Menu

Basis

Brood met een boodschap

Bakken hoort bij feestdagen zoals slingers erbij horen. Bij een feest hoort taart. Dat maakt van de feestdag iets bijzonders. Sommige vormen van gebak of brood zijn niet alleen feestelijk, maar vertellen ook op hun eigen wijze een verhaal. Denk bijvoorbeeld aan de palmpaasstok.

De oude traditie van de palmpaasstok is in veel gemeenten weer van harte opgepakt voor de kinderen. De palmpaasstok vertelt het lijdensverhaal van de dertig zilverlingen door de dertig rozijnen; de paaseitjes verwijzen al naar het nieuwe leven van Pasen. En natuurlijk is de palmpaasstok niet compleet zonder een haantje van brood op de top. Het haantje herinnert aan Petrus en stelt zo het hele verhaal present van de gevangenname van Jezus, het verraad en het berouw van Petrus. Een heel verhaal, gevat in een stukje brood. Door het te eten, maken we ons het verhaal eigen, wordt dat verhaal een stukje van ons leven.

Maar hoe vanzelfsprekend is het om haantjes van brood te eten? Waar komt het vandaan om brood of koek te bakken in speciale vormen? En welke brood- en baktradities zijn er nog meer in de aanloop naar Pasen?

Eten bij het leven

Eten draait niet alleen om de voedingsstoffen die de mens nodig heeft om te leven. In de maaltijd geven mensen nog veel meer door. Eten is een vorm van contact maken, van communiceren. Samen eten, maaltijd houden, verbindt mensen met elkaar. Daarom gaat ieder belangrijk feest gepaard met een feestmaaltijd. Als we op reis zijn, is het proeven van de keuken van de streek waar we te gast zijn een van de leukste manieren om de andere cultuur te leren kennen. En ook in onze eigen omgeving gaat verbinding maken met mensen uit andere culturen heel snel door samen te eten, door te proeven van elkaars keuken.

Hoe vanzelfsprekend is het om haantjes van brood te eten?

In iedere cultuur en religie zijn er speciale gebruiken of verhalen verbonden met eten. Denk aan de voedselwetten uit het oude testament of het verbod op varkensvlees in de islam. Verhalen geven eten en eetgewoonten een bijzondere betekenis. Verhalen waarin een verband gelegd wordt tussen deze wereld en de wereld van God. Door verhalen te delen bij het eten of door speciale gerechten te serveren, geven we ook onze cultuur en onze identiteit door aan elkaar en aan de volgende generaties.

Met het eten van het brood delen we het verhaal van Jezus’ leven en dood

In veel culturen is brood zo belangrijk dat het symbool staat voor voedsel in het algemeen. Brood betekent leven. Daarom heeft brood ook in veel culturen en religies een religieuze betekenis. In het dagelijks leven bidden en danken mensen God voor het dagelijks brood. Zo drukken mensen uit dat hun voortbestaan, het kunnen eten wat je nodig hebt, ontvangen is uit de hand van God. Ook in de Bijbel heeft brood een belangrijke rol en zeker in het evangelie. Niet voor niets heeft brood in de christelijke eredienst een centrale plaats gekregen in avondmaal en eucharistie. Met het eten van het brood delen we het verhaal van Jezus’ leven en dood. Het is meer dan voedsel; het is verbinding en redding.

Recepten met een verhaal

Bij veel feesten zijn er eigen broodjes en recepten. We zagen al de broodhaantjes bij Palmpasen. Bekend is ook de speculaaspop bij Sinterklaas. Daarin is het christendom niet uniek: in alle culturen waar brood belangrijk is, komen vormbroden voor die betekenis hebben bij een speciale gebeurtenis. Dat was al zo in Europese culturen voordat het christendom zijn intrede deed. Sommige vormen brood uit de oude culturen zijn creatief gehandhaafd door er nieuwe verhalen en betekenissen aan toe te voegen. Dat geldt voor vlechtbrood of ringbroden, zoals de krakeling. Maar vaker zijn oude vormbroden verdwenen en kwamen er nieuwe voor in de plaats. De speciale broodjes of koeken fungeren als brug tussen de verhalen van hoe God met de mensen meeleeft en het leven van vandaag. Zo gaven en geven vrouwen thuis van generatie op generatie geloofsverhalen door aan hun kinderen.

Neem bijvoorbeeld het verhaal van de heilige Antonius van Padua. Er heerst hongersnood in de omgeving van Coimbra in de tijd dat hij daar als broeder in het klooster woont. Dagelijks komen er bedelaars aan de poort van het klooster en vragen om eten. Antonius kan het niet over zijn hart verkrijgen om ze weg te sturen zonder een stukje brood. En zo komt het dat de hele mand leeg is wanneer de broeder van de kloosterbakkerij de tafel voor de maaltijd wil dekken. De bakker-broeder gaat naar Antonius toe: ‘Kijk nou toch! Vanmorgen heb ik brood gebakken, en alle brood is verdwenen!’ ‘Ik loop even met je mee’, antwoordt Antonius. En samen lopen ze terug naar de proviandkamer waar de manden met brood staan. En o wonder: als de broeders in de voorraadkamer komen, blijken de manden weer helemaal gevuld te zijn. En nog ieder jaar worden in Portugal, Spanje en Brazilië op de feestdag van Sint Antonius van Padua broodjes uitgedeeld, als herinnering aan dit verhaal en andere verhalen. Natuurlijk herkent de lezer onmiddellijk de evangelieverhalen van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging. Deze legende wil niet zeggen dat Antonius dezelfde wonderen kon verrichten als Jezus. Dit verhaal wijst de middeleeuwse christenen erop hoe Jezus ook in hedendaagse mensen nog altijd werkzaam kan zijn. In de middeleeuwen waren veel gelovigen niet vertrouwd met de bijbelverhalen. Heiligenverhalen kun je beschouwen als de oudste spiegelverhalen bij de Bijbel. Via de heiligenlegenden werd het evangelie doorverteld en leerden de gelovigen de werken van Christus kennen. De rijkdom van deze legenden en hun relatie met het evangelie en andere bijbelse verhalen fascineert mij. Dat is de basis geworden voor de verzameling van recepten met een verhaal die samengebracht is in het boek Zalig gebakken. Voor wie een degelijke bijbelkennis heeft, zijn heiligenverhalen net een speurtocht: ‘vind de verwijzingen naar het goede bijbelverhaal!’

Geloof en geloofsopvoeding beginnen letterlijk in de keuken

Gebruiken

Over de Antoniusbroodjes wordt verteld dat mensen ze een jaar lang in hun voorraadkast bewaarden als bescherming tegen honger. Zo zijn veel van deze broodjes verbonden met gebruiken. In Tsjechische huishoudens worden op de ochtend van Witte Donderdag Judasstroppen gebakken. Volgens de traditie wordt iemand die vóór zonsopgang een Judasstrop eet, de rest van het jaar niet ziek. Op Goede Vrijdag bakken de Engelsen hot cross buns: krentenbollen met een kruisje erop. Het verhaal gaat dat wie hot cross buns meeneemt tijdens een zeereis, beschermd wordt tegen schipbreuk. Klinkt hier niet een vorm van bijgeloof door? Is dit niet een reden om deze broodjes ver van ons vandaan te houden? Waarschijnlijk hebben mensen in vroeger eeuwen houvast gezocht in broodjes die een verband hadden met Jezus. Zo hoopten ze hun onzekerheid en angst voor ziekte, hongersnood, het onvoorspelbare van het leven te bezweren. Vandaag kijken we hier anders tegenaan. Bezwering van het onvoorspelbare leven is niet langer de reden om deze broodjes te bakken. De verhalen erover worden nog doorverteld. Zo worden de moeders en grootmoeders geëerd die eeuwenlang deze baktradities levend gehouden hebben door op hun beurt de volkscultuur te blijven doorgeven.

Oude gebruiken opnieuw

Ook vandaag nog zoeken gezinnen naar mogelijkheden om de christelijke feestdagen thuis te markeren. In steeds meer huishoudens is er een kijktafel bij de tijd van het jaar: in deze veertigdagentijd staat het toeleven naar Pasen centraal. Speciaal gebak kan ook een vorm zijn om thuis de christelijke feestdagen te vieren. Bakken is leuk om samen te doen. Een deelnemer aan een bakworkshop riep verwonderd uit dat het recept en het verhaal allebei veel meer gaan leven als je het zelf met je eigen handen gemaakt hebt. Het zal niet verrassen dat er voor de Goede Week en Pasen veel baktradities in omloop zijn. Bij het verhaal van de gevangenname in de hof van Getsemane passen de Judasstroppen. Dit zijn broodjes in de vorm van een strik of geknoopte touwtjes. Ze brengen in herinnering dat Judas spijt kreeg nadat hij Jezus verraden had. Hij kon zichzelf niet meer in de ogen kijken en hing zichzelf op. Deze traditie is bekend in Tsjechië en Centraal Europa.

In India bakt men op Witte Donderdag pesaha appam, een ongerezen brood van rijstmeel met daarop een kruis gemaakt van twee palmbladeren. Op Goede Vrijdag, als men vast, is dit brood het enige dat de Indiase christenen eten.

De Engelse hot cross buns voor Goede Vrijdag zijn geen sobere broodjes: het zijn kruidige rozijnenbolletjes waar een geglazuurd kruisje meegebakken is. Tegenwoordig liggen ze in Engeland in de winkel voor bij het paasontbijt, vaak met een laagje abrikozenglazuur. Maar van oorsprong zijn het broodjes die de rouw van Goede Vrijdag uitdrukken.

Voor Pasen zijn er zoveel recepten dat het moeilijk kiezen is. Een recept met heel oude wortels is een vlechtbrood. Soms in een rechte vlecht, soms rond als een mandje met daarin verborgen een paasei. Vlechtbroden bestonden er al in de tijd van voor het christendom. Ook met Allerzielen wordt er vooral in Duitsland nog vlechtbrood gebakken. Maar zo gaat het vaak met vorm en betekenis: als vlechtbrood een van de oudste broodvormen is en Pasen het belangrijkste feest in het christendom, dan ontstaan er vanzelf ook verhalen om deze twee met elkaar te verbinden. De vlecht in drie strengen deeg vertelt van de heilige Drie-eenheid. Het ei naar het nieuwe leven. In de orthodoxe traditie van Griekenland en op de Balkan worden de eieren altijd rood geverfd, als herinnering aan het lijden van Christus.

Bakken bij de kalender is een manier om geloof levend te houden en dichter bij te brengen. Geloof en geloofsopvoeding beginnen letterlijk in de keuken. Zo worden de geloofsverhalen opnieuw verteld, niet alleen in de kerk maar ook in de keuken.

Marian (mw. drs.) Geurtsen is theoloog en ritueelspecialist. Samen met Bep Willers-van Oostwaard schreef zij: Zalig gebakken. Verhalen, recepten en tradities wereldwijd – van Driekoningen tot Sinterklaas, Uitgeverij Berne Media, Abdij van Berne, 2015.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken