< Terug

Preekschets Psalm 24 en Mattëus 25:14-30: Micha-zondag

Thema: De knop om

Zie ook

Lezing Psalm 24:1-6

De psalm begint met een hymne (vs 1a,2). Daarin wordt vastgesteld dat de HEER gaat over de aarde en over alles wat op aarde leeft. Dit in tegenstelling tot de goden van andere volken. Meestal ging hun invloedssfeer niet verder dan de grenzen van het land dat door die volken werd bewoond. Sterker nog, het is de HEER die haar heeft gevestigd. Een wereldbeeld van de tijd waarin deze psalm werd geschreven is dat de aarde zich als en soort platte koek boven de wereldzeeën bevond en op pilaren rustte. Ze stond daar vast en werd niet meegenomen door de stromen in die wereldzeeën. Vanaf het begin tot aan het einde blijft Hij degene die de “eigenaar” is. Vers 1 wordt geciteerd in 1Kor. 10:26 waar het gaat over het juiste gebruik van de vrijheid die God ons heeft gegeven. Het gaat erover of je alles wat in de vleeshal wordt gekocht mag eten. Zelfs als het van een tempel komt blijft het behoren bij dat “alles”.

Het tweede gedeelte wordt de vraag gesteld wie de berg van de HEER mag bestijgen. De berg van de HEER is de plaats waar Hij op aarde zich gevestigd heeft: de berg Sion. Het is een heilige plaats dus je mag er niet zomaar komen. De psalmist noemt reine handen en een zuiver hart. Dat houdt niet in zondeloosheid, want dan was niemand daartoe gerechtigd. Het gaat om de je instelling, om wat je met hart en hoofd serieus wilt. Eerlijk en oprecht goed willen doen. Dit sluit aan bij Micha 6:8: Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Lezing Mattëus 25:14-30

Dit is een bekende gelijkenis die vaak wordt toegespitst op het goede gebruik van onze gaven (talenten) voor het koninkrijk van God. Een talent was in die tijd 10 maal het jaarloon van een arbeider De Bijbel in gewone taal heeft het niet over talenten maar over een miljoen, een half miljoen en honderdduizend. Maar uiteindelijk gaat het over het bezit van de Eigenaar. In Psalm 24 hebben we gelezen dat God de “Eigenaar” van de aarde is en alles wat daarop leeft. Hij heeft de aarde aan ons toevertrouwd en ieder van ons heeft daarin een verantwoordelijkheid. Uiteindelijk zullen we daarover ook verantwoording moeten afleggen. De aansluiting bij Micha 6:8 vinden we doordat de dienaren in de gelijkenis weten wat hun heer van hen verwacht, maar doen ze ook wat hij aan heb heeft toevertrouwd.

Preekschets

Inleiding

Beginnen met iets te vertellen over Amelisweerd en de A27 verbreding. In de jaren ’70 en ‘80 fel geprotesteerd. Toch nog 456 bomen gekapt voor de snelweg. Nu weer aan de orde. En dat is nog niets vergeleken met wat er in tropische regenwouden gebeurt. Ook hierover is veel op internet te vinden.

1. De aarde is van de Heer

We hebben gelezen in Psalm 24 dat de Heer de eigenaar is van de aarde met alles wat je daarop vindt. Sterker nog Hij heeft alles zelf gemaakt

We lezen daarover dat het goed (tov) was Genesis 1. Daarna is er heel wat mis gegaan. Toch draagt de aarde het stempel van zijn maker.

Je kan je afvragen wat er mis is gegaan. Daar speelt de mens een belangrijke rol in. Zie Genesis 3.

2. Verantwoordelijkheid

Want de mens heeft de aarde toevertrouwd gekregen om haar te bewonen en te bewerken. Net als de dienaren die een grote som geld kregen. De mens heeft iets waardevols in beheer gekregen.

In de gelijkenis: Twee die de waarde hebben verdubbeld. Een die de waarde gelijk heeft gehouden

Wat heeft de mens met de aarde en alles wat daarop leeft gedaan? (Noem wat voorbeelden of laat de mensen zelf voorbeelden noemen)

3. De knop moet om

Juist mensen die God erkennen als degenen aan wie ze verantwoordelijk zijn voor deze aarde en al wat er op leeft zouden die knop om willen zetten.

Gaat niet alleen om de natuur. Het gaat om al wat leeft, ook mensen. Het zijn juist de mensen die het minste hebben die ook de meeste gevolgen ondervinden. En dan naar hier komen om die gevolgen te ontlopen

De beste manier om die knop om te zetten is Micha 6:8. Want wat God wil is ook dat wij die aarde beter beheren.

Slot

Afsluiten met een teken van hoop. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Kunnen we nu al iets aan doen.

< Terug