Menu

Premium

Het laatste oordeel

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Genesis 18,22-33, (Nieuw) Liedboek voor de kerken 2013, 50:3.7.11, 2 Tessalonicenzen 1,3-10a en Matteüs 25,31-46

In de Judese woestijn, halverwege Hebron en de zee die nog geen Dode Zee is, zie ik een tribune staan. Daarop zitten de bijbellezers, de kerkmensen. Ze hebben in de westelijke verte gezien hoe Abraham door de drie mannen werd bezocht, hoe Sara lachte. In de oostelijke verte zouden ze Sodom en de andere vier steden van de vlakte kunnen zien liggen, maar ze zijn helemaal gespitst op de beweging vanuit het westen: daar komt Abraham met zijn belangrijkste gast, de stem van de Eeuwige.

Pal voor de tribune houden ze halt: nu kijken ze uit over de mistige diepte waar Sodom ligt, en de bijbellezers zitten voor een dubbeltje op de eerste rang. Ze mogen getuige zijn van Abrahams pleitrede voor de rechtvaardigen van Sodom. Straks krijgen ze de spannende vlucht van Lot te zien en het afsluitende vuurwerk waarmee de Dode Zee een feit wordt. Toch mooi dat er geen tien rechtvaardigen waren – anders was de vuur-en-sulfershow niet doorgegaan.

Toeschouwers of meespelers?

Tot zover de Bijbel voor toeschouwers. In alle lezingen van deze zondag gaat het over het ultieme oordeel waarin het kwaad zal worden gevonnist. In Genesis gaat het over het komende oordeel over het onrecht van Sodom. In Psalmen 50, een lied van profetische zelfkritiek, is het oordeel over Israël aan de orde met alle volken als getuige. De brieflezing verzekert dat wie in de wereld aan het langste eind lijken te trekken, in het oordeel meedogenloos ten onder zullen gaan. En het evangelie schildert de grote schifting waarin rechtvaardigen en onrechtvaardigen elk op onverwachte wijze tegen de gevolgen van hun levenskeuzes zullen aanlopen.

De behoefte aan een oordeel waarin anderen eindelijk hun verdiende loon krijgen, is de laatste jaren juist in de meest welvarende samenlevingen tot ongekende proporties toegenomen. Het volk wil een grote afrekening waarin de raddraaiers van de straat en de graaiers aan de top genadeloos worden aangepakt. De massa’s die dat eisen, nemen zelf graag plaats op de tribune. We zijn in het dagelijks leven toeschouwers aan wie nieuws geserveerd wordt; het is belangrijk om te beseffen dat dit ons parten speelt wanneer we de Bijbel lezen. We hebben de neiging om terug te stappen, het aan te kijken en dan af te wegen of we dit een terecht oordeel vinden of niet. Terwijl de bedoelde leeswijze, als ik het goed zie, steeds die van het engagement is: je bent zelf in het spel.

Het oordeel ligt niet vast

Dan is het indrukwekkend dat deze oordeelszondag begint met Genesis 18. De perikoop zegt ons dat het oordeel zelfs over Sodom dat zijn gasten verkracht, niet onverbiddelijk vastligt. Nota bene de kampioen van de gastvrijheid neemt het op voor wat er aan menselijkheid over is op die helse plek. Volgens de middeleeuwse schriftgeleerde Rasji en andere joodse uitleggers

Zie voor literatuurverwijzingen artikel van de auteur (P. van Veldhuizen) ‘Gehoorzaamheid is niet genoeg’, https://irp-cdn.multiscreensite.com/633c82eb/files/uploaded/2011-noach.pdf

was Noach vergeleken met Abraham de mindere, omdat hij niet heeft geprobeerd de Eeuwige op andere gedachten te brengen, maar gehoorzaam de ark is gaan bouwen en het oordeel heeft laten gebeuren. Als het oordeel op handen is, springen Abraham en Mozes ertussen om te redden wat er te redden valt, in plaats van op de tribune te gaan zitten om te smullen van andermans ondergang. Jona die dat wél deed, kreeg zijn zin niet.

Recht voor wie onder onrecht lijden

Wel heel voorstelbaar is dat mensen die lijden onder onrecht, hartstochtelijk verlangen naar een oordeel dat alles rechtzet. Alleen vanuit dat perspectief kan ik de brieflezing uit 2 Tessalonicenzen meemaken: hou vol, geef de navolging van Christus niet op, je belagers krijgen echt hun verdiende loon. Ook dat is dus niet vanaf de tribune gedacht, maar vanuit het heetst van de strijd, en bedoeld voor hoorders die wanhopen, die denken: wat zou ik mijn christelijke best nog doen als toch het onrecht zegeviert? Van zulke hoorders kan niet gevraagd worden hun vijanden de hemel te gunnen – het hoogste dat hun gevraagd kan worden, is vertrouwen dat Gods komende oordeel alles rechtzet en intussen het spel van de navolging blijven spelen.

Bijbel voor toeschouwers, of voor jou?

Ook het tafereel van Matteüs 25,31-46 is niet voor toeschouwers bedoeld – al hebben we er misschien al vaak naar staan kijken, zoals het in schilderingen van het Laatste Oordeel in oude kerken is verbeeld. Het gaat niet om wat er met anderen gebeurt, maar om de beweging waaraan jijzelf je geeft. De schapen zijn niet degenen die uit de rij treden om te kijken of de bokken wel goed worden aangepakt, maar die het volhouden goed te doen in een kwade wereld. De criteria van het verhaal in Matteüs 25 geven wel extra reliëf aan het verhaal van Genesis 18: hoe Abraham zijn gasten bejegent, hoe Sodom zijn gasten onthaalt – en Abraham verdubbelt het contrast door niet te vragen om de evacuatie van Lot, maar om respijt voor heel de stad. Nergens in deze oordeelsteksten gaat het om het redden van je eigen vege lijf. Steeds gaat het om het volhouden van een gunnende levenshouding in een wereld waarin je dat soms niet in dank wordt afgenomen. Dat moet voor 2017 krachtige prediking kunnen opleveren!

Dan is er nog Psalmen 50. Daarin verschijnt de Eeuwige als Rechter van hemel en aarde, en Israël wordt opgeroepen om zich te verantwoorden. Offers worden er genoeg gebracht en men heeft de Tora op de lippen, maar in de levenspraktijk wordt het niet waargemaakt. Het is een lied van een Israëlitische dichter, dus het is een sterk staaltje zelfkritiek. Alsof er een grote spiegel voor de tribune wordt gezet. De Bijbel voor toeschouwers bestaat niet.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken