Menu

Premium

11.2. Het grote rechtzetten

Zie ook

Heidelbergse Catechismus

Vraag 52: Welke troost biedt u de wederkomst van Christus om te oordelen de levenden en de doden?

Antwoord: Dat ik in alle droefenis en vervolging met opgeheven hoofd Hem verwacht als Rechter uit de hemel, Hem die Zich eerst om mijnentwil voor Gods gericht gesteld en geheel de vloek van mij weggenomen heeft. Hij zal al Zijn en mijn vijanden in de eeuwige verdoemenis werpen, maar mij met alle uitverkorenen tot Zich nemen in de hemelse vreugde en heerlijkheid.

Relatie van het thema tot het hoofdthema

Als het gaat over ‘de laatste dingen’ noemt het Apostolicum drie aspecten: het laatste oordeel, de opstanding van het vlees en het eeuwige leven. Bijbels gezien zijn er meer thema’s te noemen: de tekenen der tijden, het duizendjarig rijk, de toekomst van Israël, het nieuw Jeruzalem, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, het Koninkrijk van God (de meeste daarvan komen in andere leerdiensten aan de orde). Nicea maakt een andere keus; naast het oordeel en de opstanding, belijdt zij: ‘en aan Zijn rijk zal geen einde komen; en het leven in de wereld die komt.’ Het Rijk en de nieuwe aarde komen hier naar voren. Onveranderd is beider nadruk op het laatste oordeel, oftewel: het grote rechtzetten. Dat is het hart van de zaak in beide belijdenissen en daarin wordt het Nieuwe Testament gevolgd.

De leefwereld van de hoorder

Deze Zondag roept veel vragen op, maar beantwoordt er ook een aantal. Om bij het laatste te beginnen: laat God al het kwaad maar zijn gang gaan in de wereld? Dat lijkt zo. Maar als we op het einde letten (Ps. 73), dan blijkt dat niet zo te zijn. Het laatste oordeel betekent dat wij van ‘elk nutteloos gesproken woord’ verantwoording dienen af te leggen (art. 37 NGB). Dat ook allen die hier op aarde aan hun aardse rechters ontkomen, alsnog worden berecht. Eenmaal zal God alle kwaad en onrecht rechtzetten.

Maar ze roept ook vragen op: woorden als ‘verdoemenis’ en ‘vloek’ en ‘uitverkorenen’ hebben een sterk emotionele lading, waar mensen van huis uit grote moeite mee kunnen hebben. Het is Jezus Christus die oordeelt na afloop van ons leven, niet de wereldgeschiedenis of programma’s als die van Pauw en Witteman. Ook wijzelf vellen niet het eindoordeel over ons aardse leven. Dat is een behoorlijke knauw in onze autonomie, voor ons mensen een ondraaglijk idee. Aan de andere kant voelen we ook hoe bevrijdend een definitief oordeel kan zijn. De rijdende rechter leert ons op tv wekelijks hoe slepende burenruzies door een juridische uitspraak tot een eind kunnen komen: ‘Dit is mijn uitspraak en daar moet u het mee doen.’ En dat werkt. Zo kunnen we ook verlangen naar het definitieve oordeel over de al eeuwen slepende zaak van deze aarde.

Met het oog op de tieners

De tienerwereld hangt van oordelen aan elkaar. En wat zijn ze belangrijk. Oordelen over kleding en stijl, muzieksmaak en vrienden, iPad en favoriete voetbalclub. En al die oordelen bepalen of je erbij hoort of erbuiten valt. En het kan er hard aan toegaan. Alsof ze als een god op de troon zitten en ze het laatste oordeel vellen. Jongeren voelen haarfijn aan dat als iedereen je veroordeelt, je erbuiten valt. Het feit dat Christus die ons liefheeft zal rechtspreken, is een verademing. Dat relativeert de harde oordelen in de jeugdcultuur.

Tegelijkertijd past het eindoordeel van God niet bij de leefwereld van tieners. Hun godsbeeld is misschien nogal ‘lievig’: God is er om je te helpen en goed voor je te zorgen. Daar hoort veroordeling niet bij. Dat je verloren kunt gaan is voor veel tieners, ook voor kerkelijke tieners, een vreemde gedachte. Voor een enkeling kan het ook een beklemmende gedachte zijn. Bovendien leven tieners in een wereld waarin geen plaats is voor het eindoordeel van God.

Met het oog op de kinderen

Als er één groep is die ons de vreugde van de wederkomst bij kan brengen, dan zijn het onze kinderen. Zing met ze: ‘Ik zal opstaan en met Hem meegaan, eens als Jezus terugkomt.’ En de hele kerk ademt op. Het piëtisme met zijn dreiging van het laatste oordeel is niet voor kinderzielen geschapen, schreef Pierson in de negentiende eeuw.

Jonge kinderen zijn meer onbevangen over dit thema. Voor hen loopt Jezus als hun Redder en als hun Rechter moeiteloos in elkaar over. Wel is het goed om te beseffen dat ook bij een kind (bij oudere kinderen zeker) de oppervlakkige gedachte kan leven dat ‘goede’ mensen toch eigenlijk niet verloren kunnen gaan.

Uitleg

In vraag 52 spreekt de HC over de ‘wederkomst’ van Christus, waar het Apostolicum het over de ‘komst’ heeft. Wederkomst legt de volle nadruk op de tweede komst en verbindt haar met de eerste komst in Bethlehem. Daarbij valt de volle nadruk op de persoon van Christus. Het kind van Bethlehem is de Rechter van hemel en aarde. Bij de wederkomst ontmoeten we onze Redder als Rechter. We verwachten Hem ‘als Rechter die Zich eerst voor mij in het gericht heeft gesteld’. Het laatste oordeel staat in het licht van Golgotha. Alleen zo is het te dragen en troost het.

In de Institutie van Calvijn ontbreekt een apart hoofdstuk over het laatste oordeel. In het hoofdstuk over de rechtvaardiging van de goddeloze (III.12) stelt hij het laatste oordeel aan de orde. En zo komt het dat Calvijn het laatste oordeel nooit ter sprake brengt zonder het offer van Jezus op Golgotha. Het laatste is beslissend voor het gericht. Zo komt het ook volop in het heden van de prediking te staan. Wie wordt vrijgesproken bij het kruis, kan nooit veroordeeld worden op de jongste dag. In de prediking van het Evangelie staan we voor het gericht. De rechtvaardiging van de goddeloze betekent vrijspraak en het laatste oordeel kan daar geen vraagteken achter plaatsen.

De volgende woorden en zinsneden vragen om een heldere uitleg.

In alle droefheid en vervolging: Dit schetst de situatie van de gemeente onder het kruis. Door koningen, rechters en stadhouders worden zij in deze wereld veroordeeld. De troost van het laatste oordeel is dat wij hier en nu in het geloof de vrijspraak van de zonde hebben en dat daarom in het laatste gericht alles wordt rechtgezet. Jezus Christus heeft het laatste woord en Zijn oordeel is definitief.

Vloek: Een blik op het kruis leert ons wat de vloek is. Door de zonde, de overtreding van de wet, treedt de vloek in werking. De vloek is een macht die ons leven verwoest en ons te gronde richt. Jezus draagt mijn vloek aan het kruis. Jezus heeft mij vrijgekocht van de vloek van de wet door voor mij een vloek te worden (Gal. 3:13). De kruisdood is een vloekdood. Jeremia laat goed zien wat de vloek inhoudt in tegenstelling tot de zegen: ‘Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een schepsel tot zijn arm stelt, terwijl zijn hart van de heere afwijkt. Hij zal zijn als een kale struik in de vlakte, die het niet ziet wanneer het goede komt: hij verblijft op de droogste plekken in de woestijn, in zilt en onbewoond land. Gezegend is de man die op de heere vertrouwt, wiens vertrouwen de heere is. Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop’ (Jer. 17:5-8).

Verdoemenis: Verdoemenis is de doodstraf die de rechter uitspreekt over de misdaad en de dader. Je zit in de dodencel: het vonnis is uitgesproken, maar de straf nog niet voltrokken. Voor hen die in Christus zijn, is er geen verdoemenis (zie Rom. 8:1 vv.). Omdat het over ons uitgesproken vonnis niet aan ons, maar aan Christus is uitgevoerd. Wie niet in Christus is ingeplant, zal zelf zijn vonnis dragen.

Zijn en mijn vijanden: De vijandschap zoals die openbaar werd tegen Christus op Golgotha, treedt nog altijd aan het licht waar het Evangelie wordt gehoord en nagevolgd. Zijn vijanden blijken dan ook vijanden van de gemeente, van mij. ‘Zijn’ en ‘mijn’ moet wel in deze volgorde blijven staan. Wie het omkeert gaat de mist in. Wee ons als wij zeggen: ‘Wie zich tegen mij keert, keert zich tegen God. Mijn vijand is automatisch Gods vijand.’ Dat is een vorm van geestelijke chantage die in de opvoeding en in het bestuur van de kerk al heel wat kwaad heeft aangericht.

Mij met alle uitverkorenen: zij die in het gericht worden vrijgesproken en opgenomen in de hemelse vreugde en heerlijkheid. Dat dit laatste geen eigen verdienste is, maakt het woord ‘uitverkorene’ glashelder. Hier trilt alles op de punt van de genade. Doordat de leerling eerst zichzelf noemt, ‘mij’, en daarna pas de uitverkorenen, lijkt hij te zeggen: alle andere broeders en zusters zijn de uitverkorenen, ik mag bij hen horen. Je mag jezelf niet uitverkoren noemen. Laat dat maar aan de ander of de Ander over.

Ten slotte: in het Apostolicum is de wederkomst het enige heilsfeit met een argument. Waarom Jezus geboren wordt, waarom Hij lijdt, sterft en opstaat wordt niet beargumenteerd. Alleen bij Zijn wederkomst volgt een argument. ‘Hij komt’, dat is het heilsfeit, ‘om te oordelen de levenden en de doden’, dat is dan het argument. Maar je kunt de zin ook anders lezen. Het argument ‘om te oordelen levenden en doden’ slaat niet alleen terug op Zijn komst op de wolken, maar op alle heilsfeiten: geboorte, lijden, sterven, opstaan en hemelvaart. Dan is Hij met recht de oudtestamentische Messias, de Knecht des Heren die gerechtigheid brengt. Jesaja zegt van Hem: ‘Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen. Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn, en de waarheid de gordel om Zijn middel’ (Jes. 11:3-5). Alles wat de Messias doet, is gericht op het oordeel en het brengen van gerechtigheid.

Relevantie van het thema

Hoe relevant is de prediking van het laatste oordeel? Wie zwervend over het Groningse platteland de eeuwenoude kerkjes op de terpen bezoekt en nauwkeurig let op de op de muren aangebrachte schilderingen, ontdekt dat de zegevierende en tronende Christus nooit ontbreekt. Christus die wederkomt om te oordelen. Waar men zich in latere Middeleeuwen verliest in het uitbeelden van de kwellingen die de zondaar in de hel ten deel valt, valt hier de volle nadruk op Christus Triomfator. Het oordeel van Christus bevrijdt van de grilligheid van Wodan en Donar en van het onontkoombare noodlot.

In deze wereld van onrecht en dictators heeft Christus het laatste woord. Eenmaal zal God alle onrecht rechtzetten. Voor wie gebukt gaan onder onrecht kan dit nu al vertroosting bieden. God zal niet vergeten wat de ‘ellendigen en verschoppelingen van deze wereld’ is aangedaan.

