Menu

Basis

Geen genoegen nemen met ‘gemakkelijke’ verzoening

Wat zou Desmund Tutu gezegd hebben in Karlsruhe?

De elfde Algemene Vergadering van de Wereldraad van Kerken kwam in Karlsruhe in de eerste week van september 2022 samen onder het thema ‘De liefde van Christus zet de wereld in beweging richting verzoening en eenheid’. De vraag rijst dan op welke manier dit thema inspireert om te bidden en de mensen in Rusland en Oekraïne aan te spreken.

Vele Europese kerken hebben uitdrukkelijk afwijzend gereageerd op de inval van Rusland in Oekraïne. Een aantal kerken uit het globale Zuiden aarzelen om een standpunt in te nemen in dit Europees conflict. De beelden van de barbaarse verwoestingen in Oekraïne voelen heel ongemakkelijk, maar ook Rusland lijkt argumenten te hebben. Ze zijn er beducht voor, net als hun regeringen, om zich zomaar voor de kar van het Westen te laten spannen.

Het Westen heeft zelf in hun koloniale regio’s in Afrika, Latijns-Amerika en Azië een spoor van destructie en genocide nagelaten. De door Amerika en haar bondgenoten geleide invasie van Irak na 9/11 was gebaseerd op misinformatie en heeft de geloofwaardigheid van het Westen verder aangetast. Tegenover tanende interesse en teruglopende investeringen vanuit westerse landen zien ze in hun landen groeiende investerende aanwezigheid van Chinese en Russische overheden en bedrijven.

De stem van Desmond Tutu

Op welke manier inspireert het Assembleethema ‘richting verzoening en eenheid’ om te bidden en de mensen in Rusland en Oekraïne aan te spreken? Oproepen tot een wapenstilstand en het begin van onderhandelingen? Oekraïne steunen in geweldloos verzet en acties van burgerlijke ongehoorzaamheid? Oekraïne steunen in zijn terugvechten met het doel de bezette gebieden te bevrijden, op basis van het theologisch ethisch concept van rechtvaardigde oorlog?

Een aantal theologen en kerkleiders, onder hen Rowan Williams, emeritus aartsbisschop van Canterbury, hebben gevraagd om de schorsing van het lidmaatschap van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Want deze lidkerk van de Wereldraad steunt expliciet de inval. Anderen vinden dit geen goed idee, omdat ze van mening zijn dat zo de mogelijkheid tot dialoog wordt afgesneden.

Op een moment als dit missen de kerken de stem van de op 26 december 2021 overleden emeritus aartsbisschop Desmond Tutu van de Anglicaanse Kerk in Zuid-Afrika: zijn profetische stem, zijn moed, zijn wijsheid en zijn ontwapenende humor. Wat zou hij kerken hebben gezegd? Zou hij ondubbelzinnig de inval hebben veroordeeld? Zou hij hebben opgeroepen tot verzoening? Zou hij hebben opgeroepen tot geweldloos verzet? Zou hij een boycot van Rusland hebben gesteund? Zou hij schorsing van het lidmaatschap van de Russisch-Orthodoxe Kerk genegen zijn geweest?

Verzoening en de ‘Molukse kwestie’

De houding van aartsbisschop Desmond Tutu ten aanzien van de Russisch-Orthodoxe Kerk zou zeer waarschijnlijk niet anders geweest zijn dan zijn houding met betrekking tot zijn houding in de apartheid: geen genoegen nemen met gemakkelijke verzoening – ‘billige Gnade’. Hier ligt een aanknopingspunt naar de ‘Molukse kwestie’. Van Nederland mag verwacht dan wel geëist worden, dat er gemeende excuses worden aangeboden voor de houding naar de Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen – ze kregen hun ontslag uit militaire dienst midden op zee te horen. Die excuses kunnen er alleen maar komen als er een gemeenschappelijke visie komt op de geschiedenis. Verzoening kan nooit zonder waarheid. Met andere woorden, ‘verzoening’ is iets anders dan excuus aanbieden met als tweede stap ‘zand erover’. Verzoening leidt tot een nieuwe gezamenlijke werkelijkheid. De excuses van Nederland aan Indonesië zijn van zo’n nieuwe werkelijkheid geen teken: als enige land ter wereld wordt 17 augustus nog steeds niet door Nederland erkend als onafhankelijkheidsdag.

— De themaredacteuren van deze special van TussenRuimte, Sjaak van ’t Kruis en Verry Patty, maakten de anglicaanse aartsbisschop Desmund Tutu van Zuid-Afrika mee op een internationale seminar, waarbij Molukse en Zuid-Afrikaanse predikanten betrokken waren.

Commissie Waarheid en Verzoening

Desmond Tutu wordt door velen automatisch geassocieerd met het thema verzoening. Dat is niet vreemd. Nelson Mandela, de president van Zuid-Afrika, had hem in 1995 gevraagd het voorzitterschap van de Truth and Reconciliation Commission of South Africa (1995-98) op zich te nemen. Die commissie had als opdracht te luisteren naar die slachtoffers van apartheid, die geleden hadden onder grove schendingen van de mensenrechten tijdens de apartheidsperiode. Dat waren meestal slachtoffers van de veiligheidsdiensten die werkten in opdracht van de apartheidsregering, maar soms ook slachtoffers van geweld binnen de anti-apartheidsbeweging.

De commissie diende ook concrete maatregelen voor te stellen om de slachtoffers te compenseren voor de geleden schade. Verder konden de daders van grove mensenrechtschendingen amnestie vragen, op voorwaarde dat ze de waarheid vertelden over alles wat ze hadden uitgericht: wie hun slachtoffers waren, wanneer, waar, wat ze met de lichamen van slachtoffers hadden gedaan… Die daders dienden de waarheid op te biechten, maar ze behoefden geen berouw te tonen, spijt te betuigen of vergeving te vragen.

Tutu had het moeilijk met dit mechanisme waarbij daders amnestie konden krijgen, omdat ze de mogelijkheid kregen de waarheid te vertellen zonder schuld te belijden, en zich konden verschuilen achter bevelen van hogerhand of achter de context van de noodtoestand tijdens de laatste apartheidsjaren.

In Tutu’s christelijk verstaan van vergeving en verzoening hoorde daar steeds een zeker schuldbesef en berouw van de dader bij. Toch stemde hij uiteindelijk toe om de rol van voorzitter van de nieuwe commissie op zich te nemen.

Enerzijds besefte hij dat het vastgelegde mechanisme van de Zuid-Afrikaanse waarheids-en-verzoeningscommissie gebaseerd was op een politiek compromis, in een context waar geen van beide partijen de andere had verslagen. De apartheidspartij, de Nationale Partij, zou nooit hebben ingestemd met een onderhandelde oplossing weg van apartheid, als zij niet de garantie had gekregen dat de opdrachtgevers (politici van de Nationale Partij) en uitvoerders in de veiligheidsdiensten (leger en politie) na het einde van apartheid en de overgang naar een democratisch kiesstelsel, zouden zijn blootgesteld aan in hechtenisneming, veroordelingen met eventueel levenslange opsluiting, of wederrechtelijk terechtstellingen onder volkswoede. Voor hen was er zonder amnestieregeling geen politiek akkoord mogelijk. De veiligheidsdiensten zelf zouden ook nooit zijn meegegaan in een deal zonder amnestieregeling. Tutu legde zich uiteindelijk neer bij dit niet volledig bevredigende verstaan van verzoening in de context van het politiek compromis en het inzicht dat dit het meest haalbare was.

Anderzijds wilde hij het politiek compromis ook wel steunen en verdedigen, omdat hij sterk geloofde in de kracht die uitgaat van de verhalen van slachtoffers. Wanneer die getuigden over wat hun was aangedaan, de schade en de pijn die ze hadden geleden, kon daarvan een appèl uitgaan op de daders. Hij geloofde dat hun waardigheid daders tot inzicht kon brengen. Dat gebeurde ook af en toe en leverde soms aangrijpende scènes van verzoening op tijdens live uitzendingen van de mensenrechtencommissie: daders beseffend wat ze hadden aangericht, soms vergeving vragend aan en krijgend van de daders. Maar er waren ook daders die wel bereid waren de slachtoffers te vertellen wat ze hadden gedaan zonder schuldbelijdenis en die op basis daarvan amnestie vroegen en kregen.

De beperktheid van de Zuid-Afrikaanse Waarheid-en-Verzoeningscommissie bleek verder uit de vaststelling dat de hoogste verantwoordelijken uit de politiek en veiligheidsdiensten zich nooit hebben aangeboden bij de Commissie. Maar ondanks al de beperkingen die het uitgewerkte politiek compromis bevatte, wordt algemeen geaccepteerd dat dit mechanisme en het functioneren van de commissie ertoe hebben bijgedragen dat het geweld van het apartheidsregime na het einde van apartheid niet heeft geleid tot een burgeroorlog.

Iconisch voorzitter

De wijze waarop Desmond Tutu die taak op zich nam laat zien dat verzoening niet vanzelfsprekend is, zelfs niet in een post-conflictsituatie. De Waarheid-en-Verzoeningscommissie was een overheidsinitiatief van een staat met een nieuwe seculiere constitutie. Eigenlijk werd van hem verwacht dat hij die seculariteit in zijn rol als voorzitter zou belichamen. Maar dat lukte hem niet. Hij kon zijn rol als voorzitter van de commissie niet los maken van zijn christelijke identiteit. Hij zat de vergaderingen voor in zijn paarse bisschopskleding en hij creëerde een liturgische setting met kaarsen en religieuze liederen aan het begin van iedere bijeenkomst.

Hij gaf ook zijn eigen draai aan het thema verzoening door het te verbinden met het thema vergeving in de christelijke traditie. Niet iedereen was gelukkig met die eigen accenten en invullingen van zijn mandaat rondom waarheid en verzoening, maar het werkte in de meeste gevallen wel. Precies omdat de overgrote meerderheid van de bevolking zich verbonden wist met het christelijk geloof.

Bij zijn optreden in dienst van de verzoening was Tutu zich ook steeds bewust van de nood aan gerechtigheid

En zo, met zijn eigen invulling zou Tutu, die eigenlijk aarzelingen kende rond het afgesproken mechanisme van verzoening, bekend worden als die iconische voorzitter die echt empathisch luisterde naar de slachtoffers van het apartheidsregime. Tutu huilde met de moeders mee toen die vertelden hoe hun man of hun zoon ineens verdween, opgepakt door de veiligheidsdiensten. Soms vermoord teruggevonden, soms zonder ooit nog iets vernomen te hebben over wat er met hun geliefden was gebeurd.

Tutu zou nadat zijn voorzitterschap was afgelopen een boek schrijven over zijn rol binnen de commissie: ‘No future without forgiveness’ – ‘Geen toekomst zonder vergeving’. Hij vertelt daarin over zijn aarzelingen over het politiek compromis, dat hij na afweging toch accepteert en verdedigt, en over zijn zoeken naar een eigen stijl bij het uitvoeren van zijn mandaat als voorzitter. Het laat zien dat hij bij zijn optreden in dienst van de verzoening zich ook steeds bewust was van de nood aan gerechtigheid.

Theologische inzichten

Ook tijdens de apartheidsjaren zou de kerkleider en anti-apartheidsactivist niet zomaar oproepen tot verzoening. Hij had eerst en vooral zelf ondervonden hoe ontmenselijkend apartheid was. Kort na het behalen van zijn onderwijsdiploma vaardigde de apartheidsregering nieuwe onderwijswetten uit. Niet-witte kinderen en hun onderwijzers mochten in het kader van het nieuwe zogenaamde Bantoe-onderwijs alleen nog maar basisvaardigheden aangeleerd krijgen. Dit minderwaardig onderwijsstelsel diende om de zwarte bevolking voor altijd tot knechten te maken van de witte bevolking.

Desmond Tutu voelde zich vernederd tot in het diepste van zijn ziel en het maakte hem vastberaden om zich te verzetten. Het christelijk geloof dat hij van huis uit had meegekregen stimuleerde zijn verzet. De vernedering van de zwarte bevolking kon nooit in overeenstemming zijn met wat de Bijbel leerde. Hij volgde daarop een opleiding tot Anglicaans priester en studeerde enkele jaren theologie in London in de jaren zestig. In de jaren zeventig zou hij ook nog enkele jaren werken vanuit Londen voor de Afrika-desk van de Wereldraad van Kerken. Maar zijn diepste theologische inzichten zou hij in Zuid-Afrika opdoen. Hij begreep heel snel het belang van het door de zwarte christelijke studentenleider Steve Biko ontwikkelde concept Black Consciousness – ‘zwart bewustzijn’. Dit begrip was het antwoord op het minderwaardigheidscomplex dat velen onder de zwarte bevolking ontwikkeld hadden naar aanleiding van eeuwen van kolonisatie en gewelddadige onderdrukking, gevolgd door de apartheidswetten waarbij de zogezegde niet-witte ‘rassen’ via wetten ondergeschikte tweederangsburgers werden.

Als je voortdurend wordt gezegd dat je minderwaardig bent, ga je je op een bepaald moment ook zo voelen en ga je dat internaliseren. Dat kon alleen gecounterd worden door trots te ontwikkelen op wie je was als niet-witte persoon. Dat deed het programma van Black Consciousness. Tutu samen met enkele andere zwarte theologen ontwikkelde aansluitend daarbij een Black Theology – een ‘zwarte theologie’. God heeft de zwarte mens geschapen als evenwaardig aan en gelijkwaardig aan de witte medemens. Daarom mag de zwarte persoon dankbaar zijn om wie zij en hij is. Daarom verzette zwarte theologie zich ook tegen apartheid. Ze protesteerden, marcheerden, deden aan passief verzet, en lieten zich arresteren en sommigen werden gefolterd.

Tutu schreef een brief aan de Zuid-Afrikaanse president. Hij veroordeelde de christelijknationalistische retoriek van de Nationale Partij, waarmee ze zich ideologisch verdedigde tegenover het goddeloos communisme. Haar christelijk nationalisme fundeerde ze op de Bijbel, concreet dubieuze interpretaties van enkele Bijbelverzen die moesten bewijzen dat God de mensen in aparte rassen had geschapen die tot het einde der tijden gescheiden zouden moeten blijven. En dat God het witte ‘ras’ had uitgekozen om de zwarte ‘rassen’ te leiden. Juist als christen verwierp hij fel dit christelijk nationalisme.

Tutu en andere zwarte kerkleiders weigerden in te gaan op het verzoek van witte kerkleiders om het gewapend verzet tegen apartheid te veroordelen. Ze weigerden ook om mee te gaan in oproepen vanuit de witte kerken om samen zomaar aan te dringen op verzoening. Integendeel, ze steunden oproepen aan de internationale gemeenschap om Zuid-Afrika te boycotten. Zwarte kerken ijverden verder voor de schorsing van witte kerken die apartheid steunden uit internationale oecumenische organisaties, zoals de Wereldraad van Kerken en uit confessionele Wereldverbanden, zoals de Wereldbond van de Gereformeerde Kerken of de Lutherse Wereld Federatie. Geen verzoening zonder gerechtigheid.

Gerechtigheid – of rechtzetting – betekende dat apartheid eerst moest verdwijnen. Verzoening is niet goedkoop

Gerechtigheid – of rechtzetting – betekende dat apartheid eerst moest verdwijnen. Tutu zou zich pas beginnen te engageren voor verzoening nadat de laatste president van de Nationale Partij, F.W. de Klerk, had aangekondigd dat hij de verzetsbewegingen terug zou toelaten in het land, Mandela zou vrijlaten en onderhandelingen zou aanknopen om tot een einde van apartheid te komen.

Wie zo terugkijkt naar het leven en de boodschap van aartsbisschop Tutu kan niet anders dan concluderen dat er heel wat tijden zijn geweest in zijn leven dat hij niet zomaar het begrip verzoening in de mond wilde nemen. Verzoening is niet goedkoop. Er moesten voorafgaande voorwaarden vervuld zijn.

Indien Desmond Tutu nog zou leven en hij was nu op de Algemene Vergadering van de Assemblee in Karlsruhe geweest, wat zou hij geadviseerd hebben? Hij zou gebeden hebben, zeker. Zou hij zomaar hebben opgeroepen tot verzoening? Zou hij gebeden hebben om een onmiddellijk staakt-het-vuren en vredesonderhandelingen? Zou hij hebben opgeroepen tot geweldloos verzet en de militaire steun van Westerse landen aan Oekraïne hebben afgewezen? Zou hij de schorsing van de Russisch-Orthodoxe Kerk hebben afgewezen? Afgaande op de complexe relatie met verzoeningsdynamiek tijdens zijn leven zou ik me zomaar kunnen voorstellen dat hij anders zou gesproken hebben. Het zou zomaar gekund hebben dat hij het christelijknationalistisch discours van de Russische staat en van de Russische kerk zou afgewezen hebben, ja zelfs veroordeeld als ketters. Het zou zomaar gekund hebben dat hij zou weigeren het gewapend verzet van Oekraïne te veroordelen en Rusland zou opgeroepen hebben om zich terug te trekken uit de bezette gebieden in Oekraïne. Het zou zomaar gekund hebben dat hij een schorsing van de Russisch Orthodoxe Kerk had gesteund …

Eddy Van Der Borght is Desmond Tutuhoogleraar Verzoening aan de Faculteit Religie en Theologie Vrije Universiteit Amsterdam.

Jacob Meiring is stafmedewerker van de Desmond en Leah Tutu Foundation.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken