Menu

Basis

Uitvaart in lockdown

Een ervaringsverhaal

Vanwege de ‘intelligente lockdown’ die vanaf half maart van kracht is, gaan ook uitvaarten anders dan anders. Rouwdiensten met minder mensen, anders condoleren, geen koffietafel: het zijn zomaar een paar voorbeelden van aanpassingen die worden gedaan om aan de lockdownmaatregelen tegemoet te komen. Een ervaringsverhaal van een voorganger uit de Achterhoek.

Een doordeweekse ochtend in en rond de Laurentiuskerk in Varsseveld. De rouwauto staat voor. De familie is net met de overledene naar binnen. Ook de eerste bezoekers komen aan. Er is een aangepaste opstelling: wat groepjes stoelen, verspreid in het voorste gedeelte van het kerkgebouw. Mensen drentelen wat heen en weer, niet wetend waar te gaan zitten en hoe ze de familie moeten condoleren. Eén persoon draagt een mondkapje. Mensen houden elkaar in de gaten, zich continu bewust van de noodzaak om afstand te houden. Een ander heeft behoefte aan een praatje, en komt daarbij dichterbij staan dan officieel is toegestaan.

Onwennig

Zomaar een beschrijving van een begrafenisdienst na de invoering van de coronamaatregelen. Wat vooral opvalt, is de onwennigheid: mensen voelen zich onzeker, weten niet goed wat te doen. De normale manieren om medeleven te betuigen mogen niet meer. Er is behoefte aan nieuwe vormen, maar die voelen eerder afstandelijk dan prettig. Meer dan op andere momenten wordt het fysieke contact gemist.

Voorbereiding

Een uitvaart in deze periode begint eigenlijk al eerder: bij het moment dat de dood zich aankondigt. Dit geldt zeker op het moment dat er corona in het spel lijkt te zijn. Dan is er voor de naasten een keuzemoment: ga ik wel afscheid nemen of ga ik niet? Wel gaan betekent het risico lopen om zelf besmet te worden. Niet gaan betekent: niet lijfelijk afscheid kunnen nemen.

Voor de familie is het vooral het gebrek aan fysiek contact dat het afscheid in deze periode zo zwaar maakt.

Deze keuze is er overigens alleen voor mensen die in de thuissituatie sterven. Voor mensen in verpleeghuizen en ziekenhuizen is er geen keuze: zij zijn overgeleverd aan de regels van de instelling of het ziekenhuis. Die bepalen of mensen erbij mogen, en zo ja, hoeveel. Soms kan dit betekenen dat het ene kind wel op bezoek mag komen en het andere niet. Ook kan het zo zijn dat familie helemaal niet meer op bezoek mag. Zeker in gevallen waarbij iemand zich niet meer verbaal kan uiten, is dit bijzonder schrijnend. Deze mensen moeten het in de allerlaatste fase van hun leven doen zonder hun geliefden. Voor de familie is het vooral het gebrek aan fysiek contact dat het afscheid in deze periode zo zwaar maakt.

Keuzes

Dan volgt de voorbereiding van de uitvaart. Ook hier geldt dat de familie keuzes moet maken: hoe geven we het condoleren vorm? Wie mogen er wel bij zijn en wie niet? Afhankelijk van de grootte van de familie kan iedereen erbij zijn, of alleen de kinderen, of de nabije familie en een aantal vrienden. Dingen komen meer op scherp te staan: wie horen er bij de naaste kring? Veel families kiezen er uiteindelijk voor om zich te beperken tot familieleden. Op die manier hoeft er geen keuze te worden gemaakt tussen de vrienden. Ook als voorganger zijn er in deze periode keuzes te maken. Ga ik nog op bezoek voor het overlijden? En hoe geef ik het uitvaartgesprek vorm? Daarbij is er een voortdurende afweging tussen de risico’s die contact met zich meebrengt en het belang van nabijheid in de geestelijke begeleiding. Ook praktische overwegingen spelen mee: hoe groot is de familie behuisd? Hebben zij de mogelijkheid om een gesprek met meerdere mensen te organiseren waarbij de anderhalve meter afstand gewaarborgd kan worden? Uit een peiling van de classispredikant van de Protestantse Kerk van de regio Gelderland Zuid & Oost bleek dat de meeste collega’s kozen voor een telefonische afspraak of een gesprek een op een. Zelf heb ik er in overleg met de uitvaartondernemer voor gekozen om toch de hele familie te spreken. Wanneer dit vanwege de ruimte niet bij mensen thuis kon, vond het gesprek plaats op het rouwcentrum. Door het gesprek met de hele familie te voeren was het in ieder geval mogelijk om verschillende perspectieven op de overledene een plek te geven.

De dienst

Dan volgt de uitvaartdienst zelf. Het binnenkomen en condoleren is wat onwennig. Als de dienst eenmaal begonnen is, neemt die onwennigheid wat af. Ondanks het kleinere aantal mensen verloopt de dienst in grote lijnen zoals die anders ook zou verlopen. Bij het welkomstwoord is er een speciaal welkom voor mensen die de dienst op een andere manier meebeleven. En er wordt iets meer dan gemiddeld gekozen voor luistermuziek in plaats van samenzang. Voor het overige is de dienst, ook voor mij als voorganger, een moment van thuis komen, ‘wonen in de liturgie’. Het heeft zelfs iets intiems, zo met een kleine kring bij elkaar zijn. Er wordt gehuild en gelachen, er worden herinneringen gedeeld en de zegen wordt uitgesproken. Wat wel wordt gemist, is de beleving van het samen zijn. Zeker bij mensen die een groot sociaal netwerk hadden, missen er veel vertrouwde gezichten.

Nieuwe rituelen

Na de dienst gaat het hele gezelschap te voet naar de begraafplaats. Ook in de rouwstoet is het zoeken. De familie loopt bij elkaar. Anderen houden wisselend afstand van elkaar. De tocht naar de begraafplaats en het luiden van de klokken krijgen in deze situatie meer gewicht: zo is er, naast een online verbinding, toch de mogelijkheid voor andere nabestaanden om op afstand deel uit te maken van het gebeuren van de uitvaart. Bij één uitvaart heeft de familie mensen uitgenodigd langs de route te staan. Deze gaat langs het verpleeghuis waar de overledene vrijwilligerswerk heeft gedaan en langs het laatste woonadres. Het is een indrukwekkende ervaring: overal langs de route van een kilometer staan mensen, die de familie toeknikken: personeel en vrijwilligers van het verpleeghuis, buurtgenoten, mensen van de EHBO, waar de overledene ook jarenlang vrijwilliger was. Zo wordt deze rouwstoet een gemeenschapsgebeuren.

Op de begraafplaats

Op de begraafplaats lijken de anderhalve meter regels minder te gelden. De mensen die de kist dragen, kunnen natuurlijk geen anderhalve meter afstand bewaren. En het lijkt wel, alsof anderen daardoor ook wat losser worden. Er wordt een kring rondom het graf gevormd. De laatste woorden klinken, het Onze Vader wordt gebeden. En dan is er de laatste groet en is de begrafenisplechtigheid ten einde.

Afsluiting

De afsluiting van de uitvaart is misschien wel het onderdeel dat het meest afwijkt van de normale gang van zaken. In de Achterhoek is het gebruik om de plechtigheid te besluiten met een koffietafel. Daar worden herinneringen opgehaald, wordt er nagepraat en is er gelegenheid voor een laatste afscheid van elkaar en van de familie. Je zou het kunnen zien als eucharistie, breken en delen van het leven, een soort verlengde van de kerkdienst. Tegelijk heeft het iets van een overgangsritueel. Dit ritueel vervalt. In één geval is er wel een koffietafel; naar mijn beleving tegen de regels en adviezen van de overheid in. Bij een andere uitvaart stelt de familie zich in een rij voor de kerk op, zodat de bezoekers hen nog kunnen groeten. In ieder geval voelt het einde voor mij als voorganger kaal: het is alsof het niet af is, alsof er iets wezenlijks ontbreekt. Dat laatste roept vragen op over het wezen van de liturgie, niet alleen bij uitvaartdiensten, maar ook in het algemeen: in hoeverre is liturgie een gemeenschapsgebeuren? En waar ligt de grens tussen de kerkdienst en het gewone leven?

Gertjan de Pender is predikant van de protestantse gemeente Varsseveld en redactielid van Laetare.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken