Menu

Premium

Preekschets Psalm 57:2 – Dienst voor belangstellenden/missionair werk

Psalm 57:2

Dienst voor belangstellenden/missionair werk

In de schaduw van uw vleugels zal ik schuilen.

Schriftlezing Psalm 57

Het eigene van een viering voor belangstellenden in het kader van missionair werk Wie als belangstellende een kerk binnenkomt, zal dat over het algemeen afwachtend doen, zonder heldere voorstelling van wat er gebeurt en wat mensen er beleven. Het helpt als er tevoren een thema bekend is, waar vervolgens tijdens de dienst op belevingsniveau, authentiek wat mee gebeurt. Meer daarover bij de liturgische aanwijzingen.

Uitleg

Psalm 57 is een oude psalm. Nog uit de tijd van vóór de ballingschap. De aanduiding ‘verderf niet’ in vers 1 past thematisch goed als opschrift. Volgens de Targoem is het een gebed op zich. Toch worden deze woorden ‘verderf niet’ over het algemeen beschouwd als aanduiding van de melodie waarop de psalm kennelijk gezongen werd. Wie weet is de oorspronkelijke tekst bij die melodie terug te vinden in Jesaja 65:8.

Vers 1 schrijft de psalm toe aan David, toen hij voor Saul was gevlucht in een spelonk. Wellicht de spelonk in 1 Samuël 24:4 waar David kans krijgt Saul te doden, maar het niet doet. Het raadselachtige woordje miktam wordt in de nbv vertaald met ‘stil gebed’. Een gebed is de psalm inderdaad, maar tegelijk is het een klaaglied. Aan het eind zelfs een loflied. De psalm vormt één geheel, al vinden we vers 8-12 geheel terug aan het begin van Psalm 108. In Psalm 57 is één en dezelfde bidder aan het woord die zijn schuilplaats zoekt bij zijn God, ‘in de schaduw van uw vleugels’. Een prachtig beeld dat we vaker tegenkomen in de Bijbel (Deut. 32:11, Ruth 2:12, Ps. 17:8, enz.). Kraus ziet voor zich hoe de bidder in de tempel is gekomen en er onder de vleugels van de cherubijnen op de ark zijn recht zoekt tegenover valse aanklagers. De dag erna komt de uitspraak na een soort incubatietijd gedurende de nacht. Zo brengt de bidder in vers 5 de nacht door tussen zijn belagers en vertelt hij in vers 7 hoe alle rollen werden omgedraaid: hij, slachtoffer, werd aangeklaagde! Wat daar ook van zij, de bidder zoekt bescherming bij de Allerhoogste en schreeuwt zijn klacht over zijn belagers uit. Hij is er vast van overtuigd dat hij zijn gelijk zal vinden, want bij God zijn liefde en trouw. Dat begrippenpaar vinden we op vele plekken in de Bijbel als kernwoorden voor God. Hier worden ze door de bidder gepersonifieerd als engelen in de hemel (vs. 11), die God naar hem sturen zal als gezanten (vs. 4). De grote lofprijzing in vers 6 gaat dan ook allereerst over het grote geloofsvertrouwen waarin hij leeft en niet eens zozeer over zijn eigen noodsituatie. Het geeft hem de moed om te blijven vertrouwen ondanks alle bedreigingen (vs. 4). De aard daarvan is niet mis te verstaan. Hij beschrijft zijn belagers in vers 5 als verslindende beesten. Maar ze zullen in hun eigen netten verstrikt raken en vallen in de door henzelf gegraven kuil. ‘Er midden in,’ zingt hij in vers 7, zoals hijzelf in vers 5 midden (zelfde woord) tussen zijn belagers moet liggen. Hij durft het allemaal te zingen (vs. 8 en10) als na een lange nacht de ochtend gloort (vs. 9). Aan het eind, vers 12, pakt hij vers 6 weer op. Het gebed in nood geboren, is tot een loflied geworden, definitief.

Aanwijzingen voor de prediking

Uit het Liedboek voor de kerken wordt Psalm 57 niet vaak gezongen. In de serie Psalmen voor Nu is het een succesnummer. Door de melodie maar ook door de tekst, zo blijkt uit reacties op internet. De spanning in de psalm is herkenbaar, met aan de ene kant de kwetsbaarheid van de psalmist en aan de andere kant de wreedheid van zijn belagers. We zien het in onze tijd terug. Onschuldige mensen worden slachtoffer van nietsontziende aanslagen, terwijl bij die aanslagen nota bene de naam van God als rechtvaardiging wordt genoemd. De wereld op zijn kop.

De spelonk in de psalm doet denken aan wat David overkwam toen hij door Saul op de vlucht werd gejaagd de woestijn in. Daar is leven niet mogelijk. Maar als David de kans krijgt Saul te doden, doet hij dat niet. Hij roept Saul even later op om te stoppen met de vijandmakerij en elkaar te vertrouwen in plaats van te doden. Op de melodie van ‘Verdelg niet’ zingt David over haat en vervolgd worden en over elkaar vervolgen, beschieten en raak willen schieten. Wat zou de wereld er veel bij winnen als oorlogsliederen ook nu geschreven zouden worden op zo’n melodie. Geliefd was de melodie toen kennelijk wel, want de psalmen verwijzen er vaker naar. Misschien horen we bij Jesaja de oorspronkelijk bijbehorende tekst nog terug, als hij het heeft over een druiventros waar sap in zit: ‘Vernietig hem niet, er zit nog iets goeds in.’ Zo zegt ook de Altijd Aanwezige, vervolgt Jesaja. Hoe fout mensen ook zijn, ik zal niet alles vernietigen.

De wanhoop in de psalm is de wanhoop in onze wereld. Je kunt in de psalmist een vluchteling herkennen. Een asielzoeker die de verschrikkelijkste dingen heeft meegemaakt en meemaakt. Toch klinkt er in de psalm een groot vertrouwen in God, de Allerhoogste(!). Onder zijn vleugels vindt hij een schuilplaats. Er wordt geen uitkomst gezocht in wapengekletter en niet in zelfmoordaanslagen. Een stil gebed, met open handen. Prachtige muziek op de vroege morgen. Zo kan het zijn. Eeuw in, eeuw uit hebben mensen zich erin herkend en zingen mensen de psalm mee. Juist wanneer ze het moeilijk hebben. Steeds op eigen melodieën.

Liturgische aanwijzingen

Uit het Liedboek is te denken aan Gezang 250, 426 en 488, uit Tussentijds aan de liederen 10, 36, 48, 56, 111, 120 en 193 (kan op melodie Gezang 459). Maar vooral kan Psalm 57 zelf gezongen worden. De vertolking in Psalmen voor Nu blijft dagen in het hoofd rondzingen, zeker als zij tijdens de dienst nog eens terugkomt. Bij zo’n nieuw lied is ondersteuning door een koor gewenst. Het thema van de dienst kan uit het lied zelf komen. Bijvoorbeeld: ‘Totdat het veilig is’, of: ‘Schuilen’, of: ‘Schuilen bij God’. Wij kiezen hierna voor het thema ‘Veilig’.

Een interview met een speciale gast past goed in deze dienst. Als informatie, maar ook als gelegenheid tot identificatie. Een militair, een medewerker van een beveiligingsdienst of bewakingsdienst, iemand uit een blijf-van-mijn-lijfhuis of asielzoekerscentrum. Kerkbezoekers mogen vragen stellen. Zolang de gast maar goed uit de verf komt. Geen discussie dus, maar vragen als: wat doet dit beroep of werk met hem of haar en met zijn of haar kijk op het leven? Speelt geloven daarin een rol? Wat is zijn of haar grote verlangen?

Een andere mogelijkheid is dat iemand als verteller een al dan niet gefingeerd verhaal vertelt over een onveilige situatie waar hij of zij ooit ‘midden in’ terecht kwam.

Beide suggesties komen uit de opzet van een dienst volgens Het Hemels Gelag, dat als Breed Hemels Gelag geschikt is voor alle leeftijden. Het interview is daarin Het Grote Verlangen, het verhaal heet er De Tapperij.

De opzet van een Breed Hemels Gelag is trouwens als geheel geschikt voor diensten met belangstellenden, mits de kerkruimte er zich voor leent en de dienst als bijzondere dienst wordt aangekondigd. De kerkgangers kunnen daarin vervolgens, tijdens het onderdeel De Gelagtafel, gelegenheid krijgen te reageren op enkele stellingen. Bijvoorbeeld: ‘Nederland is best veilig’, of: ‘Vredesmissies werken aan veiligheid’, maar ook: ‘Veiligheid begint met vertrouwen, onveiligheid met wantrouwen’, of: ‘Geloven is: je veilig weten.’ Reageren kan door handopsteken eventueel met toelichting, ook van gast en verhalenverteller. Tijdens het onderdeel Het Gloriaatje aan het begin van de dienst kan al een ontspannen, interactief moment zijn. De kerkgangers lopen bijvoorbeeld door de kerk en noemen hardop een muzieksoort of muziekgroep. Komen ze iemand tegen met ongeveer dezelfde muziek, dan stellen ze zich aan elkaar voor en vragen elkaar wat hen in die muziek aanspreekt. Maar ook of ze iets hebben met psalmen. Hebben ze de laatste tijd het woordje ‘veilig’ ergens gehoord of gebruikt? In welk verband? De collecte vindt plaats tijdens De Hemelpoort, met een passend doel. Tijdens het Tot op de Bodem is er uitgebreid ruimte voor stilte, gebed en gebedsintenties, ook rondom veiligheid. Hoe meer er zo aan de orde komt, hoe korter de preek kan zijn. Dat kan zelfs helemaal aan het eind, in een paar minuten: Het Laatste Rondje, met verheldering van de psalm in relatie tot alles er wat aan de orde kwam in de dienst. Spannend voor alle aanwezigen!

Geraadpleegde literatuur

A. Weiser, Psalmen(atd), Göttingen19738; H-J. Kraus, Psalmen(bk), Neukirchen 19785; N.A. van Uchelen, Psalmen deel II(pot), Nijkerk 1977; F.M.Th. Böhl, De Psalmen II. Praktische Bijbelverklaring (TU), Groningen 1947; Psalmen voor Nu. Totdat het veilig is, eerste cd met muziekboek, lied 7, Zoetermeer 2005; Peter Hendriks en Tom Schoemaker, Het Hemels Gelag, Vernieuwend vieren tot op de bodem, Zoetermeer 2004.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken