Kindermoment & tienermoment bij Romeinen 8:6-11
Er is een tegenstelling tussen vlees en Geest. Het gevaar ligt op de loer in moraliteit te vervallen, in fout en goed. Maar waar komt het kwaad vandaan? Hoe kunnen wij eraan ontsnappen en in geloof aanvaarden dat het oordeel over deze wereld geveld is? Gods Geest wil ons levend maken.
Voor de kinderen
Kees is boos. Er zit een jongetje in zijn klas die steeds vervelend doet. Hij schreeuwt, hij schopt. En vanmiddag zat hij zo te klieren in de klas dat de juf besloot niet voor te lezen. Kees komt verontwaardigd thuis.
‘We hebben besloten nooit meer met Sam te praten. Sam is een akelig kind.’ Kees begint al bij de voordeur tegen zijn moeder te mopperen. Hij komt uit school en hij is er vol van. Hij had zich net zo op het voorlezen van de juf verheugd.
Mama zegt: ‘Ga eerst eens zitten. Wat is er gebeurd en wie zijn “we”?’
Kees vertelt alles van de afgelopen middag en van de afgelopen weken.
‘Jesse en Marco en Gerrit en ik, wij, hebben afgesproken dat we Sam doodzwijgen.’
Mama zegt: ‘Ik snap dat je boos bent. Maar doodzwijgen, nee. Is Sam altijd zo geweest? Ik zou het veel stoerder vinden als je hem eens zou vragen waarom hij zo akelig doet. Misschien is hij wel verdrietig.’
Kees haalt zijn schouders op. Maar als later Jesse komt spelen, zegt hij tegen hem: ‘Weet jij waarom Sam zo doet? Mijn mama zegt dat we dat hem zouden moeten vragen.’
En Jesse zegt: ‘Mijn moeder vond het ook al niet goed dat we hem dood zouden zwijgen. Ze wou dat ik hem eens uit zou moeten nodigen, omdat hij geen vrienden heeft.’
Kees zucht diep. Mama’s kunnen moeilijk doen. Maar vaak hebben ze ook wel gelijk. Zou Sam verdrietig zijn en daarom zo akelig doen?
Hij moet er een nachtje over slapen.
Voor de jongeren
Waarom doen mensen slechte dingen? Dat is een spannende vraag. Niemand doet graag slechte dingen. Maar om te ontdekken waarom je de dingen doet zoals je die doet, is nog niet zo eenvoudig. Kwaad kun je bestraffen. Maar is het probleem dan uit de wereld?
Er is een theoloog geweest, Karl Barth, die zegt: Het is als met een rivier of een meer. Je ziet er bladeren en ander vuil op drijven. Je doet je best om alles op te vangen. Maar daarmee is de bron van de bladeren nog niet ontdekt en is het probleem niet opgelost. Want er zullen nieuwe blaadjes op het water drijven. Het gaat erom de bron van het kwaad te ontdekken.
Soms is het goed met elkaar te ontdekken: Wat is er aan de hand? Wat gaat er fout?
Want er is niet alleen de bron van het kwaad, er is ook een andere bron: de bron van het goede. Door het geloof komen we ook die op het spoor. En dan ziet het leven er opeens heel anders uit.
