of bij de schriftgeleerden. Bij die laatsten bijvoorbeeld redeneert Jezus in hun stijl met een voortdurend beroep op wat staat geschreven.

Hij spreekt mensen direct en persoonlijk aan

Hij noemt steeds zichzelf en zijn hoorders expliciet en noemt ze soms bij name: ‘Ik verzeker u;’ ‘neem van Mij aan;’ ‘willen jullie soms ook weggaan;’ ‘Simon, heb je mij lief?’ Zijn manier van communiceren lijkt vaak veel op het voeren van een gesprek waarin mensen direct met elkaar in (oog)contact zijn en er sprake is van actie en reactie. Hij stelt vaak vragen en geeft antwoorden op problemen die mensen Hem voorleggen. Mensen vragen om verduidelijking, een antwoord dat aansluit bij hun situatie of om meer voorbeelden.

Hij geeft directe aanwijzingen voor gedrag

Hij stelt mensen voor keuzen: ‘Is het toegestaan op sabbat iemand te genezen?’ ‘Wie van u zonder zonde is, mag de eerste steen werpen.’ Hij gebruikt vaak directieven: ‘Ga naar huis,’ ‘sta op, neem uw matras,’ ‘lieg niet langer.’ ‘Doe dit, of dat.’ Dat zijn rechtstreekse aanwijzingen voor het gedrag van mensen.

Hij demonstreert zijn spreken met handelen

Jezus handelt zelf om te laten zien wat zijn boodschap is: Hij praat met mensen uit alle lagen van de bevolking, raakt mensen aan, loopt naar ze toe, omarmt ze, bidt zelf, geeft geld aan de tempel, gaat zelf op de sabbat naar de synagoge. Wat hij zegt, laat hij zelf ook zien. Zo is hij zelf een voorbeeld van zijn eigen spreken. Hijloopt niet weg voor de consequenties van zijn eigen boodschap, maar demonstreert die voortdurend voor de mensen door die zelf uit te voeren, voor te doen. Hij is zelf zijn boodschap. Uiteindelijk laat hij zich zelf kruisigen om in de meest verregaande vorm zijn boodschap te verwerkelijken.

Hij laat zichzelf zien in zijn spreken

Niet alleen noemt Jezus zichzelf voortdurend expliciet (Ik ben, Ik ga) maar Hij laat in zijn optreden ook Zelf zien hoe sterk Hij met hoofd, hart en handen betrokken is bij de mensen met wie hij spreekt. Hij laat zien hoe hij zich voelt: boos, moe, verdrietig of blij. Zo laat hij zien hoeveel hij geeft om de mensen en hoe belangrijk hij het vindt dat ze met Hem in gesprek gaan en zijn woorden aannemen.

Hij doet een beroep op alle zintuigen

Jezus doet vaak een beroep op het gehoor van mensen. Maar hij spreekt niet alleen, Hij laat ook vaak voorwerpen en mensen zien in beelden of werkelijkheid. Ook raakt hij mensen aan en laat ze soms iets vastpakken en voelen: munten bijvoorbeeld of delen van zijn lichaam. Jezus spreekt vaak over proeven (wijn, brood) en laat mensen ook daadwerkelijk eten en drinken om ze het evangelie nog duidelijker te binnen te brengen. Ook de reuk heeft een — zij het bescheiden — plaats in zijn spreken en optreden. Jezus doet zo een beroep op vrijwel alle zintuigen. Door alle zintuigen in te schakelen, communiceert Jezus op verschillende niveaus, sluit aan bij de leerstijlen van mensen en maakt Hij zijn boodschap nog indringender.

Hij is concreet

Jezus gebruikt concrete mensen, dieren en voorwerpen of beelden ervan, voorbeelden uit de (belevings)wereld van de mensen om zijn preken te verlevendigen en de inhoud te verduidelijken. Zo zien we schapen, herders, de wijnstok, brood en koren, lampen en olie, kinderen die hij naar voren haalt, een stad of omgeving waar Hij op wijst en geldstukken die een plaats krijgen in zijn communicatie. Het leven en werken van de mensen en hun dagelijkse omgeving bieden Jezus tal van mogelijkheden waarmee hij zijn boodschap zo maakt dat mensen die herkennen, beter begrijpen en er beter naar kunnen luisteren.

Hij varieert in gespreksvormen

Gesprekken onder vier ogen, groepsgesprekken, een discussie, een meer uitgebreide monoloog: we komen in Jezus’ optreden tal van spreekvormen tegen. Hij kiest de vorm die past bij zijn doel. Bij de Bergrede bijvoorbeeld zet Jezus het geheel van zijn boodschap neer, details en toepassingen in concrete en persoonlijke situaties licht hij toe in dialogen en gesprekken in kleinere kring, op meer leerstellige vragen van schriftgeleerden gaat hij in met een discussievorm.

Hij roept reacties op

Jezus geeft niet altijd kant-en-klare antwoorden maar activeert zijn publiek. Hij zet het aan het denken door een gelijkenis, een raadselspreuk of een schijnbare tegenstelling. Ook daagt hij het uit door vergaande uitspraken te doen of een daad te stellen zoals een genezing op de sabbat. Je kunt je niet stil houden als Jezus tot je spreekt. Je moet wel reageren.

Hij is confronterend

In zijn spreken gaat Jezus de confrontatie niet uit de weg. Zijn woorden zijn, vooral in gesprekken met de Farizeeën en Schriftgeleerden, vaak scherp. Want als Jezus ergens een hekel aan heeft, dan is dat aan zelfgenoegzame religie. Hij stelt voor een keus: ‘Wie met Mij niet is, die is tegen Mij.’

Hij houdt contact met zijn Vader

Op allerlei momenten zoekt Jezus bewust de rust en de ruimte om met zijn Vader te spreken. Hij vraagt Hem om kracht en overlegt met Hem over zijn werk. Ze zijn het volkomen met elkaar eens. Jezus leeft uit die relatie.

Een model

Deze veertien uitspraken typeren globaal Jezus’ (s)preken. We rangschikken deze gegevens in het schema hieronder. In de grijze cellen staan de structurerende elementen van Jezüs’ spreken en de kenmerken die we daarover hebben gevonden: over hoe hij zeifis als spreker, hoe hij gebruik maakt van de communicatieve situatie, hoe hij zich richt op zijn luisteraars en hoe hij zijn boodschap plaatst in die situatie. In het binnenste gedeelte van het schema staan de activiteiten die Jezus als spreker uitvoert.

Jezus volgen in (s)preken en luisteren

We kunnen aan Jezus een voorbeeld nemen als het gaat om het doorgeven van het evangelie. Als we Jezus willen volgen in zijn optreden en spreken, moeten we allereerst vaststellen dat Jezus Zelf de boodschap is van al zijn en ook ons spreken: Hij is de enige Verlosser en Heer. Voor ons geldt: Hij is de inhoud van ons spreken en zonder Hem kunnen wij niets doen. We kunnen alleen maar over Hem spreken vanuit een levende relatie metHem. Alleen in verbondenheid met Jezus krijgt ons spreken effect, vinden wij de juiste woorden, kunnen wij Hem recht doen in ons spreken, in ons gedrag. Het is de relatie met Jezus die ons als sprekers motiveert en richt op onze luisteraars. Het is ook die relatie die onze doelstellingen bepaalt en de inhoud van ons spreken, die onze manier van zeggen, onze bewogenheid met mensen en onze wil om te spreken en reageren beïnvloedt. Zonder Hem is al ons spreken zinloos. In heel ons handelen en al ons spreken staat Hij centraal.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Blijf in mijn liefde’

De zesde zondag na Pasen, de laatste voor Hemelvaartsdag: in de ‘oude bedeling’ (waar zijn al die mooie, veelzeggende Latijnse zondagsnamen toch gebleven?) heet deze zondag Rogate, bidt! Willem Barnard schreef ooit: ‘Na Pasen gaat het van jubelen, Jubilate, via zingen, Cantate, naar bidden, Rogate.’ Zo is het en niet andersom: van expressie naar impressie, van de uitbundige jubel om zijn daden naar het ingekeerde gebed om Gods nabijheid… juist wanneer afscheid nadert.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Nieuwe boeken