Daartegenover staat de opmerking van een gemeentelid: ‘Preken over het oordeel is het somberste wat je in de kerk kan overkomen.’ En de opmerking van de ouderling die aan het begin van de evangelisatiedienst mij toevoegde: ‘Niet over het oordeel, dominee, daar hebben de mensen zo’n trauma van.’ Het zou mooi zijn als we de stap kunnen maken van trauma naar bevrijding, van angst naar troost. De inzet van de HC leent zich daar uitstekend voor: het is verboden het laatste gericht ter sprake te brengen buiten Christus om. Onze Rechter is onze Redder. Spreken we over het gericht, dan hebben we het in de eerste plaats over Jezus die voor ons in het gericht is gaan staan.

Met het oog op de tieners

In de tienerwereld kan soms hard geoordeeld worden. Jezus oordeelt niet goedkoop en blijft niet buiten schot. Uiteindelijk is het Zijn oordeel dat er echt toe doet. Hij staat eerst Zelf in het oordeel aan het kruis van Golgotha. En als dat offer gepredikt wordt, spreekt Hij ons vrij van alle zonde. En dan komt deze Redder die Zijn leven voor ons overhad, als de Rechter om te oordelen. Hij is barmhartig en heeft ons lief. Aan wie kun je beter het oordeel overlaten dan aan Hem? Wat een zegen dat in deze wereld met zijn harde oordelen Jezus het laatste woord heeft (Jes. 42:2-4). Dit is tegelijkertijd een aansporing om te leven met Jezus. Als je dat niet doet, zal het op een keer te laat zijn.

Met het oog op de kinderen

Jezus de Redder komt. In de grote stoet die Jezus tegemoet gaat, gaan de kinderen met hun vreugde voorop. De Bruidegom komt, ga Hem met blijdschap tegemoet. Ook dit is tegelijkertijd een aansporing om Jezus te volgen, van Hem te houden.

Relevante bijbelgedeelten

Omdat vraag en antwoord 52 nogal wat complexe bijbelse grondwoorden bevatten, is het belangrijk bijbelgedeelten te kiezen waar de HC zich op baseert en die de grondwoorden ook verduidelijken. Lukas 21:25-33 spreekt over de wederkomst en de tekenen der tijden gevolgd door het oordeel en de vreugde van de gemeente die daar met reikhalzend verlangen naar uitziet. 2 Korinthe 5:10 laat zien hoe onze werken bij het oordeel zijn betrokken. 1 Thessalonicenzen 4:13-18 vermaant de gemeente niet bedroefd te zijn als de anderen die geen hoop hebben. Mattheüs 25:31-46 brengt de gelijkenis van het laatste oordeel. Daar wordt het praktisch voor het heden.

Aanwijzingen voor de leerdienst

Doelstelling

Na deze dienst heeft de gemeente geleerd dat Jezus’ wederkomst vol troost is.

Homiletische aanwijzingen

Hoe kunt u voorkomen dat u allerlei trauma’s als geesten uit de fles roept, die u er tijdens de preek nooit meer in terug krijgt? Door met de deur in huis te vallen: Waarom noemt de HC Jezus’ wederkomst een troost? Wij ervaren dat toch lang niet altijd zo? Dies irae, dies illa: dag des oordeels, dag des Heren (zie Gezang 278, LvdK). Buiten Christus als Redder is zij dat ook. Wie kan voor God bestaan, als hij niet op Jezus terugvalt? De HC kiest voor het woordje ‘troost’, omdat de Rechter onze Redder blijkt te zijn. Het oordeel hoort bij de prediking van Christus. Waar het Evangelie klinkt en geloofd wordt, daar is de vrolijke vrijspraak een feit. Wie door Jezus wordt bevrijd uit de boeien van schuld, wordt er in het laatste gericht niet meer in geslagen. Dat is de kern van dit antwoord. En vanuit deze kern kunnen de volgende lijnen getrokken worden.

  • De Rechter gaat Zelf in het gericht ten onder. Hier kan kort het proces van Jezus worden geschetst. Hij wordt ter dood veroordeeld, terwijl er geen schuld in Hem gevonden wordt. Hij gaat bereidwillig de weg naar het kruis. Hij is bereid om het oordeel te dragen. Niet alleen van mensen die in hun kwaadwilligheid Hem doden, maar van God de Vader wiens wil Hij tot het einde toe gehoorzaamt. Na drie dagen staat Hij op uit het graf en rechtvaardigt de Vader Zijn Zoon.

  • Wij gaan in het gericht ten onder. Woorden als ‘vloek’ en ‘verdoemenis’ maken duidelijk, hoe wij ervoor staan als God ons oordeelt. Het zijn bijbelse grondwoorden die voortdurend vragen om herijking. In het gebruik vliegen ze alle kanten op. Trek daar even tijd voor uit. Dat is bij uitstek een bezigheid voor de leerdienst. De vloek is het gevolg van zonde en schuld, en heeft onvruchtbaarheid, droogte, woestijn en dorheid tot gevolg, zoals zegen bloei en groei brengt. Etymologisch is het woord ‘verdoemenis’ (van het Grieks katakrima; zie bijvoorbeeld Rom. 8:1) het uitgesproken oordeel van de doodstraf, en de periode tussen oordeel en executie – wat in de VS de death row heet. Laat zien dat Christus dit droeg aan het kruis. Hij in onze plaats, Hij vervangt onze plaats.

  • De goddeloze gerechtvaardigd. Na Pasen wordt het Pinksteren en dan gaan de apostelen de wereld in met de boodschap van het Evangelie. Paulus beschrijft haar in de Romeinenbrief als de prediking van de rechtvaardiging van de goddeloze. Daar zitten alle boven beschreven elementen in. Er is niemand rechtvaardig, ook niet één. Niemand wordt door de wet vrijgesproken. ‘Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus’ (Rom. 3:21-23). Hier volgt een vrijspraak die geldig is tot in het laatste gericht. De Redder die ons vrijspreekt treedt dan als Rechter op.

  • Troost in vervolging. We worden getroost in alle droefenis en vervolging. Die zijn zeker ook het gevolg van de spanningen in de tijd van de Reformatie. Het was een wrede tijd. Christenen werden verdoemd door de inquisitie en tot de vloekdood van de brandstapel veroordeeld. De rechters en machthebbers die de ‘slachtschaapkens Christi’ veroordeelden worden hier aangeduid als Zijn vijanden, en daarom ook de mijne. Echter, zij die verdoemen, worden zelf verdoemd. En zij die in droefenis en vervolging dreigen te bezwijken, blijken de uitverkorenen die worden opgenomen in de hemelse blijdschap en heerlijkheid. Hier wordt alles rechtgezet. Is er een tijd van vervolging nodig voor de kerk om grote woorden als uitverkiezing en verdoemenis opnieuw te leren spellen? (Zie Heiko A. Oberman, De erfenis van Calvijn. Grootheid en grenzen. Kampen, 1988, p. 41-49.)

  • Conclusie. Wat in deze leerdienst ter sprake komt, is grondleggend voor de prediking. Dat mag gerust ook eens in een leerdienst aan bod komen. Dat het hier nauw luistert als het om de verkondiging gaat, is duidelijk. Het gericht is een onderdeel van de Christusprediking, zoals Zijn geboorte, Zijn lijden en Zijn sterven, Zijn opstanding, Zijn hemelvaart daar deel van uitmaken. Daar ligt voor allen in de gemeente die verantwoordelijkheid dragen een hoge roeping. Wat hier in de afhankelijkheid van de Geest en in het gebed gepreekt wordt, daar kan een zegen van uitgaan. Het omgekeerde is helaas ook maar al te zeer waar.

Met het oog op de tieners

Waar in de jongerencultuur hardvochtige oordelen zo vaak de boventoon voeren, is het oordeel van Jezus er één van liefde. Met voorbeelden kan dit prachtig uitgewerkt worden (denk aan de harde oordelen waarmee kandidaten in ‘The Voice of Holland’ en dergelijke programma’s worden afgeserveerd). Door te oordelen vallen jongeren buiten de boot en komen alleen te staan. Het liefdesoordeel van Jezus over Zijn kinderen sluit nooit uit, maar juist in.

Om tieners tot nadenken te zetten en zo nodig te waarschuwen, kan hun het volgende gevraagd worden: ‘Vraag je je weleens af of je behouden zult zijn wanneer Jezus terugkomt om ook jouw leven te beoordelen? Wanneer Jezus komt, hoe zal Zijn beoordeling van jou dan zijn? En waarom?’

Met het oog op de kinderen

‘Jezus die ons zo liefheeft dat Hij Zijn leven voor ons heeft gegeven, komt als Rechter en Koning terug op de wolken. Als je van Jezus houdt, hoef je daar niet bang voor te zijn. Je mag mee als Hij komt. Hij zal jou nog mooier maken dan je al bent. Al het lelijke haalt Hij uit jou en uit heel de wereld weg. Zoals jij een lelijk woord wegstreept met “delete” op de laptop.’

Pastorale aanwijzingen

Trauma’s over ‘hel-en-verdoemenis-preken’ kunnen pastoraal rechtgezet worden door te belijden dat de Redder de Rechter is. Aan de andere kant mag hier ook de ‘joodse’ gerichtheid op de Messias als rechtvaardige koning die gerechtigheid brengt, het volle pond krijgen. Wie op deze aarde weet te ontkomen aan zijn aardse rechter (zoals bij bovengenoemde vervolging, maar denk ook aan de concentratiekampen met hun miljoenen slachtoffers en de honderden beulen die ontkomen zijn) zal door God alsnog voor het Gerecht worden gedaagd. Het grote rechtzetten zal dan gebeuren.

Met het oog op de tieners en de kinderen

Als tieners en kinderen, op wat voor manier dan ook, onrecht ervaren in hun leven, kan de wederkomst van Jezus hen troosten, omdat het onrecht dan zal verdwijnen.

Liturgische aanwijzingen

  • Psalm 21, 68, 72, 96-100, 143.

  • Liedboek voor de kerken: Gezang 285, 291, 295, 296.

  • Op Toonhoogte: voor de kinderen lied 460, voor allen lied 331, 332.

Helpende vormen

Wie een beamer gebruikt, kan vooraf de volgende vraag projecteren: ‘Wat denkt u: komt er een einde aan het kwaad?’ Uiteraard moet daar in de preek op teruggekomen worden.

Met het oog op de tieners

– In de week volgend op de leerdienst kan op de catechese een item getoond worden over een zanger of zangeres die in The Voice of Holland hardhandig afgekraakt wordt. Daaropvolgend kan worden doorgepraat over oordelen in de jongerencultuur en gevraagd wat dat met de tieners doet. Als je Jezus volgt, hoe oordeel je dan?

-Leg aan tieners via Facebook (of catechese) onderstaande vragen voor, en vraag of hun antwoorden in de preek (anoniem) gebruikt mogen worden.

Waar zal Jezus naar vragen als we voor Zijn rechterstoel staan? Maak een keuze uit de volgende vragen en denk ook na over hoe jouw reactie zou zijn.

Gestelde vraag: Mijn reactie:
Heb je je aan al Mijn geboden gehouden? ……………
Heb je netjes geleefd? ……………
Heb je regelmatig uit de Bijbel gelezen en gebeden? ……………
Ging je steeds naar de kerk? ……………
Heb je je naaste liefgehad? ……………
Heb je Mij liefgehad in je leven? ……………

Met het oog op de kinderen

Laat de kinderen een feestelijke tekening maken van de vrolijke intocht van Jezus.

Literatuur

  • Heiko A. Oberman, De erfenis van Calvijn. Grootheid en grenzen. Kampen, 1988.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken